Ai! Récht op mijn kop: een stok van alhier.

Wat is voor jou het hoogste lichamelijk genot?

Slapen.

Langzaam wegzakken, onderwijl een droom voorbereidend. Of nadenken, nadenken over de problemen van de wereld, zoete wraken voorbereidend op mijn vijanden, wilde plannen smedend, en dan in de fluwelen boezem van dromenland glijden.

Wakker worden en beseffen dat je nog vijf minuten mag slapen. En vijf minuten gaan slapen, en precies dàt dromen waar je wil van dromen.

Microslapen op het werk, even een halve minuut de ogen toe.

Recuperatief slapen in de zetel voor TV, tussen een kwartier en drie kwartier.

In slaap vallen en weer wakker worden, en dan weer in slaap vallen, en dan weer wakker worden. In bed, in de zetel, op een stoel, in de trein: slapen heerst.


Wat betekent intellectueel genot voor jou?

Iets moeilijk of ingewikkeld op mijn bord krijgen, daar een tijd op zitten kijken en zoeken, en dan plots alle puzzelstukken in mekaar zien vallen, als het patroon duidelijk wordt.

Orde uit chaos scheppen om er weer chaos in te kunnen krijgen, maar creatieve chaos.

Iets complex dermate goed snappen dat ik het eenvoudig uitgelegd krijg aan een leek.


Ken je culinaire hoogtepunten?

Teveel om op te noemen. Rijpe camembert van rauwe melk op licht getoast brood. Merg met veel peper en zout of foie de morue op ditto. Een goeie boule de berlin als ik mij geen zorgen hoef te maken over gemorste bloemsuiker. De tweede oliebol (de eerste is nog te warm, vanaf de derde begint het eigenlijk al wat tegen te steken). Zelfgemaakte pannenkoeken met harde randjes. Mijn eigen spaghetti bolognaise. Rosbief zoals mijn moeder hem maakt, met saus, en erwtjes, en flageolets, en grâtin dauphinois. Van die gebraden kip die in papieren zakken te kopen is. Gebakkene patatten. De aspergeroomsoep van mijn moeder. Coquilles Saint-Jacques. Häagen-Dazs Macadamia Brittle of Rum Raisin. Meloensorbet.  Râble de lièvre.

En ik vergeet ongetwijfeld dozijnen dingen. Drop. Rademakers Haagsche Hopjes. Garnaakroketten. Steak met bearnaisesaus gemaakt met zelfgeprepareerd extrait d’estragon. Struisvogelfilet met geflambeerde whiskeyroomsaus en frieten. Broccoli-kaas-rijst uit pakjes van Bosto. Geroerbakte haggis. Echte petits beurres, met van die hoekjes die een beetje aangebrand zijn.

Zó veel dingen, een mens houdt het niet voor mogelijk.


Wat verschaft jou artistiek genot?

Mooie taal. Marguerite Yourcenar. Jack Vance. Gegevens op een mooie manier gepresenteerd. De kaart van Minard. Rembrandt. Goeie boeken. Francis Bacon. Bach. Louis Armstrong. Mooie letters. Typografie. Johnny Dodds. L’Homme à la tête de chou, en Histoire de Melody Nelson, allebei op eindeloze repeat.

Passie: alles wat met passie en eerlijk gevoel gedaan is, daar word ik warm van vanbinnen.

Aan wie of wat heb je een grondige hekel?

Te vrees ik veel om op noemen.

Dogmatische mensen. Die duidelijk verkeerd zijn of ongelijk hebben, en dat maar niet beseffen, en die niet te overtuigen zijn.

Mensen die niet willen leren. Mensen die niet nieuwsgierig zijn. Mensen die doen alsof ze experten zijn, maar dat helemaal niet zijn. Mensen die niet willen toegeven dat ze het ook niet weten. Mensen die beter zouden moeten weten, maar toch achterlijke dingen zeggen en doen, en waarbij de motivatie me totaal onvindbaar is.

Machtsmisbruik.

Pesters, zowel kinderen als leraars op school, als collega’s of bazen op werken. Niet dat ik meteen veel met dat laatste geconfronteerd ben (dat eerste daarentegen…), maar toch: mensen in een machtspositie die van die machtspositie misbruik maken, en het gevoel van hulpeloosheid en machteloosheid dat daarmee gepaard gaat.

Details die verkeerd zijn. Een spatie vóór een punt. Spellingsfouten in een belangrijke tekst (ik weet het!). Een kader dat nét een beetje scheef hangt. Slechte typografie.

Mensen die in een huis dat niet het hunne is, iets oppakken, en het dan niet exact op dezelfde plaats en op dezelfde manier terug leggen.

Dingen die voor hetzelfde geld goed zouden kunnen gedaan zijn, die hetzij niet goed, hetzij bleh–good enough for me gedaan zijn, omdat het de mensen eigenlijk niet kan schelen.

Onverschilligheid. Pretentie.


Waar kan je van genieten?

Nekeer goed kunnen kakken.


Wie of wat maakt je gelukkig?

Familie. Vrienden. Mensen kunnen helpen.


Wat maakt je ongelukkig?

Situaties waar ik iets aan zou kunnen veranderen, maar waar ik niets aan verander. Als ik er zelf niets aan kan veranderen, dan heeft het geen zin om er me slecht over te voelen.


Hoe ziet je persoonlijke hemel er uit?

Een plaats waar ik mezelf in vier kan splitsen, en twaalf dingen tegelijk kan doen: heel de dag met de mensen die ik graag zie bezig zijn, én heel de dag spelletjes spelen, én heel de dag lezen, én heel de dag schrijven, én nieuwe zaken leren (muziek spelen, bijvoorbeeld), én naar tv kijken, én rondhossen op tinternet, én dingen organiseren, én naar dingen gaan.


Met wie wil je wel eens een onvergetelijke nacht beleven? Nationaal en internationaal.

Martine Tanghe.

Geschreven al luisterend naar: Serge Gainsbourg – L’Homme à la tête de chou – Chez Max coiffeur pour homme



Reacties

5 reacties op “Zwischen Himmel und Hölle”

  1. Dogmatische mensen. Die duidelijk verkeerd zijn of ongelijk hebben, en dat maar niet beseffen, en die niet te overtuigen zijn.

    gniiiiiiiiii! gijse piependolle gij! 🙂

  2. Leuk stokje. Dit vind ik boeiende lectuur – waarschijnlijk ook omdat er veel herkenbaars in zit. En passie. En oprechtheid en zo.

  3. Het Radiofonisch Instituut avatar
    Het Radiofonisch Instituut

    Mijn collega Martine? Zal ik haar eens je nummer doorgeven? 😉 Je blijft me verbazen !!

  4. ik ben al verliefd op Martine Tanghe van in de tijd dat ze in haar bikini op de cover van Humo stond. Zucht.

  5. […] Wij moesten zeer braaf zijn. Geen bloem of eieren en het gebruik van confetti was aan banden gelegd. Bovendien organiseerde school een zwaar zuigend optreden van een entertainer. Gelukkig hadden we zelf ook een optreden in de namiddag georganiseerd: een persiflage op Alles kan beter. Ik speelde Rob Van Oudenhoven, dat waren mijn five minutes of fame op school. Veel heb ik ‘s avonds niet gefeest: ik zat in die week met een zware griep. Dat ik sowieso meedeed met de school was tegen doktersbevel. Uiteindelijk werd het een bioscoopje met kameraad B. Als ik mij goed herinner hebben wij deze film gezien. Enfin ja, niets spectaculairs dus. […]