Asperger

‘t Is nu net een documentaire over een hele familie met bijna allemaal kinderen die de één of andere vorm van autisme hebben.

Is er één van die kinderen die een toespraak moet/mag geven:

I suppose a normal teenager would be terrified to talk in front of five hundred strangers, but I’m not. It’s a lot easier for me than having a conversation with one or two people.

Hey, second that. Een klein beetje too close to home, die hele documentaire. Griezelig, al hebben die mensen er allemaal wel héél erg van, en al zal het wel voor een groot deel de hypochonder in mij zijn die overal dingen in herkent.

Ik kan me alleen maar inbeelden hoe het tegenwoordig moet zijn voor huisartsen om om te gaan met hypochonders die een internetverbinding hebben.

“Jamaar dokter, bent u er zéker van dat het niet [random ziekte gevonden via Google] zou kunnen zijn? Ik heb gelezen in [random wetenschappelijke studie] dat [standaard symptoom] in [random set speciale gevallen] ook een indicatie kan zijn voor [dodelijke ziekte].”

10 reacties op “Asperger”

  1. Bwa, dat overkomt iedereen wel met documentaires psychologische ziektes.
    Heb het onlangs nog daarover gehad met een psycholoog, en vele ziektebeelden van autisme, bipolair, e.a… zijn zeer herkenbaar voor normale mensen die durven naar zichzelf kijken. Alleen moet je ook eens goed kijken naar de gradaties, zoals je zelf aanhaalt.
    Iedereen heeft ups en downs, of a-sociaal gedrag. Zolang het binnen de perken blijft hoef je je geen zorgen te maken, integendeel. Zo kan het ook geen kwaad om een klein beetje hypchonder te zijn… zolang de dokter maar op een veilige afstand woont (en niet je partner is, zoals bruno hierboven beschrijft). 😉

  2. Arme huisarts, maar ook arme patient met chronische conditie en veel ervaring hiermee die de huisarts moet gaan overtuigen dat nee, die [pijn] is geen onschuldig [kwaaltje], maar [iets anders niet erg prettig maar wel gevaarlijk].

  3. Ik heb ASS of Asperger of hoe je het ook mag noemen, en ik ben een beetje het omgekeerde. Het is al minstens twee jaar geleden dat ik nog een dokter zag. Als ik echt ziek ben, dan moet mijn vrouw mij met allerlei dreigementen dwingen om naar de dokter te gaan. Ik beweer dan altijd dat ik nog liever doodga dan zo’n mens aan mijn lijf te hebben. Pillen slikken is voor mij een onmogelijke hindernis (voor wie dit niet snapt: lees maar eens wat Christopher Boone over geel eten denkt). Kortom: als het niet in vloeibare vorm bestaat, weiger ik elk geneesmiddel. Spuitjes brengen mij al helemaal aan het freaken. Toen men mij eens bloed moest afnemen, heb ik een arme verpleger bijna een uppercut verkocht. Zijn witte pakje hing vol bloedspetters. Tja, autisten en hun lichaam, het is me wat 😉

Reacties zijn gesloten.