Mieke Maaike’s obscene jeugd lag bij ons thuis, in een uitgave met een mooie rode stoffen kaft. Een dun boekje.

Les onze mille verges van Apollinaire stond in diezelfde bibliotheek.

Wat een banaal, knullig, onbenullig boekje, die hele Mieke Maaike.



Reacties

3 reacties op “Boon”

  1. Toch wel ja. Ik heb het gelezen, maar vond er inder-puber!-tijd weinig aan. Blij dat ik het gelezen heb/had en dat ik wist wat het nu precies was, maar nja, meh.

  2. Juist.

    Maar het was wel en Daad van Boon. Hij schreef en publiceerde het toen hij in de running was voor de Nobelprijs literatuur.

    ‘k Heb altijd gehouden van wat anderen, de ” weldenkenden” een soortnestbevuilers vinden. Hoog én laag ineens.

    Vergelijk het met F. Zappa. Volgens mij een groot componist. Maar hij schreef ook “Titties & Beer”. De beste remedie tegen al te serieus genomen te worden door de zelfverklaard ” serieuzen”.

    Die twee kondigden theshape of things to come aan.

  3. : Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [kort na 18 mei 1947]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “destijds vond ik op het vossensplein te Brussel – aan de hoek van het café “chez dikke Tich” – tussen vele prulboeken een verhakkeld exemplaar van de Bende van de Stronk…”

    2: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [tussen 18 en 30 mei 1947]
    brief, manuscript; briefpapier met voorgedrukt briefhoofd: “Gaston Burssens, Grote steenweg 628, Berchem – Antwerpen, tel: 982.73” [privécollectie]
    “de boeken nog niet ontvangen, die zullen morgen wel komen.”

    3: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    30 mei 1947
    brief, manuscript; briefpapier met voorgedrukt briefhoofd [privécollectie]
    “Helaas heb ik nog slechts 1 ex. van Het Bordeel van Ika Loch.”

    4: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    07 juni 1947
    brief, manuscript; briefpapier met voorgedrukt briefhoofd [privécollectie]
    “Hierbij een brief van het Nedrl. tijdschrift Podium: als het u en uw vrienden interesseert?”

    5: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    juni 1947
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Ik schaam me een desperado te zijn, die vandaag naar iemand schrijft en hem “beste” noemt maar morgen weeral elders zit en zijn oude vrienden vergeten durft.”

    6: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    [juni/ juli 1947]
    brief, manuscript; briefpapier met voorgedrukt briefhoofd [privécollectie]
    “Ik heb U een ex. van Fabula Rasa door De Sikkel laten sturen.”

    7: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    05 juli 1948
    brief (met tekening), manuscript; briefpapier met voorgedrukt briefhoofd [collectie AMVC]
    “Ja, ge hebt daar iets gezegd; als ge nog min of meer van de Cyclopen afhangt zie ik ook niet goed in of uw Ill. Roman kan gepubliceerd worden in zijn huidige vorm; tenzij gij er de politiek integraal zou uit weglaten.”

    8: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [juli 1948]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Uw briefje deed mij genoegen: wat gij zegt over het Illegaal Boek is inderdaad juist…”

    9: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    [11 of 18 juli 1948]
    brief, manuscript; briefpapier met voorgedrukt briefhoofd [privécollectie]
    “Ik dacht van morgen naar Aalst te rijden maar bleef te lang in mijn nest liggen, kreeg daarna onverwacht bezoek en kon dan niet meer weg.”

    10: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [augustus 1948]
    brief, manuscript [collectie Ad Verberne]
    “Ik ontving mijn manuscripten, samen met de beloofde boeken, en de 2 exemplaren van cancan… alle even erg stinkend naar de zeep.”

    11: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    03 februari 1949
    brief, manuscript; [briefpapier met aangepast briefhoofd, handgeschreven aangepassing: “Schoenmarkt 22, Antwerpen” ] [collectie AMVC-Leterenhuis]
    “Uw briefje aan mij in Vooruit kwam mij toevallig onder de ogen.”

    12: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    1 mei [1949]
    brief, manuscript; briefpapier met aangepast briefhoofd, handgeschreven aanpassing: “Schoenmarkt 22” [privécollectie]
    “Ik had graag één dezer Zondagen naar Aalst gekomen maar ik ben op het ogenblik met mijn zaken zo aan ’t knoeien dat ik mijn laatste minuut moet gebruiken om mijn kost te verdienen.”

    13: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    7 november 1949
    brief, manuscript; briefpapier met aangepast briefhoofd, handgeschreven aanpassing: “Scheldelaan 56, Antwerpen – W., tel: 255.25.”
    “Met 1 Januari word ik mederedacteur van Podium.”

    14: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [tussen 11 november en 11 december 1949]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “ik zie dat ge reeds in uw nieuw huis woont, en daar ik mij aan bouwen en verbouwen zeer erg interesseer – en vooral uw goede smaak bewonder – zou ik graag eens de een of andere dag uw schelde-huis komen opzoeken.”

    15: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    21 december 1949
    brief (met tekening), manuscript, briefpapier met aangepast briefhoofd (Scheldelaan) [privécollectie]
    “De dag nadat ik uw “scenario” had ontvangen, hadden we juist een redactievergadering in Den Haag.”

    16: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    5 januari 1950
    brief, manuscript; briefpapier met aangepast briefhoofd (Scheldelaan) [privécollectie]
    “Zoals half afgesproken verwacht ik U Zaterdagnamiddag of Zondag e.k.”

    17: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    2 februari 1950
    brief, manuscript; briefpapier met aangepast briefhoofd (Scheldelaan) [privécollectie]
    “Helaas ja, die 5000 f. moeten die 10.000 f. zijn waaromtrent ik met Wauters heb getelefoneerd.”

    18: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    16 februari 1950
    brief, manuscript; briefpapier met aangepast briefhoofd (Scheldelaan) [privécollectie]
    “Schmook heeft beloofd dat u over enkele weken een nieuw bedrag van 5000 f. zou worden overgemaakt.”

    19: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    31 mei [1950]
    brief, manuscript; briefpapier Podium [“Podium. Literair maandblad. Onder redactie van: G. Borgers, Gaston Burssens, W.H. Nagel, Paul Rodenko, Fokke Sierksma, S. Vestdijk en Hugo Walschap” (onderaan redactie-adressen en rekeningnummers B. en NL.)] [privécollectie]
    “Namens de hele redactie nodig ik u uit op de vergadering van Podium, Zaterdag 3 Juni, bij mij thuis: Ge kent nu al de weg.”

    20: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    [1 juni 1950]
    brief, manuscript; briefpapier Podium [privécollectie]
    “Gisteren heb ik vergeten te zeggen dat uw reiskosten stante pede zullen worden vergoed.”

    21: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [26 juli 1950 of kort daarna]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “het spijt me diep dat ik u, en ook Gerrit, te midden der bekrompenheid heb moeten brengen.”

    22: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    9 augustus 1950
    brief, typoscript [collectie AMVC-Letterenhuis]
    “… Neen, dan weet ik iets beter. Waarom zouden wij samen geen roman schrijven.”

    23: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [23 september 1950]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Eerst en vooral, T en M.: onder ons gezegd en gezwegen, ik ben daar maar binnengevallen, omdat ik, langs Walravens om, liefdeverhalen in de Zweep mocht publiceren.”

    24: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [maart 1951]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Beste Gaston, neen, het is niet mogelijk, al waren er honderd verdomde relaties, die wasserij is te gent, en bij duivel en het, zij staat op het punt te springen, te zinken, reddeloos in haar schulden onder te gaan.”

    25: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [maart-juli 1951]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “beste gaston, daar gij mij de schande hebt aangedaan een uwer onmogelijke gedichten aan mij op te dragen, neem ik wraak…”

    26: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [juli 1951]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “beste gaston, ik nodigde Jan Walravens uit om met Borgers over T. en M. te babbelen…”

    27: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [tussen 18 en 23 januari 1952]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “beste gaston, hierbij een brief uit Parijs die men naar Walravens stuurde die hem naar mij stuurde, die hem naar u stuur… ”

    28: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [oktober-november 1952]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Uw briefje met ingesloten cheque goed ontvangen.”

    29: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [28 november 1952]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “ik weet niet of Herreman zich wel aan uw bundel zal wagen.”

    30: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [tussen 28 en 31 december 1952]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Ik schrijf u vanuit Erembodegem, waar ik nu definitief (maar wat is definitief?) vastzit.”

    31: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [6 februari 1953]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Eerst en vooral: het water? de storm? de overstroming?”

    32: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    [14 februari 1953]
    brief, manuscript; briefpapier met voorgedrukt briefhoofd: “Gaston Burssens, Scheldelaan 56, Antwerpen – W., Tel: 32.55.25” [privécollectie]
    “J’aime mieux rendre en vers la muse maquerelle que de passer en prose ailleurs pour maquereau.”

    33: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [maart – april 1953]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Beste Gaston, al dagen en dagen ligt hier een exemplaar van mijn Kapellekensbaan voor u klaar.”

    34: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    13 mei 1953
    brief, manuscript; briefpapier met voorgedrukt briefhood (Scheldelaan) [collectie AMVC-Letterenhuis]
    “Ik heb dus Ondine, of De Maagd van de Kapellekensbaan, herlezen.”

    35: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [kort na 11 september 1953]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Eerst en vooral: proficiat met de prijs voor poesie.”

    36: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [december 1953 /januari 1954]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Walravens vroeg mij een inleidend woordje, voor het programma dat wordt uitgedeeld bij de opvoering van Boy.”

    37: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [november 1954]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Beste Gaston, mijn jongen, met daar in Gent te werken geraakt het ál in de war.”

    38: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [september 1963]
    brief, manuscript [collectie AMVC-Letterenhuis]
    “we hebben met de poezie-prijs van de stad Aalst spoken opgeroepen…”

    39: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [eerste helft 1964]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “hierbij dan de regels voor het kaft achteraan.”

    40: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    [Erembodegem, 1963/1964[?]]
    brief, manuscript [privécollectie]
    “Hierbij enkele gedichten van Jos Murez, die niet al te best zijn.”

    appendix I: Louis Paul Boon aan Gaston Burssens
    27 januari 1949
    “Brief aan een andere schrijver”, open brief van Boon in Vooruit, 27 januari 1949, “Boontje’s bittere bedenkingen”
    “Beste Burssens ik heb uw boek ontvangen en gelezen, en ben tot de ietwat verwonderlijke conclusie gekomen dat wij ongeveer hetzelfde hebben te zeggen…”

    appendix II: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    [september-oktober 1953]
    [brief], manuscript [privécollectie]
    “Ziehier enkele antwoorden:”

    appendix III: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    [september 1963]
    (achterzijde brief 38, manuscript; aanzet toespraak Stad Aalst (zie appendix IV) [collectie AMVC-Letterenhuis]
    “Nondedju, Louis, ge doet mij echt verdriet aan.”

    appendix IV: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon
    [najaar 1963]
    toespraak, manuscript [collectie AMVC-Letterenhuis]
    “Het feit dat ik hier vandaag op deze plaats zit, berust op een misverstand.”

    appendix V: Louis Paul Boon en Hugo Claus aan Gaston Burssens
    [tussen 7 en 18] november 1964
    brief, fotokopie typoscript, [collectie AMVC-Letterenhuis]
    “Na uw schrijven omtrent Pernath ontvangen te hebben, en er ons bezorgd om voelend dat gij de pest zoudt kunnen krijgen èn dat Pernath meteen geen voldoening zou ontvangen, zijn wij – Hugo en Louis – even samengekomen.”

    appendix VI: Gaston Burssens aan Louis Paul Boon en Hugo Claus
    22 november 1964
    brief, fotokopie, [collectie AMVC-Letterenhuis]
    “Ik vrees dat jullie allebei mijn brief verkeerd hebben geïnterpreteerd: ik dreig niet met ontslag; ik heb ontslag genomen, ook al krijgt Pernath zijn drie maanden wedde.”

    appendix VII: Louis Paul Boon aan Yvette Goubet-Burssens