Ha. Vierentwintig uur voor één magazine? Pfuh, kinderspel.

Met computers en digitale camera’s en netwerken en internet? Kan het nog eenvoudiger?

Nee, dán vijftien jaar geleden: European Youth Parliament. Telkens een week aan een stuk elke dag een krant, met twaalf leerlingen van 17 jaar uit twaalf verschillende landen. Interviews, foto’s, reportages, en dan eindredactie, opmaak, en publicatie. Met computers als we geluk hadden, zonder als we geen geluk hadden.

In 1989 in Fontainebleau —ik deed toen geen redactie— herinner ik me dat de hele redactieruimte op één stopcontact zat, en dat het twee keer gebeurd was dat alles weg was. Artikels werden in strookjes gemaakt, uitgeprint en dan met knippen en plakken tot een foldertje van twee pagina’s gemaakt. Er waren er op een week tijd twee.

In 1990 was ik, als ex-mededoener, naar zo’n tweedaagse preselectie in Brussel uitgenodigd (samen met dendezen, trouwens). De “commissieleden” deden mee aan een debat, ik kreeg er een man of zes, die “journalist” zouden zijn als ze geselecteerd werden, en die dus tijdens de preselectie niets te doen hadden.

Ik had mijn computer mee. Daarop stond WordPerfect, en met die ene computer, zes man en veel enthousiasme maakten we op twee dagen twee krantjes. Geprint en gefotokopieerd op de meest geavanceerde fotokopiemachines ter wereld toen, denk ik, in de kelders van het Europees Parlement.

Ze waren onder de indruk, blijkbaar, van wat kon op zo korte tijd, en ik mocht terugkomen om de redactie te doen “in het echt”.

In 1990 in Fontainebleau waren er allemaal Macs, zonder netwerk. Teksten werden geschreven in Word, opmaak gebeurde in PageMaker. De hemel. Op de achtergrond speelde muziek: ik had mijn hele CD-collectie meegenomen, en mijn ghettoblaster.

Een krantje per dag, 32 pagina’s op A5–formaat, geprint op een LaserWriter, gefotocopieerd, geniet en geplooid op de Xerox van het INSEAD. En dan halveliters gaan drinken in Fontainebleau.

In 1991 in Lissabon was er een hele redactieruimte voorzien met computers van IBM die, had men ons beloofd, in netwerk zaten. Dat bleek minder mee te vallen dan gedacht: WordStar (^KX ^KK ftw) was te moeilijk om aan mensen wijs te maken op een halve dag tijd; ik herinner me dan ook vooral veel zelf overtypen. Voor de opmaak was er in het bureau van de directeur van de dacht ik Europese school één computer die Pagemaker op Windows draaide.

Niet voor niets dat het ding frustraçao heette — schrijven in de voormiddag, typen ‘s avonds, opmaak ‘s nachts, printen en fotokopiëren. En dan tiki cocktails en uitgaan in Bairro Alto, arm in arm slenteren in een uitgestorven Lissabon, een uur of twee crashen in een geïmproviseerd veldbed achter een gordijn in de keuken van Rui, en herbeginnen om 8u ‘s morgens.

In 1990 (dacht ik) in Kronberg was het nog wat erger: de computers die Siemens had geleverd (avec Siemens ça marche, stond er vreemd genoeg in het Frans op, in hartje Duitsland) bleken niet te werken. Ik was er toen als, ha, observer, maar als ik het mij goed herinner waren het Patrick en ik die het krantje maakten: op typmachines en met de hand geschreven, opmaak met schaar en lijm.

Dag en nacht werken, dansen op Neue Deutsche Welle, zelfs al waren ze toen al jaren niet meer aan de orde: Extrabreit, Grauzone, Peter Schilling, Spider Murphy Gang, en dan Tequila Boom Booms met binnengesmokkelde Tequila en Tonic, tot we niet meer wisten waar we stonden.

Dat, dát waren magazines op 24 uur gemaakt. Twaalf wildvreemden die elkaar nog nooit gezien hadden, weinig of geen infrastructuur (en de beschikbare infrastructuur pas zien op de eerste dag dat we er waren), tegelijkertijd het nieuws maken, het nieuws verslaan, opinie geven, opmaken, én dan nog eens de fysieke dragers maken en verspreiden. En dat midden een druk sociaal programma.

Fontainebleau, Kronberg, Praag, Gent, Straatsburg, Lissabon, Luxemburg… gedurende een jaar of vijf, twee of drie keer per jaar een dikke week, waarin ik meer geleefd heb dan in de vijf jaar ervoor of de vijf jaar erna.

Ik kan u niet zeggen hoeveel ik er voor over zou hebben om het allemaal opnieuw te kunnen doen.



Reacties

2 reacties op “Vierentwintig uur magazine”

  1. Aangenaam om lezen.

  2. Ziet ge, Siegfried B., zo moeilijk hoeft dat allemaal niet te zijn.