Vandaag was er een vergadering bij mensen die onder meer ook een website hebben die gemaakt is met een open source CMS.

Eén van de usual suspects als het op open source CMSen aankomt. Eén van die waar men verwacht dat eens men er iets mee gemaakt heeft, het naar meer smaakt.

Wel: niets van dat. “Nooit meer,” was zowat de algemene teneur. Blijkbaar heeft een prutser van een programmeur (of een prutser van een bedrijf, ‘t is niet alsof we zwaar doorgevraagd hebben) een draak van een implementatie gedaan, en een ramp van een website achtergelaten. Met vanalles hard coded waar het eigenlijk niet zou gemogen hebben, bijvoorbeeld.

En die mens (of bedrijf) heeft het nu verkloot voor de rest. Want nu heeft “open source” de naam slecht te zijn. Moeilijk om mee te werken. En is er een zeer sterke voorkeur voor niet-open source.

Mij (en mijn werk) kan het niet schelen: wij zijn voor het grootste deel technologie-agnostisch.

Maar het is toch wel serieus godgeklaagd: er zou een soort rijbewijs moeten zijn voor programmeurs, vind ik. Al die technologieën maken het veel te gemakkelijk voor prutsers.

Neem zo’n SharePoint: daar kan een prutser, als hij niet goed nadenkt en er zomaar wat aan begint, een heel bedrijf met nonsens opzadelen. SharePoint is een blokkendoos, en met die blokkendoos kan men een degelijk huis maken of een krakkemikkig konijnenkot. Of Drupal: er zijn tien manieren om iets te doen — ik heb Gentblogt ondertussen heel erg letterlijk op vier totaal andere manieren hermaakt in Drupal — en het is absoluut niet evident wat in een gegeven omstandigheid de beste is.

In zowat elke technologie is het mogelijk om iets moois en goeds te maken, en in zowat elke technologie is het mogelijk om de boel helemaal te verkloten.

Ik zeg wel eens dat het de schuld is van al die nieuwe technologie, maar eigenlijk: het is van alle tijden.

Prutsers zijn van alle tijden.



Reacties

5 reacties op “Slechte programmeurs”

  1. Het grote probleem is dat veel van dat prutswerk alleen door collega-programmeurs kan ontdekt worden. Als organisatie, zonder expertise die naam waardig, ben je volledig afhankelijk van het professionalisme van de persoon die de boel in elkaar steekt. Als je pech hebt, ben je gezien en heb je een hoop ellende aan je broek.

  2. Ah, ik heb dat een paar dagen geleden ook nog geopperd.
    Een rijbewijs voor programmeurs.

    Maak het er een vrij beroep van. Echt, hoeveel pruts ik al niet gezien heb, en waar mensen jaren en jaren mee opgezadeld blijven zitten.
    Omdat die brol nog altijd draait, en moet ondersteund worden, maar de originele spaghetti-programmeur is al lang weg, en geen mens die die nest nog durft aan te raken…

  3. Het ergste persoonlijk vind ik de spaghetti-brol, die na jaren ontstaat. Ik werk ook als consultant en ook ik ben er waarschijnlijk mee schuldig aan, dat ik ergens een aanpassing bij een klant doe.

    Na mij komen er dan nog enkele consultant, die ook hun aanpassingen doen en op het einde heb je 37 programmeerstijlen door elkaar met allemaal aanpassingen aan elkaars code.

    Maar inderdaad als het begin al fout in elkaar zit, dan zal er nooit een degelijk huis worden en zal het voor altijd een konijnenhok blijven.

  4. Dit lijkt me nu juist pleiten voor Open Source.

    Met open source kan je tenminste zien (en desgewenst aantonen) dat er geprutst is. Bij closed source heb je dezelfde sores, maar moet je gissen naar de oorzaak en heb je verder geen poot om op te staan.

    Helaas is de vraag of er in open source minder, net zo veel, of meer wordt geprutst dan in closed source niet te beantwoorden, omdat je bij closed source niet in de broncode kan kijken.

  5. […] Michel Vuijlsteke: Slechte programmeurs […]