Ik ben een duts

Zelie en Louis hebben het voortdurend: hun huiswerkmap, tekening, zwemzak, jas, handschoenen, kousen, bril – wég! Ze lagen daar, ik ben er zéker van, dáár, en nu zijn ze er niet meer!

Kan ik er kwaad op zijn? Neenk. Ik heb al heel mijn leven precies hetzelfde: normaal gezien ligt iets dáár, maar als het niet dáár ligt, dan kan het zo goed helemaal weg zijn.

Ik heb een fotografisch geheugen als het op mijn gerief aankomt: ik weet precies waar ik alles neergelegd heb, ik weet zelfs nog welke bewegingen ik maakte, wat ik zei, waar ik vandaan kwam en waar ik naartoe ging als ik dat ene ding daar gelegd heb.

En dat werkt allemaal perfect zolang er niemand anders in de buurt komt. Want als iemand buiten mijn weten om mijn gerief verlegd, dan is het naar de zak, natuurlijk.

Case in point: mijn sleutels. Als ik ‘s avonds thuis kom, zijn er twee mogelijkheden: ofwel is de voordeur niet op slot, ofwel is ze dat wel.

Als Sandra thuis is en de deur is niet op slot, dan kom ik met de fiets van het station en hangt mijn sleutelbos aan het fietsslot dat in mijn fietstas zit. Sandra’s sleutelbos zit aan de binnenkant van de deur, ik doe de deur op slot, ik haal haar sleutels van de deur en ik leg ze op De Plaats Waar Ze Altijd Moeten Liggen.

Als ik de eerste ben om thuis te komen of Sandra heeft de deur al op slot gedaan, dan haal ik mijn sleutels uit mijn fietstas, doe ik de deur open, doe ik ze weer op slot, en steek ik de sleutels weer in de fietstas.

Perfect systeem. Werkt al jaren.

Een tijd geleden gingen er plakkers komen om wat te pleisteren in de gang. Pleisteren in de gang wil zeggen: fietsen uit de gang naar de koer. Maar! Mijn fiets op de koer wil zeggen: fiets potentieel in de regen, en dat kan ik mijn sleutels niet aandoen.

Dus leg ik mijn sleutels op De Plaats Waar Ze Altijd Moeten Liggen. Open en bloot, een mens kan er niet naast kijken.

Een mens kan er niet naast kijken, maar dat wou dus ook zeggen dat, met die plakkers, mijn sleutels zowat het enige losliggende was in de verre omgeving.

Resultaat: toen ik twee dagen laten weer ging werken, waren de sleutels verdwenen. Wég.

Ik heb ze vandaag, na weken, teruggevonden. In de zak van een jas die noch ik, noch Sandra, noch de kinderen recent gebruikt hebben, maar die wel voor de hand liggend in de kleerkast in de gang hing. Ik ga ervan uit dat die plakkers, of iemand anders, die sleutelbos in de zak van die jas, die niet eens de mijne was, gestoken heeft.

Geen haar op mijn hoofd dat er zou aan gedacht hebben om dáár te gaan zoeken, natuurlijk, maar ik leer bij, ik leer bij.

‘t Is te zeggen: ik leer niet echt bij, ‘t is dat ik deze keer wel degelijk alle mogelijke plaatsen heb afgezocht.

Naar mijn portefeuille.

Die ik normaal gezien in mijn jas steek, maar die er nu niet meer in zit. Iemand heeft hem verlegd, van de de twee of drie plaatsen waar hij normaal gezien zou moeten liggen. Met zes man in huis, en vriendjes die komen logeren en mensen die langskomen en bijhorende paniekaanvalopruimacties: disparu dans la nature.

En die ik dus tot nader order kwijt ben.

AAAARRRGH!!!

2 reacties op “Ik ben een duts”

Reacties zijn gesloten.