Waar ik bijna nooit over schrijf, is hoe moedeloos mijn, ahem, medische situatie mij vaak doet voelen. Dat ik dan gelijk een klein kind zit te wenen omdat het niet eerlijk is.
Vandaag, bijvoorbeeld, deed mijn rug zó hard pijn.
Deze namiddag was het de ergste van de vele verschillende pijnen-aan-mijn-rug: een soort weeë pijn, aan de rechterkant van mijn ruggengraat, van die pijn die in mijn keel zit, waar ik misselijk van wordt, dat ik niet weet waar gedraaid, dat ik bijna niet meer kan nadenken, dat ik het gevoel heb dat ik moet overgeven.
Tegen de late namiddag was het min of meer over, maar nu zit ik in de zetel en is het een andere oude bekende, aan de linkerkant deze keer en wat lager: een soort stekende blauwe plek-achtige pijn. Steun helpt niet, achterover liggen doet pijn, vooruit zitten doet nog meer pijn, rondlopen is alsof er voortdurend op een blauwe plek geduwd wordt.
Zo zijn er een resem verschillende soorten pijnen.
De meeste komen langzaam opzetten en verdwijnen dan weer langzaam. Ik heb nooit migraine gehad, maar ik kan me inbeelden dat het ook zoiets is: het onvermijdelijke, het ah fuck, here we go again. Oh, en dan zijn er ook de plotse steken. ’s Avonds en ’s nachts vooral, en ook weer een heel gamma: een kramp die er plots in schiet, een gevoel dat iemand met een duim of en breinaald in mijn rug steekt.
Dat is allemaal een gevolg van die keer een jaar of acht geleden, dat een trap die verkeerd geplaatst was, onder mij weggleed, ik een verdieping naar beneden viel en een paar ruggenwervels verbrijzelde.
*
* *
So far, so meh. Rugpijn, het gebeurt.
Het is er elke dag en voortdurend, ik maak er hier niet het ik-heb-chronische-rugpijn-weblog van, maar ik zeg er soms wel iets over. Waar ik mezelf meestal wél over censureer, is dat die rugpijn verre van het ergste gevolg is van die keer met die trap.
Er zijn ook een hele resem zenuwen kapot. En dat heeft een hele resem gevolgen.
Die scène in het begin van Young Frankenstein? Ik kan ze min of meer naspelen:
Ik voel bijna niets in mijn benen, vooral aan de achterkant dan. Een vaag gevoel van druk, een jeukgevoel dat nooit weggaat, iets tussen een slapende voet en te lang in de vrieskou rondgelopen hebben, en dat is het dan zowat.
Ik heb ook, euh, loodgieterijproblemen.
Een blaasontsteking, dames, u bekend? Wel: drink ik twee dagen na elkaar geen vijf liter of meer per dag, dan wéét ik dat ik de derde dag prijs heb. Maar zelfs als ik genoeg drink, dan nog: om de week of twee, drie heb ik ervan. Overdag kan ik het dan onder controle houden, min of meer, met massale dosissen gespecialiseerde pijnstillers. Maar dan slaap ik een nacht of drie gewoon niet.
Urgh.
En dan zit ik hele nachten te snotteren op het toilet. Omdat de dokters mij één ding heel erg duidelijk gemaakt hebben: dit-wordt-niet-beter. In heel hard tegendeel: “bereid u maar al voor”, wisten ze mij te zeggen.
Ach ja. Ik was helemaal van plan om de hele medische situatie voor eens en dan nooit meer op te schrijven, maar, euh. Dan toch niet, bij nader inzien: de zeven acht gedetailleerde too much information-paragrafen zijn bij deze verwijderd.
Ayup, schrijf het maar op: I chickened out omdat ik er te beschaamd over ben.
Reacties
9 reacties op “#wijvenweek 5: zelfcensuur”
Moed, maat!
Je moet je nergens voor schamen. De dingen zijn zoals ze zijn, en je bent daardoor niet minder jezelf of compleet of normaal of whatever dan ervoor of dan anderen.
Het is gemakkelijk om te bloggen over een ziekte als het beter gaat (ik kijk vooral naar mezelf) maar veel bewondering de mensen die dit ook kunnen als het minder gaat
Schaamte is toch niet nodig man? Ik heb een darmverlamming gehad en ook al is dat goed gekomen, het komt nooit helemààl goed, met hier en daar dientengevolge een vervelend restprobleempje waar ik me niet over schaam – al wil ik het niet in de openbaarheid gooien.
The point is: van alle dingen die je maar kan of zou kunnen voelen zou schaamte er zelfs niet aan te pas moeten komen. Andere gevoelens moeten dat toch overschaduwen? En dat bedoel ik niet verkeerd hoor, ik bedoel gewoon dat in mijn geval de schaamte ergens veilig opgeborgen zit in een hoekje van mijn geest, en dat me dat lukt door te focussen op andere zaken: zoals daar zijn het oercliché ‘het had allemaal nog erger kunnen zijn’.
De ‘why me?’ gevoelens zijn me ook niet vreemd, maar die druk ik meteen de kop in want het helpt me toch niet vooruit. Het komt nooit meer goed, maar laat ons kijken naar wat we wél nog hebben / kunnen / mogen meemaken. Buck up!
Je hoeft je er niet voor te schamen, nee, maar dat wil nog niet zeggen dat je het allemaal maar op je blog moet durven gooien. Ik vind dat nog een groot verschil. Goeie moed, Michel!
Ik lees af en toe mee hier. Ik lees over de zware rugproblemen, de chronische pijn. Vaak ben ik dan verwonderd over de activiteiten die jij met je gezin doet, over je overvolle agenda.
Hier gaat het om 2 mislukte knie prothesen en niet meer kunnen stappen zonder pijn (niets zo moeilijk als pijn beschrijven: vroeger had ik veel migraine maar daarmee is het voor geen honderdste te vergelijken : dat gaat over.). Volgens dokters zit alles perfect, er zijn alleen peesproblemen, zenuwpijnen en elke keer wel een andere uitleg. In elk geval geef ik mijn kinderen de raad om wat ze willen doen niet uit te stellen: ik zou duizend dingen doen als ik stopte met werken.Maar zie.. Ik pep mezelf op met het feit dat zoveel mensen zoveel meer afzien.Sommigen lijden onmenselijke pijnen( fysisch, psychisch: meegemaakt in mijn directe familie) en dan schaam ik me als ik eens durf klagen.En na bijna 8 jaar is er ook niet veel beterschap te verwachten.
Ik trek me op aan veel mooie dingen : in de eerste plaats de kinderen en kleinkinderen en nog heel veel. Het beste Mr. Vuijlsteke !
Ah, maar dat is het: ik doe praktisch niets met de kinderen. 🙁
Nee , u doet zodanig veel met kinderen dat ik daar ontzettend veel bewondering voor heb.
Goed dat je er nu dan wel een keer over blogt. Ik heb grote bewondering voor mensen met chronische pijnklachten die toch de moed erin houden en nooit klagen. Terwijl ze wat mij betreft best af en toe heel hard hun nood mogen uitschreeuwen. Waarom niet? Het ís toch zo? En dan daarna weer de positieve kanten van het bestaa opzoeken, want dat is waar je het van moet hebben.