Er waren drie plaatsen in ons huis waar we de miserie al jaren aan een stuk voor ons uit schuiven: het bureau beneden, het achterhuis, en de living.
Het bureau, daar zijn we nu bijna door: de rommel die er jaren aan een stuk opstapelde, is er weg. En de werken vorderen gestaag. Toen ik gisteren thuiskwam, waren de twee deuren afgesloten met anti-stof-dinges, wegens plamuren:
De deur van bureau naar keuken, die draait open in één richting, maar de lichtschakelaars hielden er rekening mee dat er in de andere richting zou gedraaid worden (omdat er toen de deuropening gemaakt werd, er nog geen sprake was van kasten in de bijkeuken, denk ik).
En dus moest dat rechtgetrokken worden, wat bij deze dus gebeurd is:
Ik heb zo’n vermoeden dat als ik vanavond thuiskom, er een nieuw plafond zal liggen. Alles zit er in alle geval klaar voor, denk ik:
(Daar aan de rechterkant komt er indirecte verlichting, ingewerkt in een soort nis tegen het plafond.)
De tweede probleemzone die alsmaar uitgesteld werd, is het achterhuis. Opgestapelde boeken, meubels die nergens anders konden gezet worden, een tapijt, matrassen, en natuurlijk: stapels en stapels en stapels boeken en CD’s en DVD’s.
Eerst was het duidelijk: boeken in dozen aan de linkerkant beneden, bureautafels en computers en oude TV en zitbank aan de rechterkant, meubels uit erfenissen die wij opslaan bovenaan.
En toen kwam er een koelkast bij, en een poussette, en een diepvries, en gereedschap, en dan gingen de kinderen daar op de WII spelen, en dan werd er soms overnacht als er vriendinnen kwamen slapen. De doodsteek, achteraf bekeken, was dat ik mijn computer daar weggehaald heb en in de living gezet heb. Vanaf dan kwam ik daar niet meer, werd de ruimte alleen nog door de kinderen gebruikt, en stapelde en stapelde en stapelde het er zich allemaal op.
…en nu is daar dus het flotsam en jetsam van het bureau en van the eerste verdiep van het achterhuis bijgekomen, wat ervoor zorgt dat wat er eens zo uitzag:
Er nu zo uitziet:
…maar er dus wél leger moet uitzien dan het er ooit heeft uitgezien: een schoon taaksken voor het lang weekend, dus.
Hetzelfde geldt voor de living: die staat voller dan ooit, met relieken van overal en te strijken was, en kabels, en speelgoed, en vanalles en nog wat. En dat moet allemaal weg tegen woensdagochtend.
Weg naar ergens, zoals de inhoud van het achterhuis weg moet naar ergens. Waar die “ergens” is: ik heb er nog geen idee van. Misschien al in het bureau.
Met een zeer klein hartje: de omvang van de ramp in de living:
De zetels die er nu staan, op mijn trekzetel na, moeten weg wegens rotversleten. Ze waren al tweedehands en we hebben er veel geniet van gehad, maar nu zijn ze echt wel óp.
Die witte schouw gaat weg en die hele muur wordt een soort meubel met kasten en zitbanken in schuiven en bibliotheek, het plafond wordt uitgebroken, de trap wordt afgewerkt. Waar nu een tafel met monitors en een spiegel staat, komt bibliotheek, en waar nu die blauwwitte vuilbak staat, aar zal het einde zijn van een bureau. En tegen de achterwand aldaar komen ook kasten en bibliotheek.
Reacties
8 reacties op “L’ampleur de la catastrophe”
Vooral de combinatie tapijt – R2D2 – Anna is schitterend. Veel goede moed, en troost u: het is hier weinig anders dezer dagen.
Ja jong, dat lijkt op ongeveer drie keer zoveel rommel als hier ooit gelegen heeft. Maar ‘t is u gepermitteerd, want jullie zijn met zes en wij maar met twee. 😉
Goeie moed! Het gaat wel veel voldoening geven als ge er eens door zijt.
Tiens, zaken teruggevonden:
– van waarde?
– die je al lang zocht?
– waarvan je het bestaan totaal vergeten was?
– Van waarde: neen
– Die ik al lang zocht: een paar schoenen, waarvan ik er één wist zijn maar de andere niet
– Een paar stapels notities van op d’universiteit.
En wat ga je er allemaal mee doen? eBay? Kringloopwinkel? Stort?
Moest je een van je kinderen kwijt zijn: ze zit in het achterhuis 🙂
…”een van”? Dat voetballertje onder die slaapzakken niet gezien zekerst?
Maar alle gekheid op een stokje: veel goede moed dit weekend.
Weete, Michel, wij hier ten huize zijn blij dat je dit soort foto’s post. Dan weten we dat wij tenminste niet alleen zijn in onze rommel…
Oef!
Dat gezegd zijnde: wij voelen helemaal mee met het opruimgedoe. Goeie moed en al.