Vanmiddag stonden architect, specialist-ter-zake en verbouwmens samen naar de balken te kijken in de living.
“Tja, soms vergeet een huis in de loop van de eeuwen dat het eigenlijk moest instorten”, zei de specialist.
Resultaat van de besprekingen: de verkoolde balk mag gewoon zo blijven, de half opgevreten balk zal langs buiten behandeld worden. So far, so, wel, niet good exactly, maar dan toch so far, so better than feared.
De tot pulver geworden balk was helaas wel zoals gevreesd een ander paar mouwen. En broekspijpen, en galochen, en regenmantels, en thermisch ondergoed.
De balk is helemaal kapot, zeker de onderste halve meter — dat is tot waar we kunnen voelen. Om meer te weten, gaan we een stuk kinderkamer moeten openbreken, en zien tot hoever de klopkevers hun werk gedaan hebben in de 18de en 19de eeuw, de viezerds.
Als we dat weten, kappen we de balk af tot waar het hout weer gezond genoeg is, en dan moet dat stompje weer een dragende structuur worden. De eenvoudigste oplossing zou zijn om hetzelfde te doen als bij de andere balken die kapot waren op het einde: een koppel tigen erin draaien, bekisting op het einde, en dat volkappen met epoxy:
…maar helaas: omdat die balk zodanig vlakbij de gevel van de buurvrouw staat, en dat het een onhandige hoek is, zal dat praktisch onmogelijk zijn.
Vandaar meteen doorgestoken naar plan B:
We gaan van boven een soort metalen schoen rond de onderkant van de balk schuiven, en dan vastmaken aan de zijkant (met twee platen waardoor tigen die met bouten vastgehouden worden, of zo, vemroed ik), vastmaken aan de moerbalk (ook met tigen of zo, denk ik), en dan in die schoen voor de zekerheid nog eens epoxy gieten in de ruimte tussen onderkant van de balk en de rest van de metalen schoen (dat paars op de afbeelding hierboven).
Kostprijs geen idee, timing: het werk zelf zou niet zo ingewikkeld moeten zijn, maar er moet wel een smid gevonden worden om zo’n ding te maken.
En dan, omdat een bezoek van een specialist toch best gevierd wordt met een béétje verrassing, stonden ze plots allemaal te morrelen aan een aantal balken in de hoek van de living aan de straatkant:
Pulk (schtrsch, een handvol houtstof), pulk (dretsh, een halve emmer houtstof), pulk (krunk, een stuk balk). Kijkt naar andere kant: “allez, die balk zit hier helemaal los”. Wat later: “Tiens, en dié balk, da’s gelijk maar een halve balk”. Blik naar architect. Architect blik naar specialist. “Ha ja.”
Lang verhaal kort: een rotte balk in de zijgevel, maar die gaan we zo laten zitten, en nóg een rotte balk in de voorgevel, die echt wel moet vervangen worden.
Dingen die we alleen maar gevonden hebben omdat we het pleisterwerk rond de ramen weggedaan hebben. Voor hetzelfde geld hadden we dat niet gedaan, en zaten we later met de gebakken peren.
Daar kunnen we ons nog aan optrekken, vermoed ik, dat we later geen verrassingen meer zullen hebben.
(Behalve, voeg ik er in mijn hoofd aan toe, dat we nog het hele dak moeten herleggen, de achtergevel moeten uitbreken en een glasuitbouw zetten op het gelijkvloers, overal nieuwe vensters en een nieuwe voordeur moeten steken en zowel voor- als achtergevel helemaal moeten restaureren, maar geef nu toe: hoeveel kan daar eigenlijk allemaal mee mis gaan?)
Aan de wat meer positieve kant: het ziet ernaar uit dat er een oplossing is voor het probleem-trap. De leuning ligt moeilijk, de vorm is lastig, de vloer werkt niet mee, de muren hebben een vreemde vorm, er staan (steun)balken waar men een gewone muur zou verwachten, enfin, vervelend.
Er waren vroeger plannen om achter de trap en aan de zijkant ervan ook bibliotheekkasten te steken, en dan een soort luik om op de trapopening te kunnen lopen, maar uiteindelijk is dat allemaal afgevoerd wegens te duur en vooral te onrealistisch.
En dus ziet het er nu zo uit:
Die reling, dat wordt een stevig muurtje, die inham daar vanachter, misschien steken we daar een spiegel of iets anders, die balkjes worden nog mooi uitgewerkt, de balken bovenaan ook, en tegen het muurtje komt een bureaublad.
Waardoor er iemand een beetje computerwerk kan doen en toch nog in contact stan met de rest van de living:
Het derde weekend in, het hele huis onder het bouwstof, en –kak nog aan toe– wéér een weekend dat er elke dag moet weggegaan worden.
Volgende week komen de mannen drie dagen werken, en dan is er een lang weekend, waarschijnlijk om vanalles over en weer te zeulen.
Gnn.
Reacties
5 reacties op “De balken: het verdict”
Van die pulverbalken, dat is echt vieze dinges. Goede moed, zou ik zeggen. De trap vind ik mooi!
Wat bedoel je precies met “die balkjes worden nog mooi uitgewerkt”? Heb je het dan over het plafond? Laten jullie het zo, of komt er weer een (ik durf het bijna niet meer te schrijven) vals plafond tegen, zoals het was? Ben benieuwd omdat onze woonkamer ook zo’n naakt plafond met balkjes heeft, en het bij jullie blijkbaar vroeger anders was.
Er was een wit plafond tegen de kinderbalkjes, en dat wordt het weer.
Van alles balken blijven alleen de dikke moerbalken zichtbaar, al de rest zal wit zijn. Aan het einde van de trap, die twee balkjes die daar het plafond staan tegen te houden: die worden ook een soort wit pilaartje, ingewerkt in de muur alsof het daar altijd al gestaan heeft.
Serieus, ik zou schrik hebben om ‘s avonds thuis te komen en de nieuwe lijken in huis te tellen.
Dat dat daar maar rap terug ‘veilig’ is! Ik duim voor een respectabele prijs en tijdsbesteding om dat deftig op te lossen.
Ah, *die* balkjes 🙂 Nee: goede moed, en dat het moge vooruitgaan. Het wordt vast en zeker mooi.
Vrees dat Layerwise momenteel nog te duur is om een smit te vervangen. Succes nog!