Hoera, ’t is weer van dat: zoeken en ploeteren in parochieregisters. In parochieregisters in de buurt van Aalter, Ursel, Bellem, Zomergem, Knesselare, met generaties De Vliegers en De Loofs en Sierensen: tientallen! van! die! mensen! per! generatie!
Ik was eigenlijk eerst niet van plan om al die mensen op te zoeken, maar als mijn enige aanknopingspunt naar een voorouder dit is:
…waar ik door weet dat ik een Joannes De Vlieger nodig heb, de vader van Petronella De Vlieger — en dat er in bloederige Ursel alleen al zés Jan De Vliegers geboren zijn die qua leeftijd min of meer in aanmerking zouden kunnen komen voor het ouderschap, dan zit er niet veel anders op dan alle De Vliegers af te gaan in een periode van pakweg 100 jaar, en te zien wie wie is.
Soms valt dat dan mee, om te lezen, zoals deze (“baptisavi Petronillam De Vlieger, filiaml Joannis et Petronillae De Moll”):
Maar soms heb ik er geen echt idee van, zoals deze:
Ja, “baptisavi Martinum De Vlieger”, maar dan? Zoon van wie? Laurentius? Livinus? I dunno. En de moeder: Elisabetha Van iets?
Aargh. En cursus paleografie zou een gemak zijn, denk ik — alhoewel: soms zijn het zó vuile pitoes dat het voor om het even wie onleesbaar wordt, vrees ik. Serieus, kijk deze, die uitgerekend een De Vlieger waar ik naar op zoek was “vergeten” was, en ze dan maar tussen twee andere dopen gepropt heeft:
Petronilla De Vlieger, zo ver zijn we nog mee, maar ge wilt niet weten hoeveel ontcijferwerk er aan te pas kwam om uiteindelijk door te hebben dat haar ouders Paulus (De Vlieger) en Martina Vanden Berghe waren. Pfff.
Reacties
3 reacties op “Fishing expedition”
Oh paleografie. Waar is de tijd dat ik dat redelijk goed kon (de tijd van mijn thesis). Alleen kan ik wel geen Latijn.
Maar wat betreft die tweede foto, ben je zeker dat het een De Vlieger betreft? Want ik zie dat er toch niet in (en hoe meer ik ernaar kijk, hoe minder ik het erin zie) – lijkt me eerder iets als De Veyne. De naam van de moeder zou ik op het eerste gezicht denken dat het Elisabethe (ipv Elisabetha) Van Loo is (maar ben niet helemaal zeker van die Loo)
2e foto is nog redelijk duidelijk, vind ik: Laurent(ius) (geschreven met een kuip-r en een puntje op de u om aan te geven dat het geen n is) en Elisabethe Van Sa (//volgende regel//) sschen (met lange ss-en).
een cursus paleografie kan wel degelijk helpen, ’t heeft veel te maken met ductus en weten dat letters er soms heel anders uitzagen. en gokken ook, want spelling was toen gewoon nog heel vloeibaar…
Van Ursel zijnd, geboren alsmede getogen, is de dorpse ‘bloederigheid’ me in deze paleografische context vreemd. Allicht zal dat in eerdere berichten wel verduidelijkt zijn.
Werner