ProximaEen kat in een zak. Een kat in een verdomde zak. Kijk, dit is de blurb van het boek:

The very far future: The Galaxy is a drifting wreck of black holes, neutron stars, chill white dwarfs. The age of star formation is long past. Yet there is life here, feeding off the energies of the stellar remnants, and there is mind, a tremendous Galaxy-spanning intelligence each of whose thoughts lasts a hundred thousand years. And this mind cradles memories of a long-gone age when a more compact universe was full of light…The 27th century: Proxima Centauri, an undistinguished red dwarf star, is the nearest star to our sun – and (in this fiction), the nearest to host a world, Proxima IV, habitable by humans. But Proxima IV is unlike Earth in many ways. Huddling close to the warmth, orbiting in weeks, it keeps one face to its parent star at all times. The ‘substellar point’, with the star forever overhead, is a blasted desert, and the ‘antistellar point’ on the far side is under an ice cap in perpetual darkness. How would it be to live on such a world? Needle ships fall from Proxima IV’s sky. Yuri Jones, with 1000 others, is about to find out…PROXIMA tells the amazing tale of how we colonise a harsh new eden, and the secret we find there that will change our role in the Universe for ever.

Sounds pretty good, right? Stephen Baxter schrijft regelmatig wel eens een goed boek ook, dus ik dacht: kopen, en lezen, die handel. Ik dacht dat een hele tijd geleden, en tegen dat ik aan het boek geraakte was ik al lang de blurb hierboven vergeten, en was het bij “colonisatie van Proxima Centauri” gebleven.

Maar goed ook, want zelfs de naam van het personage is fout in de blurb: het is Yuri Eden. En alhoewel zowat alle elementen van de blurb terugkomen in het boek, ligt het accent helemaal anders.

Dat van die “tremendous Galaxy-spanning intelligence” komt maar heel even voor, heel cryptisch, in dacht ik één hoofdstukje van een paar paragrafen en dan nog hier en daar een kleine hints. Het grootste deel van de aktie speelt zich rond twee personages en twee plaatsen af. Yuri Eden (niet zijn echte naam) is een man van lang geleden, die 80 jaar ingevroren werd door zijn ouders en wakker werd in een radikaal veranderde politieke context: de “Age of Heroics” was voorbij, en in plaats van grote dure projecten te doen om te proberen allerlei zaken te veranderen of tegen te houden (de overhitting van de planeet met grote zonneschermen in de ruimte, bijvoorbeeld), wordt de tering naar de nering gezet en is er een soort status quo tussen VN aan de ene kant en China aan de andere.

De VN heeft het grootste deel van de Aarde, de maan, Venus en Mercurius, en China heeft een stuk Aarde en Mars en alles daar voorbij. China heeft duidelijk het overwicht dus — tot er op Mercurius een mysterieuze energiebron gevonden wordt, “kernels” die lijken mini-wormgaten te zijn die energie afgeven als ze op de juiste manier bestraald worden.

Op Mercurius woont Stef Kalinski, tweede hoofdpersonage. Zij is getuige van het vertrek van een schip naar Proxima Centauri, met aan boord Yuri Eden en een zootje van een paar tiental misdadigers en andere ongewensten, die op Proxima Centauri c gedumpt gaan worden om er een reeks kolonies te bouwen.

Daar had ik het al meteen lastig mee: akkoord dat het een parallel is met Australië en zo van lang geleden, maar waarom in ‘s hemelsnaam zou men de hoop van de mensheid, op de lange termijn, in handen leggen van een groep om allerlei verschillende redenen veroordeelde mensen? Die dan nog eens nul motivatie hebben, behalve “in leven blijven”?

Het resultaat is niet moeilijk te raden: de kolonisten worden in kleine groepjes gedumpt op verschillende zeer ver van elkaar verwijderde plaatsen op de nieuwe planeet, en alvast in de groep waar Yuri in zit, loopt het zeer snel zeer verkeerd. We volgen uitgebreid en in detail hoe ze hun wereld verkennen, wat ze leren, hoe het met de interpersoonlijke relaties zit (iedereen behalve Yuri zelf sneert voortdurend naar elkaar, zeer teleurstellend), en hoe ze uiteindelijk tot een min of meer stabiele situatie komen. Dan zijn we tién jaar later.

Oh ja, en dit was eigenlijk de derde expeditie naar Proxima Centauri: de eerste was een traditionele expeditie met één mens en een schip vol embryo’s (presumed lost) en de tweede was een soort Von Neumannachtige AI (Angelia, gebouwd door de vader van Stef Kalinski, presumed lost).

Ondertussen in het zonnestelsel ontstaan er steeds meer strubbelingen tussen de VN en China, die ook willen meegenieten van die kernels, en ontdekken mensen op Mercurius een soort luik in de grond. Onder de grond, miljarden jaar oud, en met een afdruk van menselijke handen erop. Stef legt er haar handen op, en hey presto! plots heeft ze een tweelingzus bij, en behalve Stef is er niemand die beseft dat die tweeling er niét altijd geweest is.

Daar zitten we denk ik aan ongeveer een derde van het boek, en wordt het allemaal intrigerend: er zijn aliens, er is iets dat luiken in de wereld plaatst, er wordt aan manipulatie van de realiteit gedaan, de robot die de kolonisten kregen om ze te voorzien van voedsel en recyclage blijkt bewustzijn en intelligente te hebben, we leren dat er drie massieve AI’s op Aarde zijn, minstens één van die (presumed lost)s zijn niet lost (presumably): fijn, dus.

…en dan lost het boek de verwachtingen niet echt in. Plots schiet de tijd tien jaar vooruit, en nog eens twintig, en dan besluiten een aantal mensen om een reis te maken en wordt die reis van meer dan twee jaar op een hoofdstuk afgewerkt: bijzonder oneven, allemaal.

En op Aarde gaat het allemaal ook in stroomversnellingen, en gebeuren er verschrikkelijke dingen zonder dat het echt zeer belangrijk aanvoelt (al is het dat wel, in het verhaal), en voor we het weten is het het (bijna karikaturaal Doctor Who-achtige) einde van het boek, en besef ik plots zeer hard: damned, dit was deel één, en ik ga het vervolg moeten lezen.

Nee, een kat in een zak dus. En ik ga het vervolg wel lezen, natuurlijk, maar ik ben niét content.

[van op Boeggn]



Reacties

Eén reactie op “Gelezen: Proxima”

  1. Ik vind dat altijd verschrikkelijk teleurstellend, een boek dat niet super is of niet voldoet aan de verwachtingen!