Ik heb het moeilijk met dingen los te laten. Maar als het dan eenmaal besloten is, dan laat ik ook helemaal los, meestal zonder veel omkijken en meestal ook met achteraf niet bijzonder veel “had ik maar” en “was ik maar”.
Het is gewoon: zo ver raken dat ik los laat, dat is niet zo evident.
Er zijn niet veel dingen die ik tegen mijn goesting deed, die ik nog doe tegenwoordig. Mijn werk doe ik niet tegen mijn goesting, dat scheelt dus al veel: het is al lang geleden dat ik nog werk heb gedaan dat écht tegen mijn goesting is — meer dan tien jaar geleden, schat ik zo.
Hier en daar zijn er wel nog zaken waar ik, telkens ze langskomen, mijzelf voorneem: serieus, ik ben dat zó beu, één dezer is het de laatste keer. Maar dan doe ik het toch, al vervloek ik mezelf en de wereld.
Het is een gevecht: stoppen met alles dat ik tegen mijn goesting doe, dat kan niet goed zijn, zeker? Met echt álles?