Ah, Neal Stephenson. “Lange lange boeken met ingewikkelde ingewikkelde plots”, zo zit die mens in mijn hoofd. De schuld van Cryptonomicon, The Baroque Cycle en (vooral) Anathem.
Zijn eerste werken, helemaal in de sfeer van cyberpunk (ah, the memories), had ik gelezen toen ze uitkwamen, en Cryptonomicon ook en de drie boeken van de Baroque Cycle ook, maar door door Anathem ben ik niet geraakt. En ik besefte heel lang niet dat de mens van Snow Crash dezelfde mens van System of the World was, zo verschillend vind ik ze geschreven. Net zoals ik het wel ergens intellectueel kan bevatten dat Stephenson de mens van Mongoliad is, maar het niet echt helemaal visceraal besefte.
Het was dan ook met een zekere “ahem ik vraag me af waar ik me deze keer aan kan verwachten” dat ik aan Seveneves begon. Want ah ja, naar goede gewoonte had ik geen korte inhoud, reviews of opinies gelezen.
Bijkt: ‘t is het einde van de wereld, en wat er daarna gebeurt. Net op een mystieke manier of zo (alhoewel, misschien, zei hij ‘spoiler alert’ knipogend), maar op een zo realistisch mogelijke harde SF-manier.
Er vliegt iets in de Maan — een zwart gat, iets anders, maakt niet uit: het gevolg is dat de Maan in zeven grote stukken uiteen barst, en dat zeer snel duidelijk wordt dat de hele mensheid niet zo lang meer heeft. De brokstukken botsen namelijk tegen mekaar, vallen daarbij uiteen in kleinere stukken, die ook tegen mekaar botsen en lang verhaal kort: zeer binnenkort zal er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een situatie ontstaan waarbij er zoveel brokstukken zijn dat het onvermijdelijk is dat er ergens binnen een jaar of twee een kettingsreactie komt waarbij een groot deel van die kleine en grote brokstukken op de Aarde gaan neerregenen, en dat het geen week duurt of de hele aardoppervlakte staat in brand, de zeeën verdampen, einde van dit hoofdstuk leven op Aarde.
Twee jaar om een noodplan uit te werken, met technologie die niet zeer veel verder staat dan wij op dit moment.
Volgen spannende avonturen in probleemoplossen, pragmatiek en politiek. In ruwweg twee helften van gelijke grootte: de race naar de ruimte om zoveel mogelijk mensen te redden, en dan wat er tijdens de cruciale eerste jaren gebeurt met die mensen in de ruimte. En om het helemaal af te maken: ergens dik voorbij de helft van het boek begint een hoofdstuk met het equivalent van “…en vijfduizend jaar later…”.
Wat u dus eigenlijk twee boeken in één geeft: een apocalyptisch verhaal en een genesis-achtig verhaal. Het eerste heeft niet zo heel veel happy ends, het tweede is wat utopischer en open van einde.
Geen groots of fantastisch boek, daarvoor vind ik de genetische woo-woo in het tweede deel té veel woo-woo, en zoals (helaas) vaak bij Stephenson is het idee gelijk veel beter dan hoe het uiteindelijk allemaal afloopt. Maar geen verkeerd boek, hoegenaamd niet. Content het gelezen te hebben. En voor wie bang was van Stephenson na zijn moeilijke boeken: Seveneves leest als een (ruimte)trein.