De grootste verdienste van Charles Palliser’s debuut is dat het niet alleen vlot leesbaar, maar bij momenten ontroerend en altijd spannend is.
Dat is niet zo evident als een mens zou kunnen verwachten, want het is ook een meticuleus geconstrueerd boek. Een korte uitleg. Een quincunx is iets dat er uitziet als de vijf op een dobbelsteen: vier punten in de hoeken en één punt in het midden.
In het boek The Quincunx gaat het over vijf families: de Huffams, de Mompessons, de Clothiers, de Palphramonds, en de Maliphants. De vijf families zijn al generaties met elkaar verbonden, maar hoe precies wordt pas geleidelijk duidelijk. Elke familie heeft in haar familiewapen een quincunx van rozen zitten: telkens vijf keer vier rozenblaadjes en in het midden een knop, in variaties met wit, zwart en rood — elk wapen is dus een quincunx van quincunxen.
Het werk bestaat uit vijf delen (één voor elke familie), met telkens vijf boeken, met telkens vijf hoofdstukken — 125 hoofdstukken, een quincunx van quincunxen van quincunxen dus. Aan het begin van elk deel staat het familiewapen van de familie, en aan het begin van elk boek staat één van de vijf rozen van het wapen, en — hou u vast — elk van de vijf hoofdstukken van elk boek is geschreven door een andere verteller naar gelang de kleur van het blaadje of de knop: de meerderheid van de hoofdstukken komen overeen met witte bladeren of knoppen en zijn van de hand het hoofdpersonage, maar elk rood en zwart element wordt verteld door zijn eigen verteller.
Oh, en in de hoofdstukken van het hoofdpersonage komen door middel van lange monologen vijf vertellers aan het woord naast het hoofdpersonage. Het klinkt onnoemelijk ingewikkeld, maar het is nog niet gedaan: één van die vijf is de moeder van het hoofdpersonage, en haar stuk staat in het midden van het middenste, in de vorm van een stuk dagboek dat (inderdaad) opnieuw in vijf onderdelen is gesplitst, met een mysterieus ontbrekend midden. Oh, en allerlei personages zijn eigenlijk ook vijf vermomd: Fortisquince, Quigg, Quilliam, de bankiers Quintard (& Mimpriss): quinque (vijf in het latijn), Sancious klinkt als cinq (vijf in het Frans), Pentecost is penta (vijf in het Grieks), Umphraville en Phumphred klinkt als fünf (vijf in het Duits).
Zot!
Maar trek u dat vooral allemaal niet zo hard aan: op het allereerste niveau leest het als een bijzonder spannende Dickens. Met een jongen die niet weet wie zijn vader is, die bij zijn moeder leeft ergens op de buiten, verborgen voor een mysterieuze vijand, die dan uiteindelijk moet vluchten, in armoede verzeilt, avonturen beleeft bij een dievenbende, etc., etc.
Dat het eigenlijk een nauwkeurig opgebouwde parodie van Victoriaanse fictie is, dat het meer met De Naam van de Roos en The French Lieutenant’s Woman te maken heeft dan met Great Expectations, da’s dan voor het herlezen.
Van ganser harte aangeraden. Dit was denk ik mijn derde of vierde keer sinds 1989, en binnen een paar jaar lees ik het zeker nog eens.
Reacties
2 reacties op “Gelezen: The Quincunx”
Ik heb dit boek indertijd gelezen (in het Nederlands) en ik herinner me hier geen kneet van. Misschien eens herlezen (in het Engels) eens ik Strange & Norrell uit heb.
[…] bij The Quincunx zit er iets figuurlijk in het centrum van het verhaal en letterlijk in het het boek zelf: The […]