Er is sinds een tijdje iemand bij De Standaard vrijgesteld om regelmatig iets te doen in het dossier ‘Het Perfecte Kind’. Het uitgangspunt, zoals ik het online lees:
Perfectie is het minimum dat veel ouders nastreven tijdens de opvoeding van hun kinderen. Is dit nog realistisch of jagen ze een droom na? Bestaat er zoiets als het perfecte kind? Hebben kinderen dan niet het recht om een steek te laten vallen? Correspondente Veerle Beel stelt de komende maanden het beeld van het perfecte kind bij en maakt van u voortaan de perfecte ouder.
Mijn eerste reflex als ik zo enorm veel vraagtekens na elkaar zie, is daar meteen op te willen antwoorden.
- “Perfectie is het minimum dat veel ouders nastreven tijdens de opvoeding van hun kinderen.” – euh, neen? Gelukkige kinderen, die hun potentieel kunnen verwezenlijken, lijkt dat niet meer wat er nagestreefd wordt?
- “Is dit nog realistisch of jagen ze een droom na?” — euh neen, en euh ja, respectievelijk.
- “Bestaat er zoiets als het perfecte kind?” — euh neen.
- “Hebben kinderen dan niet het recht om een steek te laten vallen?” — euh toch wel. En wie heeft u verplicht om al die stromannen in mekaar te steken, eigenlijk?
- “Correspondente Veerle Beel stelt de komende maanden het beeld van het perfecte kind bij en maakt van u voortaan de perfecte ouder.” — Zoals koning Arthur zei in The Once and Future King: “If people reach perfection they vanish, you know”. Serieus, wat is dat met al die perfectie?
Maar goed. Ik heb zo’n resem kinderen lopen, ik geef grif toe dat ik bij onze eerste ook heel de afdeling Parenting and Children van Amazon leegekocht heb, en ik hoor altijd graag ervaringen van andere mensen — leve Supernanny en haar wijze lessen, om zo maar één ding te zeggen — dus hopla, clicketyclick.
Het artikel van vandaag ging over kinderen en groenten eten. Dat ze er blijkbaar te weinig zouden eten, vermoed ik dan, en dat de mensen van De Standaard ons gaan leren hoe we kinderen meer groenten in hun kop doen steken:
Veel jonge kinderen zijn moeilijke eters. Hoe daarmee omgaan? Je kan beklemtonen dat groenten gezond zijn, maar daarom lusten ze hun spruitjes nog niet. Dwang helpt niet, keuze geven misschien wel…
Ik was teleurgesteld. Eén minuut 28 seconden, en dat was het. De professor vertelde dat een aantal kinderen in drie groepen werden onderverdeeld. Groep A mocht zowel courgetten als boontjes eten, groep B mocht kiezen tussen de twee maar mocht zeggen hoeveel, en groep C kreeg geen keuze, het was eten wat de pot schaft. Blijkt: kinderen die mogen kiezen, eten meer groenten. Conclusie: geef uw kinderen keuzen en autonomie.
Ik ga dan als ik tijd heb eens het hele uur van de masterclass bekijken, maar wat eten betreft, bij deze alvast onze gedachtengang:
- Het is normaal dat kinderen sommige dingen niet graag eten.
- Maar: ze moeten wél proeven. Al was het een koffielepel: ze moéten proeven.
- En als ze het echt niet lekker vinden, dan moeten ze het niet eten. We gaan er geen strijdpunt van maken. Choose your battles, dat ze zeggen.
- Maar: ze krijgen dan ook niets anders tussendoor, en zeker geen koek of snoep of dergelijke. Honger? Pech, er was vanmiddag nochtans genoeg eten. Kinderen hebben echt niet zo enorm veel eten nodig. Als ze eens minder eten, zullen ze er niet van doodgaan.
- En ja, natuurlijk: als we weten dat ze niet graag schorseneren in azijn eten, dan gaan we niet elke week schorseneren in azijn maken.
- Maar: zelfs al zeggen ze nu al anderhalf jaar aan een stuk dat ze niet graag spinazie lusten, dan nog moeten ze proeven. Want smaken veranderen, en wat ze vroeger niet graag aten, eten ze misschien nu plots wel graag.
Het helpt natuurlijk ook om een beetje uw best te doen bij het koken. Niet altijd hetzelfde klaarmaken, eens een kookboek openslaan, zelf ook eens iets buiten de comfortzone proberen. Of vertrouwde dingen eens anders klaarmaken. Niet iedereen eet graag platgekookte spruiten (ik wel!), maar misschien spruitjes in twee gesneden en in de pan gebakken wel? Of spruitjes met wat munt gekookt, die meteen een andere geur hebben?
En er in ieder geval echt geen drama van maken, geen loopgravenoorlog van “ge gaat dat eten” “nee!” “ja!” “nee!” “awel dan zet ik u in het kolenkot tot ge het opeet en vanavond krijgt ge het weer!” — dat lost de zaken zelden op (sprak hij uit ervaring, de keren dat op school de hele middag met een bord koude ajuin- of erwtensoep voor mij gezeten heb, ge wilt het niet weten.)
Het ideaal is om er vanaf zeer jong werk van te maken, maar het goede nieuws is dat het nooit te laat is: geen drama’s maken, altijd proeven, en blijven proberen, dat werkt op den duur bij ieder kind. Ik begrijp de mensen niet (en het zijn er enorm veel, als ik zo rond mij kijk) die met een uitgestreken gezicht dingen kunnen zeggen “oh maar onze Kenji eet niet graag kaas” of “ja maar Mereltje eet alleen graag choco op haar boterham” of “gho ja onze Ruben gaat niet mee eten met ons, geef hem maar een portie spaghetti” of zelfs maar “pas op Jorisken is een zeer moeilijke eter hoor”.
Haal uw woordenboek boven en zoek op: self-fulfilling prophecy. Zeg lang genoeg dat uw kinderen moeilijke eters zijn, en ze worden moeilijke eters. Natuurlijk zijn kinderen bang van wat ze niet kennen, dat is normaal. Maar kinderen alleen maar de dingen geven die ze graag eten, dat is niet de oplossing. Want kinderen zijn ook van nature nieuwsgierig, en alsmaar toegeven aan die angst voor het onbekende (al was het wat eten en drinken betreft), is kinderen een onrecht aandoen.
Reacties
6 reacties op “Hoe laat je je kinderen groenten eten?”
Helemaal mee eens. Hier net dezelfde principes en we wijken er niet vanaf, tenzij ze ziek zijn.
Ik stoor me een ongeluk aan al die ouders die als we aan tafel gaan, al meteen beginnen met hun kinderen te verontschuldigen: ‘ja, hij eet niet graag tomaten / venkel / wortelen / aardappelen / brood / kaas / pannenkoeken / sla / kroketten / alles met appel in / groen eten / boter / warm eten / rozijnen, we hebben alles geprobeerd maar hij kokhalst dan zelfs!’ Nou, dat ‘we hebben alles geprobeerd’ blijkt in de praktijk nogal mee te vallen, want dat waren vaak ook de ouders die toen hun kinderen twee waren oordeelden dat ze net zo goed fruit in de plaats van groenten konden eten ‘want die bevatten toch ook vitaminen’. Of dat waren de ouders die aparte potjes kookten waar dan enkel de dingen in zaten waar kinderen niet spontaan een gezicht bij trokken. (Dus: koekjes, bananen en peer.) O wee, we zouden ze toch maar eens met een groente-trauma moeten opzadelen.
Mijn zoon heeft ook zo’n anti-groente-fase gehad uiteraard. HIj kreeg ze elke dag te eten. Ik bepaalde hoeveel. HIj is erover geraakt, eet nog altijd niet graag spruitjes en witloof en hij mag dat zeggen ook, maar daarna is het eten geblazen. Kleine porties als het iets is dat hij niet graag eet, en dat lukt zonder echte problemen.
Leren proeven is inderdaad het belangrijkste, samen met verstaan dat eten iets leuks is, iets waarvan er genoten kan worden. We leveren dus geen strijd, en daarom zijn heldere principes zo cruciaal. Als je niet afwijkt, is er ook geen discussie meer over.
Misschien vreemd dat ik dit schrijf, want ik heb zelf een bloedhekel aan vlees. Ik krijg het absoluut niet binnen. Nochtans at ik het wel als kind. Rond mijn twaalfde is mijn afkeer begonnen. Het duurde tot mijn vijftiende voor ik vlees van mijn menu mocht halen van mijn ouders.
Hoe combineer je dat moeten proeven met geen dwang uitoefenen? Ons M (2.5j) lust eigenlijk alles maar ze denkt van niet. Vaak als we haar zo ver krijgen om 1 hap groenten te doen eet ze de rest van de portie met veel smaak op. ‘t Is alleen die eerste hap die zo ongelofelijk moeilijk er in te krijgen is zonder te dwingen (like, actual forcefeeding) of enorm veel omkoperij (een yoghurtje én een koek! voor 1 hapje broccoli! komaan, je lust dat!). Tips?
Waarom zou dwang verkeerd zijn? 🙂
Gewoon: 1 hap en dan mag de rest, dat is de afspraak.
Geen hap? Okay, geen probleem. Dan ook geen rest. ‘t Zal honger zijn. 😀
En wat met (verbaal) vermommen? Wij eten hier olaf-rijst (schorseneren-risotto, waar je sneeuwmannen mee kan maken), zeilboten (gevulde courgette), kabouterkolen (spruiten), kastelen (stoemp, kan je heerlijk mee boetseren) of kak-met-bonen (chili con carne). Dan willen ze zelfs een tweede portie. Wel allemaal jonger dan 10 jaar.
Wat zou daar verkeerd aan zijn? Leren wennen aan smaken kan ook als het ding een andere naam heeft, neen? 🙂
[…] weet het, ik moet hem alles voorzetten. Van asperges tot schorseneren met lever en spruitjes met varkenspoten, en niet enkel naar zijn […]