Ik probeer bij zoveel mogelijk mensen van de zelfs verre familie foto’s te zetten of andere afbeeldingen. Waar geen foto’s te krijgen zijn, zet ik de handtekeningen die ze onder eventuele akten hebben gezet. Het zijn geen foto’s, maar soms is het bijna nog ontroerender.
Een handtekening die alsmaar minder goed wordt in de loop van de jaren bijvoorbeeld, of net omgekeerd.
Zoals deze, van Marie Speliers — da’s de, even nakijken, vrouw van mijn betovergrootoom (de vrouw van de broer van de vader van de moeder van de vader van mijn moeder). Ze is in 1834 geboren in Oordegem, een gat ergens tussen de gaten Lede, Oosterzele en Wetteren. Haar ouders konden allebei niet schrijven en haar vader stierf toen ze elf was. Zij werd later ergens dienstmeid. Ze had naar Gent kunnen trekken, maar Aalst was net iets dichterbij, of misschien kende ze daar mensen, lang verhaal kort: als ze zeventwintig is, trouwt ze met Georges Roelandt, een kleermaker uit een grote familie van allemaal kleermakers, schoenmakers en slagers.
En kijk eens hoe ze haar huwelijksakte ondertekent:
In kleine letters ‘G. Roelandt’, de bruidegom. In al wat beverige letters de ouders van de bruidegom, Jozef Marin Roelandt en Isabella Streelens, die in de zestig zijn (Isabella sterft een half jaar later, Jozef wordt 85 jaar oud). In vloeiende letters Alexander Roelandt, de broer van de bruidegom. “De moeder der bruyd heeft verklaerd niet te kunnen schrijven”, als enige van alle aanwezigen.
En dan in hanepoten, met een lekkende en krassende pen, een tweede voornaam die gelijk niet helemaal klopt en een S die de eerste keer mislukt: mariaconstance Speliers. Hoe zou ze zich gevoeld hebben, op dat moment? Beschaamd dat ze er zo’n rommel van maakt? Of juist fier dat haar gelukt is? Ik weet het niet, maar in mijn hoofd: fier. In 1861 is ze nog dienstmeid, maar in 1873 is winkelierster — in mijn hoofd heeft ze zich helemaal opgewerkt uit het quasi-analfabetisme. Neen, wetenschappelijk verantwoord is het niet, maar niemand gaat mij zeggen wat ik wel en niet mag doen in mijn hoofd.
Ze krijgen vijf kinderen — Alexander, Remy, Marie, Louise en Hélène — en Marie sterft in 1927, omringd door stapels familie. Mijn grootvader moet ze manifest nog gekend hebben, want hij had haar doodsbrief liggen:
En meer dan dat weet ik er niet over. Nog iemand die in de nevelen der tijd verdwenen is. Maar die voor eeuwig en één dag dat meisje van 27 zal zijn dat haar naam onder een huwelijkakte schreef.
Reacties
Eén reactie op “De ontroering van kleine dingen”
Ze is niet verdwenen want je hebt er een artikel over geschreven. Dat is het mooie aan taal en aan geschiedenis.