Ik botste op één van de tientallen boekjes waar ik in de loop van mijn werkleven in geschreven heb en die ik allemaal religieus bijgehouden heb.
Dit was er eentje van midden-2008. De confidentiële dingen zijn eruit gewipt, ’t is mij om het handschrift te doen: aan de manier waarop ik schrijf kan ik direkt weten wat de omstandigheden waren. Deze bijvoorbeeld is tijdens een één op één interview, met de mens rechttegenover mij.
Een kattengeschrift, okay, maar het blijft wel min of meer leesbaar. En ik ben de mens meestal in het gezicht aan het kijken, dus ’t is half blind geschreven.
Dit is min of meer als ik notitie neem van een redelijk snelle uiteenzetting voor een hele zaal:
…en dit is van een veel trager verlopende uiteenzetting:
Als het saaie meetings zijn, dierf ik wel al eens gewoon te doen alsof ik schreef om te doen alsof ik het interessant vond. Dat kon dat gewoon nonsens zijn, maar het konden ook flarden conversatie zijn die ik zo ongeveer volledig onleesbaar ‘opschreef’ (stukken die alsnog herkenbaar waren weggepixeld):
En een graad erger dan saaie meetings: saaie meetings die zó saai waren dat ik in slaap viel.
Euh ja, het is mij meer dan eens overkomen dat ik letterlijk in slaap viel aan de vergadertafel. Ik bleef dan wel ‘notitie nemen’, maar het waren meer ritmische vingerstuiptrekkignen dan wat anders.
Ah, good times. Good times.
Tegenwoordig is bijna allemaal op de computer te doen, helaas.
Reacties
Eén reactie op “Handschriften”
ik kan het ook hebben dat ik zit te knikkebollen en te proberen niet in slaap te vallen tijdens vergaderingen en studiedagen of congressen. Ik ben een paar jaar geleden dan ook begonnen met het altijd meesleuren va een klein tekenboekje en wat kleurpotloden. Sindsdien zit ik op vergaderingen te tekenen en ben ik veel alerter met de inhoud bezig dan vroeger. En vergaderen is zo vééééél plezanter geworden.