Ik heb vandaag al mijn moed bij elkaar geraapt en ik ben de Zwarte Doos binnengestapt, het stadsarchief van Gent. (Nieuwe plaatsen, niet mijn fort.)
Niet meteen met iets specifiek in het achterhoofd, gewoon eens gaan kijken waar de parochieregisters staan, waar de microfilmmachines staan, dat soort dingen. Voor de leute toch maar eens iemand opgezocht, en ’t was al direct prijs.
Allez jong, zeg nu zelf, wat voor handschrift is dat nu:
Ik lees daar min of meer dit in:
25 martij 1727 baptizamus Reginam (iets) (iets) filiam Joannis gilet et mariae (iets) (iets) coniugam / natam hodie hora 12 (…) / suscep Judocis Martinis De (iets) (iets) margarita (iets)
Of dus iets als “op 25 maart 1727 hebben wij gedoopt Regina (iets) (iets), dochter van Joannes Gilliet en zijn vrouw Maria (iets). Geboren vandaag om 12 uur (’s nachts of ’s middags? matutina zal het wel niet zijn, maar wat wel? mane? geen idee). Peetouders Judocus Martinus De (iets) en Margerita P…”.
Grr. Jongens toch, net mijn pech dat de pastoor van dienst een kattengeschrift had — voor hetzelfde geld was het zijn collega geweest van een paar bladzijden vroeger, die een vergelijking een cursus schoonschrift kon geven:
Maar bon. ’t Is toch al dat.
Volgende keer ga ik er met een agenda naartoe, en een lijst van namen en dingen op te zoeken. En dan ben ik er wat meer in, in het lelijke geschrift van die vuile pitoes.
Reacties
5 reacties op “De meneer van de Sint-Baafsparochie is een vuile pitoe”
Misschien het vak “paleografie” gaan volgen aan de universiteit? Zal je helpen met die vuile pitoes.
Ik vrees dat er niet veel aan te doen is als de meneer van dienst er gewoon met zijn kazuifel naar smijt. Serieus, die mens had dokter moeten worden.
Is dat zwaar, “moe”? 😉
Mijn hemel, verder dan die paar cijfers die er in staan, kom ik niet…!
Ik had moeite met het kattegeschrift in de 18de eeuw tout court. Ik vermoed dat de Verlichting er voornamelijk in bestond dat de Grote Literators vooral veel tijd staken in het ontcijferen van de hanepoten in mekaars brieven. 😉