Louis had een paar dikke brieven gekregen. Die begonnen met:
Op verzoek van de procureur des Konings van de rechtbank van eerste aanleg OOST-VLAANDEREN, afdeling OUDENAARDE, woonstkiezende op zijn parket aldaar heb ik ongertekende XX gerechtsdeurwaarder DAGVAARDING gegeven aan Michel Vuijlsteke waar ik het afschrift dezer ter hand heb gesteld mij zo verklaard aan zijn zoon Louis zodat ik het afschrift voor onvangst waarvan werd getekend heb achtergelaten om te verschijnen voor de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Oudenaarde OP HET ADRES & DE REDENEN ZOALS IN DE AANGEHECHTE VORDERING VERMELD, en opdat gedaagde partijen hiervan niet onwetend zouden zijn heb ik, voor ieder van hen afzonderlijk indien nodig, afschrift van huidig exploot en de aangehechte vordering gelaten, dit alles volgens de eisen der wet.
Er zat aan elke brief telkens een tweede document vastgeniet, dat begon met:
Wij, procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, GEVEN LAST en BEVELEN aan alle daartoe bevoegde gerechtsdeurwaarders en gevangenisdirecteurs, te DAGVAARDEN om te verschijnen voor de JEUGDRECHTBANK die zitting houdt te 9700 Oudenaarde, gerechtsgebouw.
Maar serieus hoe wijs is dat niet, dat taalgebruik. “Alle daartoe bevoegde gerechtsdeurwaarders en gevangenisdirecteurs” kunnen ons dagvaarden! De procureur des Konings is woonstkiezend in Oudenaarde! Opdat gedaagde partijen niet onwetend zouden zijn! Die random hoofdletters!