Soms zijn er van die moeilijke online meetings.
Onlangs was er een waar één van de mensen aan de andere kant van de lijn niet Engels als moedertaal had. Dat is meestal het geval in meetings waar ik in zit, maar afhankelijk van de moedertaal kan het Engels, alhoewel feitelijk juist, soms zeer ahem idiosyncratisch van uitspraak zijn. Combineer dat dan met een slechte verbinding, en met (vermoed ik) iemand die een pullover aan had gedaan maar die dan over zijn hoofd had getrokken, en voor de zekerheid zijn microfoon in een kom pannenkoekendeeg gelegd had: moeilijk.
Het hielp ook niet dat het onderwerp redelijk technisch was, en in de grond ging over een toepassing ontworpen voor een 4K-scherm, maar die dan geschaald getoond werd via VNC op een computer met de resolutie van een patat. Ik zat daar dan, met mijn eigen 4K-scherm, te kijken naar een geschaald, hakkelig, onleesbaar beeld en te luisteren naar een nauwelijks reconstrueerbare stem.
Meer dan twee uur aan een stuk.
In de tweede helft van de vergadering was er wel debat, en dat verlichtte het een beetje. En uiteindelijk was het wel nuttig. Maar: zeer, zeer vermoeiend.
Om halftwaalf had ik al het gevoel dat ik een volledige dag gewerkt had.