Ha, ‘t is moeilijk iets te zeggen zonder het eerste deel te spoileren.

Drie hoofdkarakters: Nahri, weeskind uit Caïro dat blijkt allerlei krachten te hebben, Alizaydi al Qahtani (Ali), jongste zoon van de heerser van Daevabad, en Darayavahoush (Dara), enorm machtige djinn met een duister verleden als oorlogsmisdadiger.

Het tweede boek speelt zich vijf jaar na het eerste boek af. Dara is op het einde van het eerste boek gestorven, maar in een wereld waar de personages allemaal magische djinni zijn is zoiets uiteraard niet noodzakelijk definitief.

Ali is verbannen en bouwt een nieuwe leven op, Nahri is uitgehuwelijkt en probeert ook een leven op te bouwen.

Buiten Daevabad worden snode plannen gesmeed om de gevestigde orde, waar de Qahtani baas zijn, omver te werpen en de Daeva hun vroegere macht terug te geven. En wat dan gebeurt met de shafit (half-mens, half-djinn, veruit de grootste bevolkingsgroep in Daevabad), kan hen niet veel schelen.

Het is natuurlijk fantasy, maar het is moeilijk om geen vergelijkingen te trekken met de Echte Wereld, waar gebeurtenissen van eeuwen geleden nog altijd spelen, en waar het op elk moment kan ontploffen in pakweg het Midden-Oosten.

Politiek en magie, stammentwist en onderdrukking, familie en geschiedenis: ‘t zijn interessante combinaties.

Beter dan het eerste deel. Benieuwd hoe het afloopt.

Één reactie op “The Daevabad Trilogy 2: The Kingdom of Copper”

Reacties zijn gesloten.