Daniel “Skippy” Juster gaat in het eerste hoofdstuk dood. Hij stuikt in mekaar in een donutwinkel en overlijdt. Het laatste dat hij doet terwijl hij sterft, is een donut fijnknijpen en met de frambozensiroop die erin zat TELL LORI op de vloer schrijven. Hij was veertien en was een intern op Seabrook College, een katholieke school in Dublin.
De eerste driekwart van het boek na dat eerste hoofdstuk vertelt wat er gebeurt vóór Skippy sterft. De school is een typische “we bestaan al sinds de 19de eeuw en we teren nog altijd op een reputatie die we eigenlijk niet meer verdienen” zoals er wellicht overal ter wereld zijn. Ze zitten ook in de overgang naar gerund worden door leken.
We maken kennis met stapels en stapels mensen. Skippy’s roommate Ruprecht heeft een obsessie met de theorieën van Hideo Tamashi stringtheorie en parallelle universums en M-theorie (Tamashi bestaat niet maar lijkt wel heel hard op Michio Kaku). Mario is geobsedeerd door seks en heeft een “lucky condom” die nog nooit gefaald heeft (in de drie jaar dat hij in zijn portefeuille zit). Carl begint dieetpillen en ritaline te dealen, maar evolueert naar harder en meer psychopatisch gedrag. Lorelei (Lori) zit op de meisjesschool naast Seabrook. Skippy wordt op afstand op haar verliefd; zij koopt aan de lopende band pillen van Carl.
Howard Fallon is leraar geschiedenis. Hij heeft iets in financiën gedaan maar heeft ergens miljoenen verloren, en nog daarvóór is er een duister drama gebeurd dat hem zijn bijnaam “Howard the Coward” gegeven heeft. Hij is denk ik geen 35 maar zit al in een midlifecrisis, met een Amerikaanse vriendin die eigenlijk schrijver ging worden maar de kost verdient met reviews van electronica. En dan komt plots Aurelie McIntyre in beeld, een beeldschone lerares aardrijkskunde die hem bij hun eerste gesprek zegt “You know, I’m not going to sleep with you.”
Er is een doorslechte aspirant-schooldirecteur, er is een creepy Father Green (of Père Vert, zoals de leerlignen hem noemen), er is een leraarszaal vol leraars die zó uit het echte leven gestapt lijken — het is tegelijk bijna Dickensiaans en vaak pijnlijk herkenbaar allemaal, voor iemand die ook op zo’n soort school in zo’n soort situatie gezeten heeft.
Het begint –na dat ene hoofdstuk waar Skippy sterft– als een soort schelmenverhaal op school, met veel scatologische avonturen en seksueel gedoe, maar hoe verder we gaan, hoe echter het allemaal wordt. Veel miserie, vooral. Iedereen heeft zijn eigen miserie, en zit meestal zo diep in die eigen miserie dat ze niet zien wat er rond hen gebeurt.
Het laatste kwart van het boek vertelt wat er gebeurt na de dood van Skippy. Tijdens zijn leven was hij niet eens zo belangrijk, maar na zijn dood lijkt het alsof hij de sluitsteen in het hele verhaal was: alles stort in mekaar, soms op catastrofale wijze. En ja, we komen te weten waarom hij gestorven is. En hoe het leven verder gaat als alles –min of meer, in de mate van het mogelijke, zo goed en zo kwaad mogelijk– verwerkt is.
Fantastisch boek. Vijf sterren.
Reacties
2 reacties op “Skippy Dies”
Het doet me enorm veel plezier dat je het ook een goed boek vond. Ik kan er niet goed de vinger op leggen waarom, maar het sneed recht door mijn hart. Nog tips voor volwassenenboeken die je denk ik wel interessant zult vinden: “The Song of Achilles” en “Circe”, beide van Madeline Miller: klassieke hervertellingen door de ogen van nevenpersonages van resp. de Ilias en de Odyssee. Veel met focus op de liefde, maar op een goede manier. Voor non-fictie: Pulitzer-winnaar “The Emperor of All Maladies: A Biography of Cancer” van Siddhartha Mukherjee. Twee zesdes met een interesse voor geneeskunde lazen die en vonden hem net als ik erg boeiend.
Song of Achilles stond op de lijst! En de rest nu ook, waarom niet? 🙂