Twaalf trade paperbacks, met in totaal 72 issues van The Boys, en dan nog de miniseries Herogasm, Highland Laddie, en Butcher, Baker, Candlestick Maker van elk zes issues. Ik herinner mij wat het was om ze één voor één te lezen, toen ze uitkwamen, en hoe ik het opspaarde tot er een aantal waren die ik na elkaar kon lezen.
Dit was een andere beleving, het hele verhaal van begin tot einde lezen op één dag. In totaal zijn het een stuk of twintig verhalen plus die miniseries.
The Boys zijn een klandestiene groep die met CIA-steun superhelden in toom houden. In de wereld van The Boys zijn superhelden al sinds de Tweede Wereldoorlog een ding. Er zijn stapels en stapels mensen met superkrachten, maar aan de top van de piramide staan The Seven: Homelander, een soort Superman en hét gezicht van The Seven en één van de allersterkte van alle superhelden, de schimmige Black Noir die misschien de enige is die nog beter is dan Homelander, Queen Maeve, een soort Wonder Woman, A-Train, een soort Flash, The Deep, een soort Aquaman maar dan in een duikpak, Jack from Jupiter, een soort Martian Manhunter, en niewkomer Starlight.
The Boys, dat zijn Billy Butcher, een Punisher-achtig persoon (zijn vrouw is vermoord door een superheld en hij haat alles wat superheld is), Mother’s Milk, de enige van de Boys die geboren met superkrachten (hij moet wel regelmatig zogen bij zijn moeder want anders gaat hij dood), The Frenchman en the Female, die zowat de killers van de groep zijn, en kersvers lid Wee Hughie, een schot gebaseerd op Simon Pegg.
Blijkt al zeer snel dat de superhelden en dan zeker de Seven enorm veel (letterlijke) lijken in hun (metaforische) kasten hebben zitten, en dat er een ongemakkelijk evenwicht is tussen superhelden (met achter de schermen megabedrijf Vought-America) enerzijds en de The Boys (gesteund door de CIA) anderzijds. Mutually assured destruction: Homelander alleen zou alle Boys kunnen doodmaken, maar als er té erge dingen zouden gebeuren, dan wordt alle rotzooi van achter de schermen publiek gemaakt en mogen de superhelden (en Vought) het schudden.
In die context gaat het over en weer, twaalf boeken aan een stuk: van provocatie naar reactie, met voortdurende escalatie, en ook voortdurend het gevoeld dat het niét goed gaat aflopen.
Farth Ennis heeft het niet zo voor superhelden, en dat is serieus te zien aan de reeks: alles, maar dan ook alles wordt onderuit gehaald. Eén voorbeeld (kleine spoiler, van helemaal in het begin): blijkt dat Starlight, de nieuwkomer bij The Seven, eigenlijk alleen maar binnengehaald is omdat ze de meest on-Seven-achtige persoon was die ze konden vinden, en dat ze (Homelander, Black Noir, A-Train), er hun plezier in zouden kunnen hebben om te zien hoe ver ze bereid is te gaan. Op haar allereerste dag komt ze in deze situatie terecht:
Ahem ja. 🙂
Het is ultra-gewelddadig, er is veel sex en bloed en gruwelijke situaties, maar het is ook uitstekend goed.
De reeks is moeilijk los te koppelen van de tijdsgeest: het was de jaren 1990 en waar het er even op leek dat het comicsgenre serieus aan het volwassen worden was (na V for Vendetta en Watchmen en Dark Knight Retruns in de jaren 1980, de Vertigo-reeksen genre Sandman, Y: The Last Man, Preacher, Transmetropolitan etc.) — maar toen kwam 9/11 en werd het voor een heel groot stuk allemaal weer jingoïsme en Hoera Amerika.
Daarin kwam dan The Boys, eerst eventjes door DC gepublished, maar na zes nummers gecanceled en pas echt van start gegaan bij Dynamite, met niet alleen kritiek op die traditionele superhelden, maar ook en vooral bijzonder uitdrukkelijk op het militair-industrieel complex en hoe dat eigenlijk zo ongeveer alles bepaalt.
Maar hey, behalve dat: relaties en evoluerende personages! Er is de vader-zoon-achtige relatie tussen Wee Hughie en Butcher, de relatie tussen Starlight en Hugh, die in het begin niet van elkaar weten wat ze in het “echte” leven zijn, de evolutie van de relatie tussen Frenchman en Female, en de parallelle manier waarop Butcher en Homelanders verhaal elk tot zijn eigen conclusie komt. De stapels in-jokes en schoppen tegen de schenen van andere comics — het Professor X-achtige personage dat eigenlijk een verborgen pedofiel is! De epische scope! Het fijne einde!
Ik vond het goed. Niet aardschokkend enorm goed zoals pakweg Watchmen, daarvoor duurt het te lang en lijken de story arcs allemaal een beetje teveel op mekaar: met pakweg 36 issues in plaats van 72 + 18 zou het verhaal nog beter verteld kunnen geweest zijn. Maar wel goed, dus. Ik zie trouwens dat er een Omnibus-editie is ook in zes volumes, en daar is het hoofdverhaal verteld in de eerste drie. Dat volstaat.
(Oh en ook: er is uiteraard ook de serie op Amazon. Een beetje anders maar ook de moeite.)