Als het eerste deel het verhaal van vooral Simmea was, is dit vooral het verhaal van Apollo.

We zijn twintig jaar na het eerste boek, en het is opnieuw hetzelfde: er zit wel degelijk een verhaal in (Apollo wil wraak nemen en trekt er met een aantal mensen van de Stad per boot op uit), en er is wel degelijk iets van actie (in alle geval meer dan in het eerste boek), maar het is opnieuw vooral spreken met mekaar en ideeën uitwisselen en discussiëren.

Er is ook een nieuwe generatie, met onder meer de kinderen van Apollo en van Simmea, en één voor één verdwijnen de mensen van de oudere generatie. De personages die overblijven, en dan voornamelijk Apollo, moeten omgaan met het verlies van een belangrijk personage uit het eerste boek — al meteen in het begin van het allereerste hoofdstuk van boek twee.

De ene ideale stad is uit elkaar gevallen, met verschillende min of meer afwijkende Plato-achtige experimenten op het eiland, en, zo blijkt later, ook andere nederzettingen, gesticht door een groep die op het einde van het vorige boek het eiland hadden verlaten.

Er zijn steden die volledig (of zelfs nog méér) het voorbeeld van Plato volgen, er zijn er andere waar ze meer een Christelijke (avant la lettre, letterlijk, want we zijn in vele eeuwen vóór Christus) weg volgen, er is zelfs een stad waar ze de synthese-van-zowat-alles van Ikaros (Pico della Mirandolla) volgen.

En het eindigt op een totale paukenslag, dat het van filosofie naar 100% sciencefiction tilt.

Ik ben bijzonder benieuwd naar het derde boek, en ik verwacht alvast naast filosofen van over heel de wereldgeschiedenis en intelligente robots ook aliens tegen te komen.