Ik had deel één hiervan gekocht om een mij nog altijd onduidelijke reden. Pre-ordered ooit eens, en dan stond het plots op mijn Kindle. Dit heb ik ook ge-pre-ordered. Ik heb de redenen daarvoor wél nog staan: niet omdat ik het eerste boek uitstekend vond, of eigenlijk zelfs goed. Wel omdat ik mij afvroeg wat er zou gebeuren. En dat het wel eens had gekund dat het vervolg beter geschreven was dan het eerste boek. En omdat er ergens wel goeie concepten in zaten.
Is dit veel beter? Ik denk het niet.
Het is iets beter geschreven. Hoofdpersonage Cora heeft een “fusion bond” met een alien, ‘t is te zeggen dat ze op de een of andere manier empathisch verbonden zijn. In de maatschappij van de alien is zo’n bond voor het leven. Cora heeft een resem zaken aan de hand met haar — ongetwijfeld een paar lijnen letterwoorden en andere diagnoses, en dat wordt niet meteen geholpen door de miserie dat de alien waarmee ze verbonden is, ook al onherroepelijk kapot is in zijn hoofd. Ze is de enige vertaalster voor wat de aliens zeggen, maar het voelt absoluut niet aan alsof dat eigenlijk belangrijk is. En dan neemt ze ontslag uit die functie, en ook dat heeft weinig gevolgen. En dan komt er een nieuwe alien geland op aarde, en doen we een doorslagje van wat er in het eerste boek gebeurde. Er is ook een boyfriend die op allerlei onwaarschijnlijke manieren precies de juiste persoon op de juiste plaats is, en oh ja natuurlijk is hij Bruin en moslimachtig, en oh ja natuurlijk is hij onnoemelijk knap en slim en zo rijk als de zee diep is, en eurgh ik word er moe van, vooral omdat zijn verhaal eindig op het einde van dit boek.
Truth of the Divine leest eigenlijk vooral als één lange zaag- en klaagstonde van Cora. Aangenaam lezen? Neen, niet echt. Het begint met een voorwoord, een soort waarschuwing van de auteur aan de lezer: ik ben dat beginnen lezen maar ik heb het voor de rest overgeslagen — het gaf vooral de indruk van (1) kijk eens wat voor uitstekende schrijver ik ben en (2) pas op trigger warnings en dit boek zal heel zwaar worden.
Er is véél te zeggen over de onderwerpen waar het boek over gaat, maar het lijkt alsof Lindsay Ellis blijft steken in platitudes en expositie. En dat ze zichzelf veel te serieus neemt. De titel, Truth of the Divine, is daar een perfect voorbeeld van. Ik zou van ver noch van dicht weten waarom dit precies de titel zou moeten zijn. Het slaat op een dertien-in-een-dozijn-dingetje over “the divine” en “God” en bladiebla, dat praktisch niets met het verhaal te maken heeft.
Ik ben nog altijd benieuwd naar het vervolg van het verhaal hé, daar niet van. Maar het zou vele tientallen keren beter geweest zijn als Ellis er een degelijke schrijver had bijgenomen om haar ideeën neer te pennen. En ik ga het derde boek niet kopen. Zó benieuwd ben ik nu ook niet.
Uit nieuwsgierigheid ben ik gaan kijken naar de reviews op Goodreads, en kijk: ik ben het helemaal eens met deze review.