Feria op de Netflixen heeft als ondertitel “La luz más oscura”, en ge moogt gerust zijn: de vlag dekt de lading. Ik schat dat meer dan de helft van de 8 afleveringen van elke ongeveer een uur zó donker is dat het onbekijkbaar is in een kamer waar meer dan alleen Feria als lichtbron aanwezig is.
Maar serieus: zó enorm donker.
De Long Night-aflevering van Game of Thrones is er een reportage van een dagje Center Parks bij, in vergelijking. Van belichting hé, niet van plot. Want Feria is niet uiteraard niet zó abominabel slecht als seizoen 8. (Niets is zo slecht als seizoen 8.)
Feria begint met 23 mensen die uit een verlaten mijn stommelen en doodgaan. Naakt, met een mysterieus tatoeage-achtig litteken op hun onderbuik. En twee mensen zijn verdwenen: de vader en de moeder van de twee zussen die de hoofdrol spelen.
Het is Spaans, het zit te paard tussen 1995 en 1975 — het jaar dat Franco schielijk kwam te gaan, maar vooral: één generatie terug in de tijd, en dat de geschiedenis zich gelijk herhaalt. Er zijn vooroordelen van een klein dorp, de katholieke kerk, en o ja, gnostische dingen ook. Of duivelaanbidding onder het mom van gnostische dingen. Of omgekeerd.
Ik was niet helemaal omver geblazen. Het begint goed, maar sleept dan een aantal afleveringen te lang aan, en ik ben bang dat het niet genoeg kijkers zal hebben die het uithouden om urenlang te zitten pieren op een scherm waar bijna niets van iets anders te onderscheiden is. Naar het einde toe gaat het wel weer in stijgende lijn, en het eindigt op een cliffhanger die smeekt om een vervolg.
Ik hoop wel ergens dat er een tweede seizoen komt. Het zou fijn zijn als alles in het openbaar zou gebeuren en niet in het donker. Een beetje gelijk Midsommar.