Er is een ding dat gemaakt is een jaar of vijf geleden. Dat gaat binnenkort omgezet worden naar ergens anders. Er wordt gevraagd om er een aantal dingen aan aan te passen en toe te voegen. Mijn collega gaat spreken met de mensen die het ding gebruiken en brengt verslag uit.

Dan is er een een kort gesprek woensdag, met de vraag of we een voorstel kunnen maken. Volgende week? Euh neen, dan is er Paasvakantie — kan het tegen vrijdagmiddag?

We trekken tijd uit donderdagnamiddag om ideeën te vergaren, we hebben allerlei in ons hoofd, op den duur een heel blad vol cryptische tekeningen en gedoe.

Het was al heel de week één van die weken, we waren alletwee zeer moe, het was 17u: we zijn er mee gestopt, en we gingen dan vandaag verder werken. Het zat in ons hoofd, we wisten waar naartoe gegaan.

Vandaag dan: eerst ‘s morgens stakeholderconsultatie voor een ander project, en dan om 11u30 fris begonnen aan het tekenen voor de vergadering om 14u30. Het was wat méér dan alleen dingen toevoegen en aanpassen: het ding was vijf jaar geleden gemaakt, en ondertussen is het platform waarop het gemaakt werd al redelijk wat geëvolueerd, dus moet er wel wat conceptueel herdacht worden.

We zijn er niet helemaal geraakt, tegen de meeting. Of beter: ik dacht dat we er wel geraakt waren, en we hebben wel allerlei dingen opgelost die we moesten oplossen — maar de oplossing van het probleem dat de mensen zelf hadden en waar ze ons voor nodig hadden, dat hadden wij voor een groot deel zelfs niet als een probleem gezien.

Ter onzer halve verdediging: het was niet perfect uitgelegd, precies omdat de mensen die het uitlegden er zelf niet echt een greep op kregen. Maar eerlijk is eerlijk: ik had het alvast niet visceraal gesnapt, die eerste meeting woensdag. Maar hoezee! Tijdens de meeting vandaag overkwam mij het schoonste dat u op werk zoals het mijne kan overkomen: het licht ging aan.

Dat gevoel van “aha, nú heb ik het door”. En van “zó past de puzzel in mekaar”. En ook van “damned, ik moet hier dringend een paar dingen neerschrijven en tekenen, dat ik het zeker niet vergeet als ik er in de loop van volgende week opnieuw naar kijk”.

We hebben er na de meeting met de mensen zelf nog een tijdje over gebabbeld om het allemaal een beetje in vorm te boksen, kwestie van iets te hebben voor volgende week. En zo kijk ik nu al uit naar het werk dinsdag.