Ik was in Oostende. We gingen het hotel binnen: man achter de balie nieuwe Belg (zeer degelijk maar duidelijk aangeleerd Nederlands, uitstekend Engels en Frans, geen van de drie schat ik zijn moedertaal). Dame in de buurt van de man achter balie: nieuwe Belg. De dag erna op café: bediening door twee denk ik jobstudenten, drie denk ik oude Belgen, en vier dacht ik nieuwe Belgen (met variërende taalkennis en Engels als lingua franca). IJssalon, iets later: nieuwe Belg achter de toog.

Het viel mij echt serieus op hoeveel mensen in de service-industrie duidelijk nog maar recent hier toegekomen zijn. Met een dubbel gevoel: enerzijds vind ik het bijzonder fijn, van diversiteit en samenwerken en hoezee voor smeltkroes van culturen en verrijking van het Belgische weefsel, maar anderzijds vraag ik mij ook af of het misschien wel is omdat het het soort jobs is dat zo weinig betaald wordt, dat alleen mensen die zelfs de kleinste kans aangrijpen, ze willen.

’t Is soms moeilijk positief te zijn. Ge kunt alleen maar hopen dat al die mensen blijven kansen krijgen en doorgroeien — en hopen dat het niet is zoals wel vaker gebeurt: dat de groep niet-meer-zo-nieuwe-Belgen zó goed geïntegreerd raakt dat ze van de weerbots de iets-nieuwere-nieuwe-Belgen als vuile profiteurs bestempelen die ons land overspoelen. Mensen die onderaan de ladder staan vinden het helaas vaak fijn dat er een nieuwe onderste trede is om op te stampen. Mensen zijn krabben in een mand die wie naar boven kruipt naar beneden trekken. Zero-sum-game histories. Bah.



Reacties

Eén reactie op “Nieuwe Belgen”

  1. De horeca heeft een grote leegloop gekend de voorbije jaren, mensen die meer zekerheid zijn gaan opzoeken en tegelijkertijd is de horeca een sector met heel laagdrempelige instapmogelijkheden, alleen niet de beste barema’s en ook veel weekend- en avondwerk