Adrian Tchaikovsky
Solaris, 2021, 144 blz.
Tijdreizen en alternatieve geschiedenis, ik had niet meer nodig. Toen ik eraan begon, had ik de indruk dat ik er ooit al eens aan begonnen was. De pagina’s vlogen voorbij en ik wachtte op het moment dat het allemaal niet mee zo vreselijk bekend zou klinken.
En dan was het boek gedaan en bleek dat ik het zeker al eens helemaal had gelezen.
Het heeft niet zoveel om het lijf, ’t is meer een kortverhaal dan een boek, maar ’t is wel grappig. Op een old-school-achtige manier: een man zit ergens in de verre toekomst, op een plaats waar tijdreizigers onvermijdelijk terechtkomen. En hij doet die dan dood, en zorgt ervoor dat in hun samenleving geen tijdreizen uitgevonden wordt: hij is zelf een veteraan van een tijdoorlog die alles heeft kapotgemaakt.
En dan komen er mensen uit de toekomst — zijn toekomst — op bezoek, die hem zeggen dat hij iets moet doen. Wat hij absoluut niet wil doen.
Volgt een onderhoudend aantal pagina’s en een einde dat, tja, een einde is.
Aangeraden voor wie ergens anderhalf uur over heeft en een boek wil lezen dat (op een goeie manier) aanvoelt alsof het in de jaren-1970 geschreven is.