Het was geen slechte avond, vanavond. We kwamen toe en we kregen een envelop met gelijk twintig lotjes omdat we vorige week een solo gescoord hebben (en dat de lotjes voor een solo, ’t is te zeggen de enige die een vraag kan beantwoorden van alle ploegen, week na week doorgeschoven worden als er geen solo is):
En dan hebben we ook nog eens degelijk gespeeld, zodat we tweede geworden zijn (lotjes!) en ook winnaar van poule 2 (lotjes!), waardoor we wéér een stapel te krabben hadden:
De buit was in totaal uiteindelijk een euro of twintig en twee gratis lotjes, ha!
Vragen waar ik zelf eigenlijk zowel verbaasd als content ben dat ik het wist: dat Galapagos het biotechbedrijf is dat uit de Bel20 verdween, dat Recife de hoofdstad van Pernambuco is, en dat dit Meute is:
En dat Bronzino de mens is die dit schilderde:
⁂
Verder ook zeer content dat toen ik thuiskwam en besefte dat ik mijn oortjes niet meer had, ik terugkeerde naar het café, mijn doosje op de grond onder de tafel vond zonder oortjes in, en uiteindelijk dan toch de twee oortjes ook teruggevonden heb.
Ik loop al denk ik heel mijn leven met een schuldgevoel rond. Zo’n knagend pulserend misselijkmakend gevoel van mijn middenrif tot mijn strottenhoofd, van dingen die ik zou moeten gedaan hebben en niet had mogen doen. Of –erger– van dingen die ik zou moeten doen en waarvan ik nu al weet dat ik ze niet zal doen en dat ik er mij dus schuldig over zal voelen dat ik ze niet gedaan heb.
“Ah doé die dingen dan toch”? Neen dus. Ik weet niet wat er mis is met mijn hoofd, en met de wachtrijen in de zorg zal het er niet van komen om het ooit te weten te komen, denk ik.
…maar eigenlijk is dat allemaal niet eens waar. De laatste redelijk wat jaren is het heel veel verbeterd, die procrastinatie en dingen.
Waar ik tegenwoordig het meest onder leid, is een soort spookschuldgevoel. Gelijk chronische pijn: zó lang mij over allerlei dingen schuldig gevoeld, dat ik mij nu voortdurend schuldig voel ook al is er weinig om mij schuldig over te voelen.
Leven met de keel voortdurend dichtgenepen en zelfs in het weekend wakker worden om 7u (om dan in mijn bed te liggen tot na de middag tijdens het weekend), dat is allemaal niet zo gezond geloof ik.
Toch eens een oog slaan op die wachtrijen misschien.
Er stond daarnet een meneer van Artsen Zonder Grenzen aan mijn voordeur, en of ik soms een centje wou geven voor scheurbuik in Palestina? Of tegen scheurbuik, ik wil ervan af zijn.
Het kwam mij zeer bekend voor: niet zo lang geleden was er een meneer aan de Lange Munt die mij dezelfde vraag stelde, en die kwam mij ook bekend voor, want ik wist dat ik al maandelijks geld gaf aan die mensen.
Ik dus naar de bankapp op mijn telefoon en wat blijkt? Het wat Unicef aan wie ik gaf, en ook wel Artsen Zonder Vakantie, maar die Zonder Grenzen waren er blijkbaar een tijdje geleden vantussen gevallen.
Dus jazeker, no problemo, geef hier die tablet, hopsakee bevestiging, merci bedankt, elk zijn goed weekend gewenst.
En dan vroeg die mens waarom ik eigenlijk geld wou geven aan Palestijnen. Ik vond dat een rare vraag: ik ben niet in acute geldnood, ik ben niet echt vreselijk actief onrecht aan het bestrijden, waarom zou ik geen geld geven aan organisaties die wél actief proberen iets te doen aan miserie in de wereld, of dat in Gent of in Mongolië of in Palestina gebeurt?
Ja maar specifiek waarom de Palestijnen, wou de mens weten. Omdat, zei ik, ik een groot deel van mijn familie verloren ben aan de Shoah. En omdat ik dacht dat “nooit meer” eigenlijk wou zeggen “nooit meer genocide, ongeacht of dat Tutsi’s of Bosniërs of Palestijnen zijn”. Omdat het onze plicht is, als mensen met voorouders die eeuwenlang veroordeeld en vervolgd zijn omwille van wie ze zijn. Omdat Israël, en specifiek Netanyahu, Smotrich, Ben-Gvir e tutti quanti de wereld om zeep aan het halen zijn voor al wie Joods is. Omdat het mijn hart breekt, dat Mensen van het Boek nu blijkbaar Mensen van (iemand anders’) Land geworden zijn.
Nee maar serieus.
Gisteren ging ik naar een avond rond Gunter Demnig, de man die de Stolpersteine bedacht. Mijn fantastische neef Alec gaf een even fantastische als diepontroerende uiteenzetting over de drie UGentalumni die binnenkort een struikelsteen zullen krijgen. Drie zinloos kapotgemaakte levens in een zee van miljoenen.
En alleen een harteloze en blinde persoon ziet de parallel niet met wat in Palestina gebeurt. De Gazastrook en de bezette West Bank kan geplaveid worden met struikelstenen. Het jaar 1945 is 80 jaar geleden. Ik ben ervan overtuigd dat er binnen 80 jaar geen méns ter wereld is die deze situatie uitgelegd krijgt aan zijn kinderen.
Ik heb op mijn web blog zo’n balk bovenaan die mij in een sparkline statistieken geeft van bezoeker. Dat heeft mij eigenlijk nooit zeer hard geboeid, maar ’t is wel grappig om daar soms een vreemde piek in te zien. Zo ook vanmorgen (het is een grafiek van denk ik 48u):
Die twee pieken, dat zijn de bezoekers van tussen 1-2u ’s morgens en 2-3 ’s morgens, waar 4213 en 2673 mensen op een uur zijn komen kijken. Waar in ’s hemelsnaam naar komen kijken, vraagt een mens zich af?
Wel, zijn het overweldigend mensen uit de VS die deze post over de Europese Unie en de NAVO en Turkije zijn komen lezen. Misschien heeft het met artikels als dit te maken.
Maar toch vreemd dat een citaat dat ik 22 jaar geleden (!) kopieerde zoveel bezoekers over de vloer doet komen.
We hebben op het werk dingen in Drupal die alleen maar bekijkbaar zijn als ge inlogt met een account van de UGent.
Maar: als ik inlog met mijn account, ben ik admin op die websites, en komt er een administratiebalk en op elke pagina editeerknoppen en watnog, en dat is vervelend om aan mensen te tonen. De oplossing is dan, als het voor screenshots is, de stukken html manueel wegsmurfen. Als het voor een filmpje is, dan doe ik meestal een Tampermonkey-ding om de juiste zaken weg te krijgen.
Maar op den duur wordt dat ook lastig, dat script aan en af zetten en alles.
En dus ik naar mijn lokale AI (Claude, in dit geval), met deze vraag:
I want you to create a simple chrome extension for personal use. When I click on its icon, the following should happen:
toggle the icon state to indicate the extension is doing its thing
toggle visibility of div#toolbar-administration and div.page>div.highlighted
toggle padding-top: 39px; for body
toggle scroll-padding-top: 39px; –drupal-displace-offset-top: 39px; on the html element
Hopsakee vijftig seconden later heb ik mijn extensie in Chrome:
Ik weet dat het mogelijk is, ik weet zelfs hoe ik het moet doen, meer nog, ik heb het al gedaan, zo Chrome-extenties schrijven. Maar het zou mij een veelvoud van de tijd gekost hebben.
I, for one, welcome our new AI overlords.
⁂
(even later)
Natuurlijk was het niet zo simpel. Het deed wat ik wou dat het deed, maar niet helemaal: hield geen rekening met admin menu open of toe, met links of rechts, bleef niet weggemoffeld als ik van pagina veranderde en deed wat flashing aan en af in plaats van proper toe te blijven, enfin nog wat gedoe. Het heeft toch een beetje over en weer gevraag nodig gehad om het in orde te krijgen. Maar nu is het genoeg in orde om precies te doen wat ik nodig had.
Ik ga naar Estland voor het werk, begin mei. Spannend! Het is de eerste keer dat ik dat doe sinds ik aan de Universiteit werk, en ’t is met allerlei papieren en procedures en zo, en da’s allemaal normaal — maar dan moest ik ineens kiezen tussen verschillende reisroutes.
Optie 1:
Heenreis: 7u50 Brussel → Warschau → Talinn 13u40
Terugreis hetzelfde maar omgekeerd 18u25 – 22u26
Optie 2:
Heenreis: 6u50 Brussel → Helsinki → Tartu 14u40
Terugreis hetzelfde maar omgekeerd 14u50 – 18u20
Optie 3:
Heenreis: 19u05 Brussel → Helsinki → Tartu 00:45
Terugreis hetzelfde maar omgekeerd 14u50 – 18u20
Optie 4:
Heenreis: 9u30 Brussel → Kopenhagen → Talinn 15u10
Terugreis 17u30 Talinn → Brussel 19u10
Ik ben dus een ongelooflijke duts. Ik las in de snelte dat er bij optie 4 één overstap minder was, dus zei ik tegen de meneer van het reisagentschap dat ik voor optie 4 ging, maar dan las ik wat aandachtiger wat de meneer van het reisagentschap had geschreven en zag ik dat Talinn niet Tartu is, en dat er nog een busrit van 2u30 tussen Talinn en Taru moest voorzien worden bij opties één en vier.
Ik dus zo rap mogelijk teruggemaild of optie twee niet alsnog mogelijk was.
En dan dacht ik ineens hang on — optie twee is om 6u50 in Brussel vertrekken met de vlieger! Er is geen trein ter wereld die mij daar op tijd krijgt, ik zal daar moeten overnachten! Ik had optie drie moeten kiezen dedju!
En nog eens een mail sturen om te zeggen dat ik mij vergist heb en of ik in plaats van optie twee toch nog optie drie kon pakken sorry sorry het spijt me meneer van het reisagentschap — neen dus.
En dan keek ik nog wat aandachtiger naar optie drie: die komt begot om kwart voor één ’s morgens toe! Hoe kan ik daar dan nog naar een hotel geraken? Rijden er nog taxi’s? Zijn de hotels nog open?
⁂
De meneer heeft mij teruggemaild dat optie twee bevestigd is en maar goed ook. Ik zie dan wel hoe ik in Brussel geraak.
Het deed deugd nog eens een quiz te doen gisteren. En wat een fijne mensen zijn de quizmaten!
We hebben het wéér eens niet gehaald: winst rekenen we nooit op, ook poulewinst niet eens, maar ook deze keer konden we de prijs van de meest gemiddeld ploeg niet binnenhalen.
We hadden wel een solo — de enige van de hele quiz — omdat we als enigen wisten dat het onsterfelijke nummer Laaa lala lalaaaaa laaaaaaa la la la laaaaaaaa (etc.) eigenlijk van Strauss’ Zigeunerbaron komt:
Het was al imméns lang geleden dat ik nog eens een workshop deed, maar hoezee, morgen is het van dat.
Persona’s en scenario’s rond levenslang leren. Helemaal het begin van het project dus, met de bedoeling af te toetsen of we wel in de goede richting denken en om een paar grote lijnen mee te krijgen. Die we dan in alsmaar meer gedetailleerd werk gaan verfijnen.
Zie onze stereotiepe ambtenaar jong!
Ik ben eigenlijk wel benieuwd te zien wat er uit zal komen.
Met al die dagen vrijaf was het wat lastig: er is een workshop nu dinsdagnamiddag, en daar moest eigenlijk wel wat werk voor verzet worden.
Ik ben immens content dat er niet één maar twee collega’s zijn die tijdens mijn afwezigheid meer dan uitstekend werk hebben gedaan. De ene heeft een hele resem persona’s en scenario’s alvast in draft geschreven, de andere heeft last-minute degelijke Figmatemplates gemaakt om dat in te steken.
Het begint begot als een écht UX-afdeling aan te voelen!
Keerzijde van de medaille was wel dat ik nog een stapel werk in te halen had. Ik dacht, ik doe dat zaterdagnamiddag na de begrafenis en zondag, maar zo enorm evident was dat gelijk toch niet.
En dan dacht ik, ik doe het zondag vanaf ’s morgens vroeg, maar ook dat was niet zo evident wegens om redenen eigenlijk maar zondag bijna ’s morgens in slaap gesukkeld. Dus werd het vanaf 12u ’s middags stipt, met een onderbreking om met (de helft van) de kinderen spaghetti te eten.
In principe zou ik het werk ook nog in de loop van maandag kunnen doen, en in de loop van maandagnacht en zelfs dinsdag nog een beetje, maar genoeg living on the edge geweest de laatste tijd. Maandagnamiddag moet het werkshopmateriaal gewoon klaar zijn.
Oh, en de personafoto’s zijn uiteindelijk onder meer dit geworden:
Leve Midjourney! (Alleen spijtig van de ogen, en dan vooral de ogen achter een bril. Da’s echt nog niet in orde.)
Ik ben er zeker van dat al wie aanwezig was vandaag en mijn mama gekend heeft, een andere Mia gekend heeft.
Ik heb iets verteld over de mama die ik gekend heb. Die als een leeuwin vocht voor wie ze graag zag, en die het gelukkigst was als ze iemand kon helpen.
Die heel haar leven kritisch en geëngageerd was, en die niets liever deed dan bijleren.
Als mama iets deed, deed ze het nooit half. Besloot ze te haken, dan kregen mijn broer en ik jaren aan een stuk gehaakte dingen – van enorme gehaakte reuzenschildpadden tot helaas ook gehaakte donkerbruine debardeurs. Stapte ze over op breien, ze breide zichzelf en haar vriendinnen een haute couture-garderobe in angora, mohair of merino. Dat evolueerde dan naar kunstbreiwerken, en op minder dan geen tijd hadden we ikweetniethoeveel honderden soorten kralen in huis, in een ongelooflijk klassement op oorsprong, materiaal, type, kleur en grootte.
Een collectie antieke dreupelglazen, een oerwoud vol orchideeën, generaties geannoteerde familiefoto’s, een kast vol zelfgemaakte juwelen: het huis staat vol met tientallen jaren passies – de ene al langer volgehouden dan de andere.
Toen ik opgroeide, was ons huis een soort duiventil: er waren bijna elke avond vrienden op bezoek, die dan ook hun vrienden meenamen en tot een stuk in de nacht bleven babbelen en discussiëren. De wereld werd een paar keer per week helemaal in kaart gebracht en verbeterd – in mijn hoofd blijft het een soort jaren-70-en-80-versie van 18de-eeuwse salons. Met natuurlijk mama in de sterrol. Want ze was een ster: als zij ergens binnenkwam, en zeker als het in battle dress was, was ze onvermijdelijk het centrum van alle aandacht.
Mama leefde in extremen – als ze blij was, was het schaterlachen en de Lambeth walk dansen op blote voeten in de regen. Als ze verdrietig was, dan was ze ontroostbaar. En als ze kwaad was, was het huis te klein. Ze dreigde soms dat ze ons met de houten lepel zou slaan. Ze heeft dat nooit gedaan, maar God weet dat haar woorden meer pijn konden doen dan gelijk welke houten lepel.
Ze probeerde altijd haar best te doen, maar dat werd met de jaren moeilijker. Pas op, we bleven samen lachen en koken en lezen en luid meezingen met Ray Ventura en Pierre Perret en Brassens en Brel, maar hoe ouder ik werd, hoe meer ik de tegenslagen zag die mama meemaakte. Ze was graag aan de universiteit blijven werken, maar kinderen en interne politiek. Ze gaf graag les, maar toen moest ze naar een andere school, met ook daar vriendjespolitiek en gedoe. Papa zat meer in het buitenland dan in België. Haar moeder was lang ziek, en overleed. Mama kreeg kanker. Haar vader ging achteruit. Overleed. Goede vrienden gingen dood. Mijn vader. Mijn broer kort daarna. Haar schoonzus.
Er bleven natuurlijk lichtpunten: haar vriendinnen, haar hobbies, haar kleinkinderen ook. De geanimeerde discussies over alles van archeologie en taalkunde tot artificiële intelligentie en Netanyahu bleven ook, maar het leek vaak alsof ze meer in het verleden leefde dan in het heden of de toekomst. In een land van “had ik maar” en “was ik maar”, en jammer genoeg “het is de schuld van die en die”.
En dan deden haar longen en haar hart waar kanker en een opeenvolging van miserie niet in geslaagd waren. De laatste jaren werd ze minder en minder mobiel, wou ze minder en minder mensen zien, tot ze uiteindelijk nauwelijks nog kon bewegen of ademen.
En nog gaf ze niet op: hoe minder ze fysiek kon, hoe meer vat ze wou hebben op de wereld rond haar. Mensen in haar buurt kregen bijzonder specifieke boodschappenlijstjes – niet zomaar brood, maar Boerkens brood graankorf, niet zomaar yoghurt, maar Activia Nature, die mét vet. Ze had het hele huis al gecatalogeerd, maar zelfs toen ze al jaren niet meer de diepvries in de kelder had gezien, wist ze nog precies wat er in welke lade zat. Haar agenda werd een gedetailleerd wetenschappelijk dagboek van wat ze at, de medicatie die ze nam, wie ze zag en sprak, en wat haar bloedzuurstof en hartslag en bloeddruk was.
Een jaar geleden werd mama opgenomen in het hospitaal. De dokter zei haar dat ze zich op het einde moest voorbereiden. Neen, zei ze: Si je meurs je ne pourrai pas continuer à m’instruire. Et je veux continuer à apprendre des choses. Ze heeft nog een jaar geleefd. In een bed, met alsmaar meer pijn, maar ook als curator van een enorme bibliotheek vol bookmarks en bewaarde internetpagina’s en artikels. En nog altijd op de hoogte van wie wat deed in de familie en in de wereld en vol ideeën om die wereld te verbeteren.
Ze was echt bang om te sterven, maar vorige woensdagochtend heeft ze uiteindelijk beseft dat het een gevecht was dat ze niet kon winnen, en dat alleen nog afzien geen zin had. Ze is rustig in slaap gevallen woensdag, en stilletjes gestorven donderdagavond.
Mama is er niet meer, maar ik weet dat ze zal blijven leven in het hart van veel mensen. Elk met hun eigen, voor altijd onvergetelijke, Mia.
banken gecontacteerd voor de rekeningen (nog geen antwoord, meer dan een week later)
een reeks abonnementen opgezegd
naar de notaris gegaan om erfenis te verwerpen
doodsbrief (dat is tegenwoordig een rouwkaart, werd ik meer dan één keer verbeterd) en bidprentje (dat heeft ook een andere naam tegenwoordig) in orde gekregen, met een foto en een tekst.
afspraken gemaakt met restaurant om te gaan eten erna
brieven verstuurd, mails verstuurd naar mensen waar ik alleen mail van had, brieven in de brievenbus gestoken van mensen die ik wist wonen maar geen huisnummer had
muziek gekozen
foto’s gemaakt van foto’s en een korte montage gemaakt
Nog te doen:
denken aan wat ik zou zeggen morgen
banken en watnog afgehandeld krijgen
de praktische zaken in het huis bekijken met de kinderen en familie en vrienden — er staan bijvoorbeeld ik weet niet hoeveel tienduizend scienfictionboeken in pocketformaat in Frans en Engels, die minder dan géén geld waard zijn en ik weiger die naar een opkoper te doen of in de vuilbak te smijten)
en ongetwijfeld nog stapels dingen waar ik nu niet aan denk.
Ik was bij de notaris, en we hebben een snelle schatting gemaakt om te kijken hoe dat zal zitten met de erfenis. Het is niet zeer ingewikkeld: er staat een beetje geld op een zichtrekening, er is een heel klein stukje beleggingen, er is een huis, ik ben de enige erfgenaam.
Erfenisrechten zijn ergens de meest eerlijke belastingen die er zijn, kwestie van herverdelen van rijkdom.
Erfenisrechten zijn ook denk ik soms de minst eerlijke belastingen die er zijn. De meter van mijn broer is overleden in 2009; zij was nauwe familie volgens het gevoel, maar een groottante in de tweede graad en dus volgens het erfrecht een vreemde. Mijn vader en zijn broer hebben van haar geërfd. Mijn vader is minder dan zes maand later overleden. En dan is mijn broer iets meer dan drie jaar later overleden.
Ik moet u niet zeggen dat er van die allereerste nalatenschap niets meer overbleef. En dat ben ik een beetje beu, op dit moment.
Want een huis met een tuin waar ik opgegroeid ben: dat erven, dat wil in mijn situatie zeggen dat ik het moet verkopen of ik ben failliet.
En dus is het besluit: ik verwerp de erfenis. Ik moet ze niet hebben. Dat wil zeggen dat alles van mijn ouders (en mijn broer, en wat veel mensen de brol van generaties zouden noemen) naar mijn vier kinderen gaat. Die er ook moeten voor betalen, en dat wordt dan properkes een gift waar ik ook op moet betalen, maar alles in totaal is dan wel minder betalen omdat de kinderen elk maar een vierde hebben natuurlijk.
Dat gaat allemaal nog hard moeten afgesproken worden om te zien wat het precies zal geven en welke afspraken er tussen wie allemaal moeten gemaakt worden, maar serieus: geen goesting om het huis te moeten verkopen.
Een begrafenis of een crematie, dat heeft een ceremoniemeester. Dat kan een priester zijn die helemaal op de hoogte is van de familie omdat hij ze al twee generaties kent, en die dan een tijdje vóór de dag langskomt en aan de keukentafel verhalen vertelt en hoort.
Dat kan ook een priester zijn die de familie nog nooit gezien heeft, een paar notities neerschrijft na een vluchtig gesprek, en dan de domste dingen eerst vertelt in een het-kan-niet-ongepaster-en-onpersoonlijker misdienst.
Het kan ook een mens zijn, zoals in dit geval, die van schrijven en vertellen zijn beroep heeft gemaakt, langskomt, wat vragen stelt en luistert, en er dan hopelijk iets van maakt. Ik houd mijn hart vast.