Het eerste dat ik doe

Het eerste dat ik doe als ik eindelijk mijn rijbewijs haal, is tijdens het weekend de archieven van het land afschuimen op zoek naar genealogische informatie. Da’s nu al zeker zes jaar dat ik eigenlijk niet veel verder geraakt ben, en het jeukt echt.

Bij mij grootmoeder aan moederszijde geraken we terug tot ene Gilles Sierens (°1589 +1678 Zomergem, geen verdere sporen te bekennen), grootvader aan vaderszijde tot Egidius Vuijlsteke (x 1755 Ieper, we geraken niet verder wegens alsdat de archieven van Ieper in de eerste en de tweede wereldoorlog opgebrand zijn en er dus praktisch niets meer is naast de burgerlijke stand, die natuurlijk maar met de fransen begint ein 18de eeuw). Grootmoeder aan vaderszijde: niets maar dan ook niets behalve anecdotische dingen, wegens alsdat er na de tweede wereldoorlog van Klubucz in Polen wellicht niets meer overbleef.

Maar: van mijn grootvader aan moederszijde weet ik eigenlijk praktisch helemaal niets. Gegevens tot de grootvader van mijn grootvader, ene Eduardus Waegenaer, timmerman in Zelzate, ° 1/9/1844 + 14/5/1906. En verder niets, maar! er is niets wijzers dan van zo’n positie te beginnen zoeken: met een geboortedatum in 1844 zijn er 100% zeker gegevens van de burgerlijke stand bekend. Geboorteboeken met daarin de ouders, huwelijksboeken met echtgenoten en hun ouders, en overlijdensboeken met ouders en echtgenoten. En heel vaak ook relevante getuigen. En dan kun je op pakweg een paar dagen vaak wel tientallen mensen vinden: pakweg een generatie of drie naar boven, en dan weer een generatie of drie naar beneden, als ze allemaal in de buurt van een dorp of stad bleven wonen.

En als je geluk hebt, zoals in de tijd met mijn moeder in het archief van Poeke, dan zijn er niet alleen de boeken van de burgerlijke stand, maar ook microfiches of microfilms van de parochieregisters! Weelde!