Ik wens Bruno alle succes toe met zijn contactlenzen. Ik heb van mijn zes jaar tot mijn achtentwintig jaar contactlenzen en een bril gedragen. Door elkaar, en allebei met wisselend succes.
Ergens in het eerst leerjaar zat ik helemaal achteraan de klas, en ik kon niet lezen wat er op het bord stond. Gelukkig zat ik in de klas met Frank Cambie, zoon van de nu wereldberoemde oogchirurg Eric Cambie. Die mij prompt een bril voorschreef. We zijn zichtbij Sint-Pietersstation mijn eerste bril gaan halen: vliegeniersmontuur, ijzer, licht paars. 1 en 1.25 van dioptrie.
Een paar maand later zag ik alweer niet goed meer. Terug naar de praktijk op de Gordunakaai (de wachtzaal met Clayderman!), en de oogmeester wist op geen tijd dat ik degeneratieve myopie had. Een aandoening waarbij ik mijn hele leven lang progressief slechter zou gaan zien, met telkens meer en meer astygmatisme. Het enige dat me kon redden, waren contactlenzen. Harde contactlenzen, die mijn oogbol in de juiste vorm zouden houden terwijl ik groeide. En die net iets te zwak zullen zijn, zodat mijn ogen nooit lui zullen worden en altijd zullen blijven hun best doen. En da’s dan twaalfduizend frank mevrouw.
Ik kreeg dus van die kleine groene polymethylmetacrylaten dingen, ééntje met een klein zwart puntje erin die rechts moest, een klein flesje visceuze Steri-Clens (lichtblauwe bol) om ze in te steken, een knijpfles met blauwe zeep om ze te kuisen (15 seconden per kant per lens), en een grote fles waterachtige Steri-Soak (paarse bol!) om ze in te laten weken ‘s nachts.
Het vervelende van harde lenzen is dat ze niet echt veel gas doorlaten, en dat je er dus geleidelijk aan gewoon moet worden of je ogen verstikken. Met afgrijselijke oogontstekingen tot gevolg. Elke dag mocht ik ze een half uur langer inhouden. Ik ga nooit mijn eerste oogontsteking vergeten: een klein zandkorreltje in mijn oog dacht ik. Beetje wrijven dacht ik.
Twee uur wrijven later: gloeiende spelden in mijn oogbollen! een oostduitse cipier die met roestige scheermesjes mijn ogen bewerkt en er met vuile oorstokjes ether in smeert! Enfin, de vreselijkste pijnen die een mens zich maar kan inbeelden, quoi.
Mijn eerste paar contactlenzen ben ik verloren in het zwembad. Ik had mijn lenzenpotje niet mee, mijn lenzen dan maar in en sok gestoken, en vergeten dat ze erin zaten toen ik gedaan had met zwemmen. We hebben met een aantal mensen de siphon van de wasbak losgevezen en gezocht tussen het haar en de huidschilfers, maar neen: geen lenzen te vinden. Ze waren zes maand oud.
Lang verhaal kort: mijn hele schoolgaande jeugd is een opeenvolging geweest van kapotte brillen, verloren contactlenzen en oogontstekingen. Er is geen dag voorbijgegaan dat ik die contactlenzen niet verwenst heb.
Maar: de dokter zei dat ik degeneratieve myopie had, en dat ik blind zou worden als ik geen lenzen droeg. Mijn ogen zouden slechter en slechter worden, en uiteindelijk zou de wereld een miasme van lichtvlekken worden.
Zoals ik al zei: niet één dag dat ik die lenzen niet gehaat heb. Ik haatte het om ze in te moeten steken, al kon ik het op den duur met één hand, zonder spiegel, en droog. Ik haatte het dat die dingen op den duur vol kalk geraakten. Ik haatte het om ze uit te moeten halen ‘s avonds, zelfs al hadden mijn oogleden na jaren volledig verharde randen gekregen. Ik haatte de oogontstekingen, de miserie als er zand of stof in de buurt was, dat ik niet in een auto kon zitten met de ventilatie aan, dat ik niet in mijn ogen kon wrijven, dat ik er gewoon niet goed mee zag omdat ze vol krassen kwamen… bah.
En als ik ze niet instak, wat ik zeer soms wel een paar dagen of weken niet deed: het schuldgevoel, de angst dat ik blind zou worden, de verwijtende blik van mijn moeder… al even bah.
Op den duur, en dan spreek ik gemakkelijk van twintig jaar later, kreeg ik wel altijd maar meer problemen met mijn contactlenzen. Ik kon ze gewoon niet meer in houden. Niet dat ik oogontstekingen kreeg, maar wel dat ik voortdurend droge ogen had, en irritatie, en dat ik ze gewoon niet meer kon in houden.
Bleek, na een bezoek aan een andere ophtalmoloog dan dokter Cambie, dat jarenlang harde lenzen dragen mij een allergie heeft gekweekt. Dat ik nooit vanzeleven nog contactlenzen zal kunnen dragen. En, aaargh nog aan toe, blijkt dat er twee conflicterende visies zijn op mijn medische toestand: (a) harde contactlenzen, met een te zwakke dyoptrie, zijn nodig om degeneratieve myopie tegen te houden (b) harde contactlenzen met een te zwakke dyoptrie versnellen het verslechterinsproces van mensen met myopie.
Enfin, nu kan ik dus geen lenzen meer dragen, maar zelfs als ik zou kunnen, zou ik het nooit meer doen.
Awoert contactlenzen.
Reacties
4 reacties op “Ik wens Bruno alle succes”
wow, dit was echt veel te lang om te lezen.. over contactlenzen heb ik ook zoveel te vertellen maar ja.. het leven is al zo kort!
“Die mij prompt een bil voorschreef.” schrijft die mens nog voor?
een bil, hehe 🙂
Mooi verhaal, ik heb ervan genoten.
‘k Zou wat graag je ogen eens bekijken.