It was the best of times, it was the worst of times.

Gisterennacht is het niet gelukt om te slapen: enorm pijn aan mijn benen. Ik bedoel dan wel vréselijk veel pijn, van het type gloeiende breinaalden met een zalf van tabasco. Geen manier om er van af te geraken, zelfs niet met de cocktails pijnstillers die aan de vindingrijkheid van de verpleegster ontsproten. Probleem was vooral dat het bed gewoon te kort is, en gezien ik mij niet op mijn zij kan leggen met mijn benen opgetrokken, lag ik heel de tijd met mijn kuiten op de rand van het bed. Mijn eigen bloedcirculatie te stremmen.

Uiteindelijk kwam er om zes uur vanmorgen iemand op het idee om… jawel, een verlenging aan het bed te steken. Ugh! Had ik dat nachten en dagen geleden geweten! Enfin, mijn benen en bekken en onderrug en rug waren nog kapotter dan anders, maar ik ben toch maar (van uitputting vermoed ik) in slaap gevallen rond half zeven. Tot kwart na (gang kuisen met machine, vier keer langsgeweest). Dan om kwart voor acht ontbijt binnengestoken, en ik was zo moe dat ik er niet aan geweest ben–al had ik eigenlijk wel honger.

Enfin, rond 10u30 de neurochirurgen op bezoek gehad, die mij vertelden dat een CT-scan zoals voor vandaag beloofd niet zou kunnen doorgaan tot woensdag maar dat dat zo geen probleem was, en dat het maar normaal was dat ik zo’n last heb gehad van de narcose, want dat ik wel mocht weten dat het een zéér zware narcose was voor een zéér zware operatie.

Ze hadden het verder heel druk en ze hadden ook geen foto’s bij, dus ’t was niet zo’n lang gesprek, maar ondertussen voelde ik mij wel al een heel stuk beter. Niet meteen goed, maar toch: niet miserabel slecht.

Tegen dan was het middag (’t is te zeggen kwart na elf, in hospitaaltijd), en ik heb–check it out–voor de eerste keer een warme maaltijd gegeten sinds ik mijn Ongelukkige Val begaan heb. Varkenskoteletten (die ik normaal niet zou binnen krijgen maar nu wel) in ajuinsaus (die ik normaal nooit zou binnen krijgen maar nu wel) met bloempatatten (die ik in andere omstandigheden niet zou moeten hebben maar nu wel) en witte kool (euh, ’t zelfde).
En dan, climax van genot van de afgelopen week: een koele appelsien! Na dagen lauw water uit plastieken bekers: de hemel!

En ik heb nog maar gedaan met eten, of ze staan er van de beddenverreidienst om te zeggen dat het alsnog zou lukken om nu meteen een CT te nemen! De dag kon niet meer stuk!

Brrrzzzttt! Wronggg!

Ik naar beneden om kwart voor twaalf. Eerste cruciale fout: zonder pijnstiller sinds ’s nachts om vier uur. Mijn schuld, ik had er moeten om vragen. Tweede probleem: de dienst scans (nrm en ct en watnog) was zó druk dat ik daar gelegen heb tot half drie. Progressief meer te kreperen van de pijn. In die mate dat toen het uiteindelijk aan mij was, ik het praktisch uitschreeuwde van de pijn bij het minste zuchtje wind.

In die mate dat ze me gewoon niet van het bed in de CT kregen, en dat ik met betraand gezicht na twee en een half uur wachten onverrichterzake weer naar boven gewield ben.

En dat was dan weer het laagtepunt van de afgelopen paar dagen.

Nieuwe CT: woensdag. En ook: ik kwam boven met zoveel pijn dat het vannamiddag niet meer lukt om me een eerste keer recht te trekken, da’s voor morgen.