“Aai èm uh guil!”
“Ent aai èm uh boi!”
“Ja, zij spreken Engels! En neen, het zijn geen engelse maar nederlandse kinderen!”

In het genre “inglisj teeksj joe pleesjesh” kan het wel tellen: hollanders (no offense! no really, none whatsoever!) maken reclame voor taalcursussen van de bbc (“toonangevend op het gebied!”).

Een dame, van het type welmenende tante die wel eens een boek in ’t Engels heeft zien staan bij de boekenclub, prijst Muzzy aan. “Wat een mooi cadeau, een nieuwe taal”.

Zucht. Nee, ik blijf erbij, de beste manier om Engels te leren is:

  • Een vader hebben die van zodra zijn vrouw uit huis is, The Dubliners oplegt. En dan meezingt. Luidkeels.
  • Een vader hebben die, als zijn vrouw thuiskomt, overschakelt naar Jonathan Livingstone Seagull
  • Om het couplet een vertaling vragen. “Lost.” ça veut dire quoi? “In a painted sky.” c’est quoi painted sky? “Where the clouds are hung.” papa, qu’est-ce qu’il dit maintenant? — tot uw vader tegen het plafond plakt.
  • In het weekend om zeven uur opstaan om het libretto van Jonathan Livingstone Seagull over te typen op de typmachine.
  • En het weekend daarna nog eens.
  • En als er uiteindelijk een electrische typmachine het huis ingesleurd wordt, nog eens.
  • En nog eens.
  • Ooo, carbonpapier ontdekt. Nog eens.
  • Jaren later: BYTE kopen en pagina voor pagina, zin voor zin, woord voor woord lezen. Met zo’n minuskuul rood Standaard woordenboek EN/NE-NE/EN.
  • En voortdurend het verschil tussen “thus” and “though” vergeten.
  • En, nog eens veel jaar later, elke week riemen papier (“stencils”) mogen blokken met uitdrukkingen (“to beat about the bush”, “the abolition of slavery”), en met woordenschat, en met fonetiek ([‘ai(&schwa;)n], ha!). Mógen blokken, omdat het zo ongemeen goed gemaakt was. En grammatica ingelepeld krijgen die boeiend was. En een leraar die zeer streng maar zeer rechtvaardig is. In short, les krijgen van Jan Van Herreweghen.

Eigenlijk, nu ik eraan denk: vooral dat laatste. Verdomme, dat hij overleden is. Dju. Als er één was die het niet verdiende, was hij het wel.