Soms lijkt het alsof ik niet anders doe dan klagen. Kijk, hier gaan we weer:

  • de antibiotica hebben niet (voldoende) gepakt, of ik heb een vreemde soort van aerofagie da unten.
  • daardoor lig ik hier te creperen van de pijn
  • en dat catheteriseren, ’t is niet dat het vreselijk pijn doet of, zo, maar na bijna honderd meter darm en bijna 100 liter begint het toch redelijk zijn appeal te verliezen
  • en ook: de peristaltiek da unten werkt nog altijd niet
  • verder wil ik daar niet dieper op ingaan, laat het mij houden op één onomatopee: yeeeuurrghhhhaaaaauwwwgnnnnn
  • en nog: ik heb hoofdpijn hoofdpijn hoofdpijn
  • o ja: mijn rug doet pijn gelijk hij al een tijdje geen pijn meer deed
  • dus slapen zal er weer niet van komen

Alla. Morgen is het controle bij de neurochirurg. We zullen zien wat we zullen zien.

Vandaag heb ik tenandere alleen thuis gezeten: Sandra en de kinderen zijn naar de kermis in Oudenaarde geweest. Ze zijn onder meer op de rups geweest. Zelie: “wij zijn op een molen geweest en die ging zóó snel (molenwieken in één richting), en dan ging hij zóóóó snel (molenwieken achteruit)”. En ze hebben eendjes gevist en Zelie heeft een toverstaf gewonnen.

—hocus pocus pas, ik wou dat jij een… wat wil je eigenlijk worden papa? de jongens mogen jongens zijn en de meisjes mogen meisjes zijn!
—een draak?
—hocus pocus pas, ik wou dat jij een draak was
—groaarr!!
—ja maar jij was wel een lieve draak hé?

Crap. Ze kunnen mij niet genoeg vergoeden voor wat ik allemaal mis.

  • euh, bijna vergeten: ik heb de nagel van mijn linkerringvinger afgerukt, en dat doet afgrijselijk pijn