Mij eens goed uitrekken. Een koprol doen. Met een welgemikte lendenslag uit bed springen. In ons bad liggen (het is te klein). Mij omdraaien in de auto. Op mijn buik op de grond liggen en een boek lezen. Eens rap naar ‘t toilet gaan.

Zucht. Vooral dat laatste dan. Soms lijkt het alsof mijn leven nu al bijna twee jaar rond het WC afspeelt. ‘t Is om depressief van te worden.