Fantastisch! Ben trovato en alles, maar helaas: non e vero.
Arthur De Decker, in een reactie op Gentblogt:
Het spijt me maar ik acht het noodzakelijk een Gentse stadsmythe te ontkrachten.
In het tijdschrift Van Mensen en Dingen, 2003 nr.2, waarnaar hoger door Adrien wordt verwezen, staat p. 159 te lezen dat de eerste olifant van de Gentse zoo in augustus 1855 werd ingescheept in Akyab (Birma) en in Gent toe kwam op 11 oktober 1855. Deze (Aziatische) olifant “Betsy” genoemd OVERLEED IN 1887 (UCB; Fonds Vliegende Bladen, IJ8(6), bestuursraadsverslag, 20 dec. 1887).
“Na de dood van het dier werd het vlees verkocht en het skelet ging naar de Gentse universiteit voor wetenschappelijk onderzoek” schrijft Heidi Albrecht , de auteur van die studie. Uit die studie blijkt verder dat het vlees van de olifant Betsy werd opgekocht door ene dhr Steels en dat de universiteit het skelet kocht van ene dhr. De Mey (Museum voor Dierkunde, Anatomische Collectie, register 1, deel 2). Het is dus bewezen dat de oorspronkelijke Betsy reeds 17 jaar dood was toen de Gentse zoo werd uitverkocht in 1904.
Siske de Gistmarchand, met zijn echte naam F. Hillaert, heeft dus nooit die Betsy opgekocht en opgediend op een gastmaal zoals de folklorist Emiel Andelhof in 1942 iedereen wijsmaakte in zijn “Galerij van Gentsche typen” en nadien ontelbare keren gretig werd naverteld, ook door Gent Blogt. Dit “broodje aap ” werd zelfs opgediend in het eerste nummer van het officiële Gentse Stadsmagazine in 1995 en nadien herhaald in de nummers 3 en 4, doch ook in boekjes zoals “Waar is de tijd” nr 2, uitgegeven i.s.m. het stadsarchief en de Gentse musea, met een zeer mooie foto van Betsy (of Jack?) p.49 en ook in “Gentse Toeren”(2003) p. 140 zoals door krisvd hoger gemeld.
Wat is er dan wel echt gebeurd? Zoals eerder opgemerkt in de Historische Wandelgids 1 “Werk en plezier rond het Gentse Zuidkwartier” (p. 6), in 1984 uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Industriële archeologie, is de olifantmaaltijd van 17 mei 1904 volgens ernstige vorsers onwaar en werd op het bewuste banket “enkel” de beer opgediend.
De ernstige vorser M. Steels schrijft in Ghendsche Tydinghen, 1973, p. 176: “Volgens sommige verhalen werd de olifant opgegeten. Dit is een vergissing. In werkelijkheid werd het vlees van een grote beer opgegeten. De Gazette van Gent schrijft op woensdag 4 mei 1904: “Maandagavond is het vlees van de grote beer, aangekocht door de Heer Hillaert, aan een groot aantal vrienden en kennissen ten beste gegeven. De genodigden hebben het zich goed laten smaken, maar waren nadien zo dorstig, dat de zestig deelnemers 120 flessen wijn en 75 flessen champagne geledigd hebben”.
En wanneer is er dan sprake van olifant Jack? Na het overlijden van de eerste olifant Betsy werd er op een bepaald moment een nieuwe aziatische olifant aangekocht die de naam Jack had doch door de Gentenaars blijkbaar ook Betsy genoemd werd!
Ik laat M. Steels terug aan het woord: “Wat gebeurde er met de olifant JACK? Hij werd gekocht door F. Hillaert, alias Sieske de Gistmarchand, P. Daman en L. Lamont met de bedoeling het dier in Engeland te verkopen. Ze slaagden echter niet in hun opzet; in mei (1904) werd de olifant in de dierentuin doodgeschoten. De huid werd verkocht te Londen voor 137,50 F en woog 550 kg; 1975 kg vlees werden verkocht aan 12 centimes per kg aan een WORSTENFABRIEK IN NEDERLAND.”
Wie die worsten heeft opgegeten staat er niet bij.
Om te sluiten hierbij de tekst van het bewuste volksliedje:
“Oh die Betsie
Oh die Betsie
Onzen olifant
‘t Es zuu een brove bieste
En zei toch zuu veel verstand
En ge kunt da nie geluuve
Oosse heur miesterke ziet
Heur snuitse goat omhuuge
En heur steerse drooit sebiet”
Het is een waar plezier om op zo’n volledige en erudiete wijze teruggefloten te worden.