Ha, kijk: mijn rug heeft mij ingehaald. Ik ben in het hotel teruggekomen, direkt in bed gekropen met pillen tegen de pijn, en er een uur of acht later pas weer uitgekropen.

We hebben gisteren nochtans niet echt veel acrobatieën uitgehaald, maar blijkbaar was het gewoon een beetje teveel.

Maar goed.

Miami Beach gedaan gisteren, en Ocean Drive,en de art deco-huizen aldaar. Ik mag dan wel eens lachen met Amerika, en dat de oudste huizen minder oud zijn dan de raamkozijnen op ons huis, maar dat was wel indrukwekkend.

In de jaren 20 heeft een tornade zo ongeveer heel Miami Beach platgelegd, en dan hebben ze het helemaal herbouwd in art deco-stijl. Niet zoals bij ons, een huisje hier en daar en wat art deco-accenten links en rechts, maar een hele wijk, bijna duizend huizen en hotels en winkels, allemaal gebouwd tussen 1923 en 1943, allemaal in amerikaanse art deco.

Mighty impressive, echt waar.

En dat de panden individueel gezien allemaal eigenlijk spuuglelijk zijn en dat de bouwkwaliteteit gruwelijk slecht is, doet daar eigenlijk geen afbreuk aan. En in het donker moet het helemaal in orde zijn, denk ik: met neon en verlichting en alles.

We hebben de buurt op en neer afgelopen, en dan zijn we op het strand gaan liggen. De collega’s zijn in de oceaan gaan zwemmen, ik had mijn boek mee en dus kon ik niet. En de conversatie rond mij was te interessant om niet te blijven liggen: drie jongeren die het hadden over hun seksuele exploten, die op alles en iedereen op het strand commentaar aan het geven waren, en die hun laatste veroveringen in detail aan het uitleggen waren.

Ik had mijn notaboekje moeten meenemen, want het was echt wel de moeite. In de zin van If I’d a known she wasn’t fourteen I’d a never hit it en een hilarische comedy of errors-vertelling van de jongste van de drie, die eindigde met Bitch was goin “don’t slap it around, fool, stick it in!”—so I stuck it in good. Bitch was yellin her head off.

Ik had eigenlijk niet verwacht dat de mensen in het echt ook spreken als levende clichés van op het interweb.

O ja, we zijn op onze art deco-wandeling ook langs de winkels gegaan: Lincoln Road, de achterkant van Ocean Drive, is zo’n beetje gelijk de Veldstraat maar dan in Art Deco en met naast mooie winkels ook veel brolwinkels en terrassen en restaurants. Serieus gezellig, eigenlijk, en de moeite van de omweg waard.

Het middageten hebben we overgeslaan, wegens dat we een laat ontbijt hadden gedaan op Ocean Drive: we zijn met een ijskreim op weg gegaan naar Key Biscayne. Het plan was niet helemaal duidelijk, behalve dat we naar een speelgoedwinkel wilden om speelgoed te kopen voor de kinderen.

Op weg naar daar bleek in de gids dat er een Seaquarium is met manatees! en dus moesten we daar eerst naartoe, dat spreekt. De gids is al een paar jaar oud, en de prijs bleek veel meeer te zijn, en er kwam zoals overal in Amerika blijkbaar ook nog eens taks bij (what’s up with that?), maar niet getreurd: we hebben manatees gezien.

En dolfijnen, en een orca, en haaien, en wilde pelikanen (waaronder één wilde pelikaan die de bekbuidel van een andere kapotgebeten heeft om de vissenkop die erin zat te pakken te krijgen), allemaal vissen, krokodillen, zeeschildpadden: whee!

De speelgoedwinkel, waar we dan een uur of twee later naartoe gingen, bleek trouwens een gewonen kleine winkel te zijn die nét gesloten was. Stom.

Nu moeten we dus nog altijd een grote speelgoedwinkel of een Walmart vinden. Voor de kinderen hé! De kinderen! Niet voor ons!

Om de dag af te sluiten zijn we in een Braziliaans steakhuis gaan eten, Porção. Het concept hadden we niet direkt door, we moesten eerst side dishes gaan halen (sushi, muntgelei, sla, paella, paté, don’t ask), en dan kwam er iemand langs die vroeg of we frieten, rijst, gebakken bananen of zwarte bonen moesten hebben.

Mhu? Wat?

Onze ober was weer maar eens zo’n theoretisch Engelstalige, maar deze keer was het nog vervelender: behalve geen kin, had de man ook een parodie-van-film-homo-lispel. Bijna volledig onverstaanbaar, met andere woorden.

Maar bon, het concept: iedereen krijgt een jeton met een rode kant en een groene kant. Als de groene kant naar boven ligt, krijgt men bij de volgende keer dat er iemand met een spies vol slees langskomt, vlees. Wat dat vlees ook moge zijn: sirloin, kippenharten, worst, lam, om het even wat.

De obers komen dan met zo’n enorm roodgloeiend zwaard waar het sissend vlees op zit, ze dumpen dat op uw tafel (vlekken makend en vet spattend op uw kleren), en sliederen het vlees eraf op uw bord.

En ze kijken u verkeerd aan als het niet snel genoeg gaat. Toen we tegen één van die viezerds met een koptelefoon op drie keer na elkaar “no, thank you” hadden gezegd (neen, geen cola meer voor het moment, neen, geen water meer voor het moment, neen, geen nieuw vlees voor het moment) schoot die in een vlammende colère: “no thank you no thank you no thank you? you gonna say no thank you to the bill too?”

Jezus.

Het dessert was een emmer vol vanillecrème en chocolademousse, en nog vóór de tafel afgeruimd was, stonden ze er al met de rekening.

Het moet snel, snel, snel gaan. Even blijven zitten zonder noodzakelijk iets te doen is duidelijk not done in die restaurants. En het was er nochtans verschrikkelijk duur.

Maar hey, we gaan niet klagen: we hebben goed gelachen, vooral die keer toen de ober Koen’s nog niet eens lege glas Ice Tea wegnam en er een glas Cola voor in de plaats zetten.

[foto’s zet ik er vanavond bij, nu vertrekken naar de Everglades!]



Reacties

5 reacties op “Radgebraakt”

  1. In Antwerpen, in de buurt van het eilandje, is er ook zo een restaurant, Fogos. De bediening is er beter dan wat je hier beschrijft, en het eten voortreffelijk. Moet je zeker eens naartoe gaan.

  2. Ik sta er wel van versteld dat ze zo onbeleefd waren bij dat restaurant — hopelijk heb je ze een fooi van een cent gegeven ofzo?

  3. Ja ik ook ik heb daar altijd heel erg vriendelijk (tot op het fake zijn, erover zo) bediend geweest… straf 🙂 hebt ge die mensen de evil eye gegeven Michel?

  4. Ze waren zo vriendelijk om de fooi in het totaalbedrag op de afrekening bij te tellen zodat we geen moeilijke berekeningen moeten doen…

    Dus we hadden niet echt de keuze hoeveel fooi we zouden geven.

  5. tjah “overdaad schaadt” willen ze duidelijk niet kennen in the states. toch een bijzonder pijnlijk gegeven in deze tijden van schaarste, denk ik dan.