HT&D, voor de jongere leesbuiskindertjes, was een programma op VTM, lang geleden. Een reeks oudere mensen zitten achter een toog, en vertellen elk om beurt een grap. Er is geen lachband, maar het staat me bij dat er een verdacht enthousiast en meestal behoorlijk geriatrisch publiek zat: het programma was al belegen toen het voor het eerst uitgezonden werd.

Het was bij momenten meer dan fake, er deden een aantal patent ongrappige personages mee, en er zaten terugkerende grappen in die ik benenkrullend vond zo slecht. Maar als Walter Capiau rechtstond om een grap te doen, hield de natie haar adem in.

Walter Capiau is een meester in het genre. Timing, taal, mimiek: de toogmop verheven tot poëzie. Vier minuten om een hele wereld te maken, zó tijdloos dat het even grappig zou zijn in Aken in 800 als in Vilvoorde in 1990 als op Mars in 2050.

Walter Capiau heeft meer humor in zijn pink dan de meeste tegenwoordige grappigaards in hun hele lijf. Als Walter Capiau spreekt over humor, dan luister ik.

En kijk, ik lees bij Xander (op het interweb noemen we de mensen bij hun voornaam, zo lijkt het alsof we elkaar allemaal kennen) dat Walter Capiau dit zei in P-Magazine

‘Alle Stand-Up Comedians tegenwoordig vertellen allemaal hetzelfde en het gaat alleen maar over pis en kak. Guido Depraetere dat was een comedian en HT&D DAT was humor, daar belééfde je de mop.’

En een beetje verder in het stukje bij Xander lees ik wat Geert Hoste zegt:

Als je twee dagen naar die mannen kijkt, weet je alles van hun privéleven en weet je hoe hun lichaamsfuncties werken. Dat interesseert me niet. […] Trouwens het is naïef om te denken dat je de Vlamingen nog kan choqueren met wat vuile woorden of met een tekening of een drol.

Ik waande me een negertje bij de slager, zo knikken dat mijn hoofd deed.

Verre van dat ik een kenner van het genre ben, of dat ik elke voorstelling van alle Vlaamse comedians ter wereld van de afgelopen twee jaar gezien heb, maar hey, dat is hier niet aan de orde. Wanneer ik het meemaak, stoort die pis en kak mij ook meestal.

Niet in de zin van “mo séh, wat dendién durft zeggen”, enorm verre van. Het stoort me op dezelfde manier dat die naakte mevrouw op het theaterpodium een paar jaar geleden me stoorde toen ze het nodig vond om in een emmer te pissen terwijl ze kersenpitten uit haar front bottom aan het wurmen was. Het stoort me omdat het overkomt als een compleet nutteloze poging tot shockeren.

Het stoort me omdat het zo gemakkelijk is. Doe een stuk, zeg op het einde iets “oo-la-la zo grof jong” en de zaal ligt plat. Ik kan niet direct een voorbeeld citeren, maar ik kan me enorm hard herinneren dat de laatste paar keren dat ik comedy was gaan zien, ik keer op keer het gevoel had van “moest dit nu echt?”

Waarop het antwoord meestal — stom genoeg — was “nee, dit was eigenlijk al grappig zonder pipikaka, maar de mens was blijkbaar niet zeker genoeg van zijn stuk om het te doen zonder”.

En het heeft tenandere niets te maken met deze generatie vs. vorige generaties: in elke generatie, terug tot in de prehistorie, zal hetzelfde wel voorgekomen zijn. Ja, ik weet het. Ik zou man en paard moeten noemen, maar het is te lang geleden en te laat op de avond. Ik zal het dan doen als ik het nog eens meemaak.

Ik moest trouwens even heel hard bijna-glimlachen met Xander als hij schrijft

[…] het is naïef om te denken dat we vuile woorden nog gebruiken om te choqueren dan ons uit te drukken. Het is naïef om te denken dat vuile woorden nog geen onderdeel zijn geworden van hedendaags taalgebruik.

Mwaha: ’t is bijna filosofisch jong! Ik moet echt wel allemaal andere publieken meegemaakt hebben die — jong of oud, student of arbeider, man of vrouw — allemaal op dezelfde manier “ma how seh” doen en beginnen giechelen ongeacht wat er net voor gezegd werd, als er “vuile woorden” gebruikt worden, compleet met betekenisvolle pauze en wenkbrauwenverheffing.

En och, wees gerust: ik weet heel hard dat smaken en kleuren verschillen, en ik beschouw me absoluut niet als de maat van alle dingen.

Ik kan niet lachen met de stukken Geert Hoste-zaalshow die ik op TV zie, maar dat wil niet echt iets zeggen. Ik heb Hoste al meegemaakt buiten die zaalshows, en ik vond zijn gevoel voor –opnieuw– taal en timing, en mimiek, buitengewoon goed.

Ik heb nog geen zaalshow van Geert Hoste meegemaakt, ik kan me dan ook niet uitspreken over de grappigheid ervan — ik ga ervan uit dat Geert Hoste uit context even on-grappig is als Xander De Rycke uit context — maar ik weet bijvoorbeeld uit ervaring dat er mensen zijn die lachen met het typetje Freddy De Vadder, en ik kan me zelfs (met wat moeite) inbeelden dat er mensen zijn die het (waarschijnlijk) ook echt grappig vinden. Als dát geen inlevingsvermogen en ruimdenkendheid van mij is!

Wat blijkbaar niet kan gezegd worden van Xander, verdorie.

Het was trouwens Walter’s Verjaardagsshow, waar Grietje dobbelstenen naar beneden liet komen. Niet HT&D.



Reacties

12 reacties op “Lang leve HT&D”

  1. Der wordt enorm veel shock-humor geproduceerd heden-ten-dage. En zo af en toe mag dat wel eens in een show, zolang die pogingen tot shockeren niet de overhand halen.
    Ik volg de nl-talige humor niet meer zo op, maar denk dat er toch nog voldoende talent te vinden moet zijn wiens humor niet stoelt op shock/kak/pis. Rijckaert, Helsen (toch wel een beetje spijtig dat Vrolijk België niet meer bestaat) om die te noemen die ik nog een beetje ken.
    En wat Geert Hoste betreft, zijn mimiek is inderdaad zéér goed. Spijtig dat daar maar weinig van terug te zien is in zijn zaalshows (die in feite toch maar herhalingen zijn van grappen van de vorige jaren, met andere personages)

  2. Toon Hermans: mijn held!

  3. Komaan, mannen: I want names :-). Zo weet ik alvast naar welke show ik eventueel niét moet gaan.

  4. Klinkt nogal hard als het eeuwige ‘de jeugd van tegenwoordig-‘ en ‘vroeger was dan niet alles beter, maar toch wel veel meer dan nu’-verhaal.
    Er wordt al decennialang shockhumor gemaakt, met al decennialang zowel zeer goed als zeer slechte voorbeelden. De genieën zijn op alle vlakken en in elke era dun gezaaid.

    Voordeel van het verleden is dat de geschiedenis voor een filter heeft gezorgd die het kaf van het koren scheidde. Natuurlijk was Toon Hermans een held, maar tussen zijn contemporainen zaten ook zeikerds. Net zoals al die andere flauwerds naast Capiau, die hierboven worden aangehaald. Die zijn vergeten en hij niet, dus lijkt het alsof er toen meer kwaliteitscabaret/TV/jariejariejarie was.
    Ook nu LIJKT het of de ‘goeien’ verdrinken in de modderige middenmoot.

    Over twintig jaar herinneren zal blijken wie de goeien nu zijn. En geloof me vrij, daar zal ook wel een pis-kak-strontmop in zitten.

  5. Kabouter Wesley laat weten het hierbij niet te zullen laten!

  6. Helemaal mee eens! Goeie, slimme humor, dat heeft geen scabreuze elementen nodig, en al zeker niet om te shoqueren. Geef mij maar spitsvondige woordspelingen en absurde situaties, dingen waarmee je kunt lachen omdat het grappig is, niet omdat het “shoquerend” is.

    Er zijn er nochtans zovelen die het wel kunnen, Neveneffecten bijvoorbeeld. Maar toch blijft het grootste deel van de stand-up comedians het verkeerd doen. Eén van de belangrijkste redenen (zoniet de enige reden) dat ik daar eigenlijk nooit naar kijk, noch live, noch op tv.

    (En ik ben er ochgod 22, dus ’t moet zijn dat het toch niet zo’n “vroeger was het beter”-ding is. 😉 )

  7. Oeps, choqueren dus.

  8. @Greet, als je ze niet volgt, hoe kan je dan weten waarmee je de dingen vergelijkt? en ten tweede, vele standup comedians schrijven mee aan de neveneffecten waaronder bv Han Solo, die ook niet schuw is van een kak-grap

    kaka en pipigrappen zijn idd niet de beste grappen, maar veel comedians weten dat als hun ‘intelligenter’ materiaal niet werkt, dat 95% van de zaal wél zal lachen met die kakgrappen…

    er zijn nu eenmaal enorm veel domme publieken die ingewikkelde moppen niet snappen, en het is voor díé mensen dat de grappen geschreven worden.
    de plekken waar ik al ben gaan kijken… jezus man!
    gelukkig is er altijd het publiek van café the joker in antwerpen, die op elk niveau snapt waarover het gaat, en die bij domme woordspelingen of ongrappige dingen geen vin veroeren

  9. Onlangs presenteerde Walter Capiau nog eens een “Hoger Lager” tijdens een buurtfeest in Nieuw Gent (ze hadden begot zelfs nog eens Aurore van onder het stof gehaald ook).

    Hoe hij in geen tijd een ganse feesttent naar zijn hand kon zetten kan enkel maar respect opwekken.

  10. Gedachteoefening: wie laat je in het panel zitten van de Vlaamse versie van QI of Have I Got News for You?

  11. Bart De Wever? Marcel Vanthilt? Wim Helsen?

  12. Laat ze alsjeblieft hier in Vlaanderen hun fikken van BBC-programma’s houden. Gezien wat ze met Masterchef hebben gedaan?

    “Dit was het nieuws” op de Nederlandse televisie was (is?) een verdienstelijke poging, maar het niveau van het origineel zal men nooit halen.