Willy Vandersteen (tekst) – Willy Vandersteen, Robert Vandersteen en Karel Verschuere (beeld).
De Standaard Uitgeverij, 1959, 34 blz.
Ik dacht: Johan trekt op avontuur, maar breekt zijn zwaard. Hij moet dringend op zoek naar een nieuw exemplaar.
Het was: Kasteel Eikendale wordt geteisterd door een mysterieuze vloek. Een lichtgevend gebroken zwaard verschijnt, kooplieden worden overvallen, en net als Johan langskomt, was de rentmeester van het kasteel aangevallen. Johan besluit te blijven en het mysterie te onderzoeken; het blijkt de rentmeester zelf te zijn die de legende misbruikt en op zoek is naar de schat van het kasteel.
Johan, De Rode Ridder, doolt door het land, op zoek naar verdrukten, onderdrukten, bedrukten en anderen die onrecht aangedaan werd of wordt.
Het wordt al wat later op de dag, en Johan zoekt onderdak: ronddolen allemaal goed en wel, maar ’s nacht in een donker bos is het toch een beetje gevaarlijk. Ineens steigert zijn paard! Er ligt een ineengezegen man op de vloer van het bos! De man waarschuwt hem dat er gevaar dreigt! Een spookbeeld!
Johan trekt op onderzoek uit: plotsklaps verschijnt een lichtgevend gebroken zwaard in de lucht! De Rode Ridder is niet bang van ongewone verschijnselen, en hij smijt er dan ook onversaagd een steen naar. Het zwaard verdwijnt, en voor hij de achtervolging kan inzetten, roept de gewonde man hem terug: hij zou graag naar het kasteel in de buurt gebracht worden.
De man blijkt Reyhold te zijn, de rentmeester van Kasteel Eikendale. Reyholt beheert het kasteel tijdelijk, wegens alsdat de kasteelheer bij de koning geroepen was. Vrouwe Sieglinde, de vrouw van de kasteelheer, ontvangt Johan hartelijk en vertelt hem over de legende van het gebroken zwaard.
Jaren geleden was haar man slaags geraakt met een roofridder, die in zijn vrije tijd omging met heksen en tovenaars. De roofridder werd verslagen, maar hij smeet zijn gebroken zwaard in het moeras en sprak met zijn laatste adem een vreselijke vloek uit: “Eens zal mijn zwaard uit dit moeras oprijzen om mij te wreken!” Johan gelooft daar allemaal niet te veel van, en stelt voor te blijven tot het mysterie opgelost is.
Het duurt een tijd, maar uiteindelijk, tijdens een bewogen jachtpartij (Johan bijna opgevreten door een beer, ter elfder ure gered door Reyhold) verschijnt het zwaard opnieuw. Het jaagt het paard van Sieglinde op hol, Johan kan haar ternauwernood redden.
Sieglinde is er zo van aangedaan, dat ze besluit om bij familie te gaan logeren tot haar man terugkomt. De Rode Ridder vindt dat een uitstekend idee, en ondanks het protest van Reyhold, die het niet ziet zitten dat hij nu alleen verantwoordelijk is voor de kasteelschat die meneer Eikendale verborgen had, is Sieglinde er van onder.
Later die dag rijdt Johan door het bos, en daar ziet hij begot het paard van Sieglinde! Na een dolle achtervolging kan hij het vangen, en wat blijkt? Onder eht zadel zit een duimspijker! Varraad! Dat kan alleen de stalmeester zijn!
Johan sluipt het kasteel weer binnen (waarom? geen idee: normaal gezien weet niemand van iets, en zou hij gewoon doodgemoedereerd kuen binnengestapt zijn, toch?) en voelt de stalmeester aan de tand. Net als die alles wil vertellen, zakt hij in elkaar: een dolk in de rug!
Johan ziet een soldenier weglopen, en zet de achtervolging in! De soldenier duikt in een geheime gang! Johan volgt hem! Een donkere trap naar boven! Een zwaardgevecht! De soldenier valt, en is bewusteloos! De trap leidt naar de toren, en kijk nu: daar zit Sieglinde opgesloten!
It was Reyhold all along! Die was uit op de schat, en gebruikte de legende van het gebroken zwaard als excuus om strooptochten uit te voeren. Sieglinde heeft nog maar net haar verhaal gedaan, of de snoodaard stapt uit de schaduw en valt De Rode Ridder aan! Het gaat gelijk op! Reyhold heeft een dolk! Johan pareert! Oh nee! Reyhold bedreigt Sieglinde! Hij duwt op een hendel en Johan stort in een vergeetput!
Nu zijn de rollen gekeerd: Reyhold is de baas in het kasteel — wat Sieglinde ook moge denken over de trouw van haar onderdanen.
Reyhold zet Sieglinde op sekreet in de hoogste toren, en neemt formeel de macht over in het kasteel. De nar Broes, een dwerg, bied zijn diensten aan: hij zal spioneren voor Reyhold, zien dat de inwoners van het kasteel niets achter de rug van Reyhold bekokstoven.
Sieglinde weigert te geven aan Reyhold, zelfs als dat wil zeggen dat ze zal verhongeren. Wat de smiecht niet weet, is dat Sieglinde stiekem voedsel krijgt, via het torenraam. Als ze na een tijd nog altijd niet verzwakt, stormt Reyhold onverwacht binnen in de toren, vindt hij er een kruik, en spant hij een val voor de geheimzinnige bevoorrader. Het blijkt Broes te zijn, die de plannen van Reyhold dwarsboomde! Hij wordt gevangen, aan de strafaal gebonden, en hij zal de volgende ochtend geëxecuteerd worden.
In de vergeetput is Johan er, na ettelijke dagen, in geslaagd de voegen rond een steen uit te hollen, en zo via de waterput naast de vergeetput naar boven te ontsnappen. Hij bevrijdt Broes, die hem van de hele situatie op de hoogte stelt. Broes zal de landbouwers rond het kasteel mobiliseren, en Johan zal Sieglinde bevrijden.
Volgt een immens spannend gevecht met Reyhold en zijn kornuiten: uiteindelijk is Johan teveel verzwakt door zijn gevangenzetting, en lijkt het erop dat hij het onderspit zal delven… tot Johan plots in de verte de koehoorns van de landbouwers hoort! Hij kan nog net de valbrug laten zakken, en nét als Reyhold hem dreigt af te maken, redt een goed gericht pijl Johan van een gewisse dood.
Eind goed, al goed!
* * *
Veel spannender dan ik gedacht had: de zwaardgevechten zijn écht goed, en voor nauwelijks 34 bladzijden gebeurt er wel heel erg veel. Het is allemaal erg filmisch — Vandersteen heeft duidelijk naar heel veel Amerikaanse avonturenfilms gekeken, en een Errol Flynn of Douglas Fairbanks had niet misstaan in een Rode Ridderfilm.
Het verhaal van Johan zelf begint in medias res. Ik vermoed dat we in Vlaanderen zijn, ergens de 12de-13de eeuw zijn. Johan is een dolende ridder, ik heb de indruk dat hij niet van adel is, maar hij komt toch maar aan een wapenrusting en een paard. Ik kijk ernaar uit om meer te weten te komen over zijn familie, wat hem motiveert, waar hij vandaan komt en waar hij naartoe wilt.