We zijn net terug van een weekend Dardennen met Sandra’s vader, broer en zus  en alle kinderen. Wreed wijs, in een huis met een zwembad en alles!

Vorig weekend zijn we naar Dardennen gegaan met de mensen van mijn werk, Sandra en ik, geen kinderen.

Collega Ron en zijn madam zijn met ons meegereden: zij zaten vooraan bij Sandra, ik had achteraan in de auto postgevat. In het terugkeren: met mijn mantel op mijn schoot. En in de linkerbuitenzak van mijn mantel: mijn portefeuille en mijn iPhone.

Niet dat ik de iPhone nog gebruik als telefoon — Lumia 800 all the way, ondanks de miserabele batterij een veel betere smartphone dan de iPhone — maar wel dat ik die iPhone gebruik om in bed te lezen en soms eens een foto te nemen.

Oh, en ik weet zeker dat het de linkerbuitenzak was wegens dat de rechtsbuitenzak uitgeeft op de buitenwereld en dat de binnenzakken uitgeven op de binnenkant van de voering.

Enfin bon, dus, ja. Ergens onderweg naar een tankstationwinkel gegaan, daar nog staan vogelen met portefeuille en iPhone om geld te vinden voor een toiletbezoek en een flesje cola, en in de auto nog een foto genomen, een klein uur voor we thuis waren. Ik weet dat zeker, want het is een foto die ik elke dag op dat uur maak.

En dan komen we thuis, wil ik de telefoon nemen, en… ack! geen telefoon.

We waren nog maar juist thuis en we waren de auto nog aan het uitlegen, ik wist zeker dat de telefoon niet uit de auto gevallen was onderweg, de enige plaats dat hij kon liggen was in de auto, maar ik keer heel de auto ondersteboven, en: niets.

Inademen. Uitademen. Damned.

Nog eens zoeken. Keuken zoeken. Valies zoeken. Voering van jas zoeken: niets vinden. Fuck, fuck, fuck.

Een tijd later, naar bed. Midden van de nacht: opstaan, terug naar de auto. Zoeken. niets vinden.

Maandag: okay. Rustig blijven. Alles komt in orde. Telefoon kan niet kwijt zijn. Hij zal wel uitkomen. Gewoon afwachten, en het komt in orde. Als ik niets doe, zal iemand anders hem misschien wel vinden, en dan kan ik zeggen “ah ja, ‘k weet het, ik had hem daar gelegd maar ’t is omdat ik hem voor het moment niet echt gebruik”.

Dinsdag: kwaad op mezelf. Hoe is dat nu mogelijk godverdomme? Fucking hell verdju, altijd hetzelfde, waarom moet ik nu ook alles altijd willen meenemen, en dan alles kwijtgeraken?

Woensdag: okay. Bon. We zitten met een kwijte telefoon. Is er een manier dat ik iets kan doen? Misschien een tweedehandse kopen op eBay? Hoe zou ik dat moeten verkocht krijgen? Realistisch gezien: niét. Maar misschien dat ik er ergens eentje kan vinden heel goedkoop? Een oude? Een iPhone 3?

Donderdag: oh nééééééééé… Miserie misery miserie miserie miserie miserie. Okay ik heb er geen geld voor betaald, voor die telefoon, maar al-dat-geld! Shitshitshitshit. Er ziék van lopen dat ik die iPhone ooit gehad heb, maar nu niet meer.

Vrijdag: ah well. Niets aan te doen. Ik heb een Nokia, ’t is niet alsof ik geen telefoon heb. En ik heb een iPad, dat is ruim voldoende voor zowat alles dat ik ooit zou willen doen als ik mobiel ben. We kunnen op weekend vertrekken, ik zal hem niet missen, die telefoon.

Zaterdag: (toch spijtig dat ik geen iPhone heb, anders zou ik Albert Schweitzer kunnen lezen in bed in plaats van te moeten proberen in slaap vallen zonder boek)

Zondag, in het terugkeren van weekend, Louis: hey kijk papa, ik heb uw iPhone gevonden tussen de zetels op de achterbank!



Reacties

6 reacties op “Verloren voorwerpen: goed bezig”

  1. Kon je , om één of andere reden, “Find my iPhone” niet gebruiken?

  2. Het werkte niet. Tot zover Apple!

  3. find my iphone did it voor mij….

  4. Los van dit prachtige verwarde-prof verhaal : er is juist een software update gelanceerd om de batterij van de Lumia 800 wat langer te kunnen gebruiken. Bij mij ging het van ongeveer 18u naar meer dan 3 dagen !

  5. “Ik weet dat zeker, want het is een foto die ik elke dag op dat uur maak.”

    Deze zin intrigeert mij, Michel.