Ha, ‘t was boel in onderwijsland, of zoiets, omdat er ergens een enquête of een onderzoek of een opiniestuk had durven constateren dat het niet zo heel erg goed gesteld is met de algemene kennis van de gemiddelde leerling-die-naar-leerkrachtenopleiding-zou-gaan.
Ik heb ergens een link gevolgd naar een test met de 15 moeilijkste vragen, en dan een link naar een test met 92 vragen.
Om te beginnen: wat een belachelijke vragen. Belachelijk eenvoudig. Schaamtelijk simpel. En zo ongeveer allemaal multiple choice-vragen, hoe stom is dat?
Ik vind die vraagjes namelijk net een symptoom van het probleem.
Ik verwacht van leraars-on-spe dat ze Mao al was het een beetje in tijd en ruimte kunnen situeren, niet alleen dat ze hem op foto kunnen herkennen via eliminatie. Serieus, als er een wereldkaart getoond wordt, zouden ze toch minstens China op een kaart moeten kunnen aanduiden, en niet alleen via eliminatie kunnen zeggen “niet-Mongolië, niet-Rusland, niet-Nieuw-Zeeland, niet-Argentinië dus zal het wel China zijn”.
Ik verwacht bijvoorbeeld ook dat een leraar die geschiedenis en maatschappelijke vorming-of-hoe-heet-dat-tegenwoordig-ook-weer geeft iets kan zéggen over de scheiding der machten, en niet alleen dat die kan zeggen dat het met rechterlijke en wetgevende en uitvoerende macht te maken heeft en niet met landmacht-zeemacht-luchtmacht.
Maar dat is eigenlijk nog helemaal naast de kwestie, want eigenlijk wil ik daar helemaal niet bij stil staan. In het secundair onderwijs verwacht ik van een leraar Frans of Engels dat die toch min of meer foutloos Frans of Engels spreekt, en in de lagere school wil ik ervan uit kunnen gaan dat de leraar een minimum aan basiskennis heeft.
Als mensen een lerarenopleiding gaat volgen, vind ik dat men er daar van mag uitgaan dat er geen tijd moet verloren worden met idiotieën die ze op school hadden moeten leren. Als toekomstige leraars Frans de eerste twee jaar van hun studie moeten vullen met passé composé en uitspraak, dan hadden ze misschien best iets anders gekozen. Ik ga ervan uit dat als je wiskunde of scheikunde of Engels gaat studeren, dat je dan tot januari of zo van het eerste jaar tijd krijgt om de leerstof van de humaniora even snel te herhalen, en dat het dan vooruit mag gaan. .
Als dat niet kan, dan is er iets verkeerd. En verdorie ja, dat is de schuld van wat er op school gebeurt. Van het voortdurend naar beneden nivelleren, van het opleuken van alles. Van de slinger die bijna helemaal doorgeslagen is naar vaardigheden en helemaal weg van kennis.
Niet dat onze kinderen er veel last van zullen hebben: bij ons thuis doen ze vanzelf wel kennis op, en we kijken naar het nieuws, en ze lezen boeken en alles. ‘t Is voor kinderen die niet dat geluk hebben, dat het erg is.
Reacties
10 reacties op “Kennis en vaardigheid en dingen”
De keuzemogelijkheid voor Jean-Luc Dehaene bij de foto van Winston Churchill vond ik anders wel grappig. Maar inderdaad, papsimpele vragen die dan nog eens zo gemakkelijk werden gemaakt door de meerkeuze. Ik ging wel in de fout bij de middeleeuwen. Battle of Hastings, dat zit ver.
allez, en het tapijt van Bayeux stond er dan nog eens bij. 🙂
Michel, je bedoelt het borduurwerk uit Kent?
Als je de percentages bekijkt van wie de vragen fout hebben beantwoord en er van uit gaat dat die allemaal een nageslacht kweken dan ziet het er inderdaad niet goed uit.
Het ergste van al… ik vond die 92 vragen ook poepsimpel (2 foutjes en 1 gewoon fout geklikt) en ik geraakte met de hakken over de sloot uit de humaniora.
Het ergste van al is dat ik heel veel mensen hoor klagen, maar weinigen durven echt met de vinger wijzen naar de socialisten wiens egalitaire onderwijsexperimenten hiervoor verantwoordelijk zijn.
Zie mij wijzen. Vingers in de richting van de opeenvolgende Vlaamse regeringen.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Belgische_ministers_van_Onderwijs
1968-1972 : Piet Vermeylen (BSP) (nationale opvoeding)
1972-1973 : Willy Claes (BSP) (nationale opvoeding)
1973-1974 : Willy Calewaert (BSP)
1974-1977 : Herman De Croo (PVV)
1977-1980 : Jef Ramaekers (BSP)
1980-1981 : Willy Calewaert (BSP)
1981-1988 : Daniël Coens (CVP)
1988-1989 : Willy Claes (SP)
1988 : Luc Van den Bossche (SP) (staatssecretaris van onderwijs)
1988-1989 : Pierre Chevalier (SP) (staatssecretaris voor onderwijs)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Vlaamse_ministers_van_Onderwijs_en_Vorming
1981-1985 : Jan Lenssens(CVP)
1985-1988 : Theo Kelchtermans (CVP) (onderwijs en vorming)
1988 : Hugo Weckx (CVP)
1988-1992 : Daniël Coens (CVP)
1992-1998 : Luc Van den Bossche (SP) (onderwijs en vorming, gecombineerd met ambtenarenzaken)
1998-1999 : Eddy Baldewijns (SP)
1999-2004 : Marleen Vanderpoorten (VLD) (onderwijs en vorming)
2004-2009 : Frank Vandenbroucke (sp.a) (onderwijs en vorming, gecombineerd met de bevoegdheid werk)
2009- : Pascal Smet (sp.a)
Ik ben 42. Ik lees graag boeken. Geschiedenis en zo. Wat ik doorheen de jaren ontdekte, is dat zowat alles wat mijn leraren uit de lagere school me leerden over geschiedenis gewoon fout was. Hopeloos verouderde inzichten en clichés die ze zelf wellicht in de jaren ’50 en ’60 op hun schoolbanken geleerd hadden. Echt nieuw is het fenomeen dus niet.
Je kan van een onderwijzer ook niet verwachten dat hij alles van alles weet. Dan was hij/zij immers wellicht geen onderwijzer geworden. Ik denk eigenlijk dat er andere criteria zijn die een goede leraar maken.
Daarbij aansluitend: sinds ik naar de unief ging, verdraag ik geen lesgevers meer die niet oneindig veel meer dan ik weten over het onderwerp waarover ze les geven. Maar moeten we dat niveau ook verwachten van onze onderwijzers? Kan dat überhaupt?
Soit, het zal wel allemaal de schuld van de Sossen zijn natuurlijk.
Mijn schoonvader zaliger zei, een dokter moet de ziekte niet gehad hebben om ze te kunnen genezen. Een leraar kan niet alles weten. Een gemiddelde burger weet meer dan de zogenoemde Homo universalis. Naar het einde van mijn loopbaan ben ik nu ook in het onderwijs terecht gekomen. Ik geef les in een CVO en daar zitten soms mensen in de klas die zelf les geven. Als ik langs de zijlijn soms een onderwerp natuurkunde aanraak dan zijn het niet die leerkrachten die als eerste mee zijn. (oppervlakte spanning bijvoorbeeld) Voor mijn part behoren zo’n onderwerpen tot algemene kennis van iedereen.
De vragen leken mij zelf belachelijk gemakkelijk en het was nogal confronterend, dat die jonge mensen dat niet wisten. Ik ben er echter zeker van, dat zij dingen weten die wij niet weten. Ik leer ook nog alle dagen bij van collega’s en cursisten.
Wat me in het onderwijs wel heel erg confronteert is het feit dat ik morgen met een (reaffectatie) vingerknip terug op straat kan staan. De hedendaagse minister hoor ik op radio met mooie woorden en beloften zwaaien. Er moeten mensen aangetrokken worden en gemotiveerd worden… Maar let op jonge leerkrachten want op het moment dat er en gereaffecteerde neerstrijkt op uw school kunt ge zonder enige vorm van sociale bescherming om straat staan. Wel dop, geen voor opzeg. Geen contract, wel een functie omschrijving. Ik denk niet dat er dan ook één enkel beroep is waar er zo weinig bescherming is. Dus alvorens op de opleiding te gaan kafferen eerst eens zien wat ge die mensen aanbied. Ik heb zelf al uren en uren gewerkt om cursussen en informatieve inhoud in elektronische leerplatformen te steken. Dat is me niet teveel. Maar de buurman zegt nu wel gij hebt het goed nu 2 maand vakantie. Die ik dan vul met weer een nieuwe cursus maken. Bij te blijven en informatie te zoeken van nieuwe ontwikkelingen. De buurman gaat binnenkort op wel verdient pensioen op 58j met 2000€ pensioen, maar blijft toch een beetje afgunstig op het verlof van de leerkracht.