Het hele Song of Ice and Fire tot nog toe is erdoor gejaagd, en elke dag een Culture-boek lezen, da’s gelijk een beetje respectloos. Dus dacht ik: tijd om eens Tales of Dunk and Egg te lezen, de Song of Ice and Fire prequels-enfin-tussenquels-min-of-meer.
Negentig jaar vóór A Game of Thrones, in Westeros. Daeron de Goede (Daeron II Targaryen) is 25 jaar koning.
Dunk is de schildknaap van Ser Arlan of Pennytree, een ridder zonder meester (“hedge knight” klinkt zoveel mooier en poëtischer, vind ik). Dunk is een (zeer grote) jongen van Fleabottom (de sloppenwijk van King’s Landing). Arlan sterft, maar riddert Dunk net voor zijn dood. Op weg naar het toernooi van Ashford komt Dunk (ondertussen Ser Duncan) een kale staljongen tegen, Egg, die absoluut zijn schildknaap wil zijn.
Dunk ziet dat niet zitten, maar uiteindelijk wurmt Egg zich een weg in Dunk’s dienst, en ook wel in zijn hart.
En dan is er een uit de hand gelopen incident met Prins Aerion Targaryen (kleinzoon van Daeron en de schlechte schlechterik van dienst), en blijkt Egg de jongere broer van Aerion te zijn. De jongen die later koning Aegon V zal zijn, Aegon the Unlikely, de vierde zoon van Maekar, die ook al de vierde zoon van Daeron was — en de jongere broer trouwens van Maester Aemon van de Night’s Watch.
Het toernooi wordt een impromptu gerechtelijk toernooi, wegens lèse-majesté van Dunk. Met meer dan bijzonder verregaande gevolgen voor de hele geschiedenis van Westeros.
Er is ook een graphic novel van in zes delen, maar ik heb het gelezen als een para-legaal gedownload ebook, en het rare van de zaak: ik moet dit een eeuw geleden ook al gelezen hebben, en er niets van onthouden hebben. De anthologie waarin dit verscheen, Legends: Short Novels by the Masters of Modern Fantasy uit 1998, staat in mijn bibliotheek en heb ik bijzonder graag gelezen. Ik herinner me dat ik vooral uitkeek naar de verhalen van Pratchett, Stephen King en Ursula K. Le Guin, ‘t moet zijn dat het verhaal van George R.R. Martin vijftien jaar geleden weinig of geen indruk nagelaten heeft.
Na (manifest dus her-)lezing vond ik: een fijn verhaal, met sympathieke personages, veel vaart en verrassend veel diepgang, en terloops machtig interessant voor wie meer dan een vluchtige interesse heeft in (de geschiedenis van) Westeros en aanverwanten.
Bijzonder blij dat Martin zegt dat hij er een hele reeks van plant te schrijven.