Ik ging voor de x-de keer in discussie gaan, maar toen zei ik sod it, ik heb dat allemaal niet nodig, discussiëren om het discussiëren.

Ik ging mij voor de zeerveelste keer engageren om iets te doen voor mensen waar ik het eigenlijk zelfs niet eens mee eens ben, en proberen om ze op een ander gedacht te brengen, maar toen zei ik sod it, ze wisten op voorhand dat ze hun gat gingen verbranden, ze wisten op voorhand dat er blaren gingen zijn, ze wisten op voorhand wat eraan te doen, en nu zijn ze verbrand, wel: dat ze op de blaren zitten. 

Ik las tekst na tekst op het internet en op de gazetten waar ik vanbinnen in een onheilige furie van verontwaardiging spontaan in zelfontbrandingsmodus ga, en ik zou willen fulmineren en tieren en roepen, maar toen zei ik, ah what the fuck, wie zit eigenlijk op mijn opinie te wachten? 

Eens gewoon consequent zeer lang aan een stuk nee zeggen en sod it, da’s misschien een idee.

Ik heb nog boeken te lezen en films te zien en series te bekijken. Misschien als ik de wereld met grust laat, dat de wereld mij ook met grust laat. 



Reacties

Eén reactie op “Maar toen zei ik sod it”

  1. Als je dinsdag ‘sod it’ gezegd had, hadden we je heerlijk post ‘Ben Weyts est bon pour le moral’ misschien moeten missen…