Een goede huisapotheek: ’t is een gemak. Pijn? Pil. Veel pijn? Andere pil. Koppijn? Nog andere pil. Véél koppijn? Pil met een boek vol waarschuwingen erbij, zien of het betert en bijhouden hoeveel ik er neem. Oorpijn? Oordruppels. Ontsteking? Bruine pillen.
En zalven, windels, ontsmettingsgerief, plakkers, pleisters, krukken, steunverbanden: elk jaar komt er meer en meer in huis.
Huisapotheken zijn deprimerende dingen. Het begint simpel, met wat aspirine en misschien een doos pleisters. En dan komen er allerlei andere dingen bij, voor gespecialiseerde zaken — kinderen, als het goed is, aanslepende dingen voor volwassenen als het slecht is.
En op den duur komen de pillen gelabeld en geklasseerd, op een hoopje bij elkaar in een vakje van een doosje per dag of per deel van de dag.
En dan zijn er stapels pillen en dozen op overschot, stille getuigen.