Hoezee! World building! Fijne personages!
‘t Is een fantasy-boek in een wereld met een volledig eigen gezicht, hoera! Het voelt als iets tussen koude oorlog en negentiende eeuw. Eén continent had tot voor een paar honderd jaar een reeks goden (Olvos, Kolkan, Jukov, Ahanas, Voortya, en Taalhavras) die de hele realiteit konden vervormen, een ander continent was een soort wingewest.
En dan gebeurden er gebeurtenissen, en lang verhaal kort: een persoon die de Kaj genoemd wordt, slaagt erin om de goden dood te doen. Wat meteen wil zeggen dat zowat alle mirakels van de goden (lang leven en gezondheid voor de onderdanen, mild klimaat, heelder fantastische steden), ook meteen verdwijnen.
Met over een korte tijd miljoenen doden tot gevolg. En dat het ene continent (met nu géén goden) totaal verarmd raakt, en onderworpen aan het andere continent, dat zich langzaam maar zeker in een industriële revolutie hijst.
Hoofdpersonage is Shara Thivani, een afstammelinge van de Kaj en een gevaarlijke en mysterieuze spion. Met een even gevaarlijke en mysterieuze bodyguard-secretaris, Sigrud. Zij komt toe in Bulikov, de city of stairs uit de titel, ex-heilige stad en hoofdstad van het continent met de goden, om de moord op Efrem Pangyui, een mentor en idool van haar, te onderzoeken.
Pangyui was blijkbaar op onderzoek over de goden en had blijkbaar dingen ontdekt. Oooooh.
‘t Is spannend, ‘t is leutig, ik heb het graag gelezen, en ik kijk uit naar en vervolg. Of eigenlijk zelfs naar een proloog.