Een journalist die meer dan een jaar in de loopgraven zit, samen met de mensen die een nieuwe computer aan het maken zijn. Die de computer volgt van ontstaan tot oplevering, in een periode dat er nauwelijks sprake was van personal computers: eind de jaren 1970, toen IBM oppermachtig was en Data General de gevaarlijke en hippe New Kid on the Block was.
Maar nu zit Data General mogelijk zelf in de problemen: DEC’s VAX is sneller en beter dan het beste dat Data General heeft. En dus beslissen ze om op een nieuwe plaats een volledig nieuwe afdeling op te richten om een fantastische nieuwe machine te maken die vele kere beter zal zijn dan de VAX (maar ook veel complexer). De achtergebleven mensen, die niet ana het nieuwste van het nieuwste werken, moeten ondertussen maar incrementele verbetering aan de bestaande Exlipse-lijn doen.
En dat ziet Tom West, niet zitten. Zijn meesterplan: de bestaande 16-bit Eclipse hermaken in een 32-bit-versie, die backwards compatible zal blijven. Als een soort Plan B, voor in het geval het niet zou lukken met de nieuwe machine.
Hij stelt een klein team samen van oude rotten, aangevuld met een hele stapel mensen die net afgestudeerd zijn, “zo jong dat ze nog niet weten wat onmogelijk is”, en past er de paddenstoel-magament-theorie op toe: “keep them in the dark, feed them shit, and watch them grow”.
Het boek slaagt er nooit in om Tom West helemaal te verklaren: hij blijft een mysterieus iemand, in zijn jeugd rebels, een muzikant, heel de wereld afgereisd voor het Smithsonian, en dan bij Data General terechtgekomen waar hij eerst zelf in de loopgraven zat maar redelijk snel ‘management’ werd. Voor zover we zien moet hij totaal schizofreen geleefd hebben: op het werk droog en een imago van bullebak en tiran, maar buiten het werk een compleet andere persoon.
West usually drove out of Westborough fast after work. “I can’t talk about the machine,” he said one evening, bent forward over the steering wheel. “I’ve gotta keep life and computers separate, or else I’m gonna go mad.”
En toch tot zijn pensioen bij hetzelfde bedrijf gebleven. Weird.
Waar Tracy Kidder wel in slaagt, is de heldentocht te omschrijven. Van niet weten of het zelfs maar zou kunnen, over de successen en tegenslagen, tot de uiteindelijke oplevering van de Data General Eclipse MV/8000. Met naast Tom West focus op de Hardy Boys onder Ed Rasala, de mannen die de hardware moesten maken, en de Microkids onder Carl Alsing, die de microcode schreven. En natuurlijk is het maar één computer van de zovele, heeft niet op honderdduizend er ooit zelfs maar van gehoord, is het niet eens een voetnoot in de geschiedenis — maar voor de mensen die hem aan het maken waren, was het dat anderhalf jaar hun hele leven.
Allemaal zeer confronterend, voor wie ooit iets in IT gedaan heeft.
Geen boek om managementtechnieken te leren, geen boek om een geschiedenisles te krijgen, geen boek waar veel over computers in staat, maar toch verplichte lectuur voor al wie iets met computers en management doet, denk ik.
Pulitzerprijs ook, en doet mij goesting krijgen om andere boeken van Kidder te lezen.