Nee, ’t is nog niet echt écht begonnen wegens nog geen Miles Vorkosigan, maar het begint te komen: er zit toch al een Vorkosigan in. Het is dan wel de vader van het personage waar de meeste boeken over gaan, maar hey.

Cordelia Naismith woont op de planeet Beta, Aral Vorkosigan woont op een andere planeet, Barrayar. ’t Is niet dat er oorlog is tussen de twee, maar ze leven toch op gespannen voet. Naismith landt met haar schip op nog een andere planeet, wordt daar aangevallen. Vorkosigan bevindt zich ook op die planeet, maar blijkt snel dat hij het niet is die haar aangevallen heeft, maar wel een deel van zijn crew die tegen Vorkosigan aan het muiten geslagen was (duistere machinaties met interne politiek en Vorkosigan die van een nobele familie is maar geen vrienden heeft gemaakt).

Twee mensen op leeftijd (zij in de dertig, hij in de veertig), met elk een moeilijk relatieverleden en een sterk karakter: ’t is liefde op het eerste gezicht, al duurt het nog een beetje langer voor zij het ook toegeeft.

Maar geen wilde seksscènes, nee meneer: ’t is eer en beleefdheid en alles. Ter illustratie, een stuk van als Cordelia Naismith terug is op haar planeet (en Vorkosigan terug op de zijn, zonder dat ze ook maar één kus hebben uitgewisseld):

Cordelia’s mother laughed uncertainly. “He surely seems to have charmed you. What does he have, then? Conversation? Good looks?”

“I’m not sure. He mostly talks Barrayaran politics. He claims to have an aversion to them, but it sounds more like an obsession to me. He can’t leave them alone for five minutes. It’s like they’re in him.”

“Is that—a very interesting subject?”

“It’s awful,” said Cordelia frankly. “His bedtime stories can keep you awake for weeks.”

“It can’t be his looks,” sighed her mother. “I’ve seen a holovid of him in the news.”

“Oh, did you save it?” asked Cordelia, instantly interested. “Where is it?”

“I’m sure there’s something in the vid files,” her mother allowed, staring. “But really, Cordelia—your Reg Rosemont was ten times better looking.”

“I suppose he was,” Cordelia agreed, “by any objective standard.”

“So what does the man have, anyway?”

“I don’t know. The virtues of his vices, perhaps. Courage. Strength. Energy. He could run me into the ground any day. He has power over people. Not leadership, exactly, although there’s that too. They either worship him or hate his guts. The strangest man I ever met did both at the same time. But nobody falls asleep when he’s around.”

“And which category do you fall in, Cordelia?” asked her mother, bemused.

“Well, I don’t hate him. Can’t say as I worship him, either.” She paused a long time, and looked up to meet her mother’s eyes squarely. “But when he’s cut, I bleed.”

“Oh,” said her mother, whitely. Her mouth smiled, her eyes flinched, and she busied herself with unnecessary vigor in getting Cordelia’s meager belongings settled.

Ja, echt grote liefde, dus.

Volgen avontuur en romantiek en alles. En een opstapje naar het volgende boek. Them’s all good eats. Niets uitgesponnen zevering, gewoon rechttoe rechtaan, hop vooruit met de geit.

Fijn.

[van op Boeggn ]