Ah, het plezier van het vrij onderwijs, waar leerlingen stukken minder werkingsmiddelen krijgen dan leerlingen in het gemeenschapsonderwijs.

Ik schreef over mijn schok bij het krijgen van één van de schoolrekeningen voor de kinderen.

‘Schok’ is veel gezegd natuurlijk, want we krijgen die rekeningen al jaren. ‘t Is gewoon dat onze kinderen van zodra ze alleen kunnen fietsen niet meer naar die opvang gaan, en dat ik vergeten was wat dat eigenlijk kost, kinderen van vier op de speelplaats of in een speelzaal laten spelen.

Reageert Kaat:

Als ik zo de rekening zie dan is het onderwijs bijna gratis (op de traktatie na), maar de opvang niet. […]

Wat ik vooral zie is dat het onderwijs/overheid en allerlei opvang nog altijd niet is voorzien op een wereld waarin beide ouders werken. Je kan het niet zomaar op de onderwijzers/leraren schuiven (cfr. de discussie luiers vevangen bij kleuters), maar ook niet naar de ouders (ze moeten maar bij hun kinderen blijven).

Nog eentje : een school is verplicht om bij het begin van het schooljaar een gegronde raming van de kosten te geven. In principe zou dat geen verrassing mogen zijn. Ik hoop dat je toch tenminste correct was ingelicht.

Te beginnen met de binnenkopper: ja natuurlijk, school is er niet op voorzien dat twee ouders werken en dat grootouders niet elke dag kunnen springen voor opvang. En dan heb ik nog enorm veel geluk dat ik geen overuren moet doen op mijn werk, en dat ik in de buurt van de school kan werken.

Maar behalve dat, is het inderdaad zo dat we op voorhand correct ingelicht worden.

Er staat vanalles in het schoolreglement, onder meer dat de maximumfactuur voor verplichte activiteiten nooit meer dan 85 € per schooljaar zal zijn. En natuurlijk valt naschoolse opvang niet onder die maximumfactuur.

De lessen stoppen op maandag, dinsdag en donderdag om 15u50, op vrijdag om 15u. Als de lessen gedaan zijn is er een half uur toezicht, dan is er 50 minuten geleide studie (mogelijkheid om aan een studiemeester te vragen lessen te overhoren en huiswerk na te kijken), en dan is er nog maximaal anderhalf uur niet-geleide studie. Kinderen mogen alleen opgehaald worden op het einde van de studie, niet tijdens. En om 18u sluit de school haar deuren.

Als de basisschool sluit worden de kinderen die niet tijdig opgehaald worden opgevangen door een leerkracht die de “noodopvang” verzekert. Bent u – bij het sluitingsuur van de school – te laat om uw kind op te halen, dan rekenen we erop dat u de school telefonisch verwittigt (09/2357260 of 0499/059363).

We willen echter vermijden dat ouders systematisch van deze noodopvang gebruik maken, daarom hebben we onderstaande betaalregeling – in overleg met de oudervereniging – uitgewerkt:

  • Komt u een eerste keer te laat uw kind ophalen? Dan zien we dat eenmalig graag door de vingers.
  • Vanaf de tweede keer betaalt u € 5 voor het eerste aangesneden kwartier, daarna betaalt u per aangesneden kwartier € 10.

En ja, dat kost geld. Ik vind niet direkt hoeveel het kost voor die opvang, maar ik ga er van uit dat het ons ooit ergens gezegd is.

Het reglement geeft wel een hele lijst van dingen waarvoor onder meer een bijdrage van de ouders kan gevraagd worden:

  • Toneelvoorstellingen
  • Poppentheater
  • Film
  • Muzikale optredens
  • Jeugdschrijver (vergoeding, verplaatsingsonkosten)
  • Onkosten bij de komst van een extern deskundige (gastspreker,…)
  • Museumbezoek
  • Inkomgeld bij leeruitstappen
  • Onkosten bij leeruitstap (fooi, vervoer, gids,…)
  • Sportactiviteiten (sportdagen, ijsschaatsen,…)
  • Turnuniform
  • Badmuts
  • Zwemmen
  • Extra-muros-activiteiten
  • Tijdschriften
  • Vakantieboeken
  • Klasfoto
  • Individuele foto
  • Lidgeld oudervereniging

En er is een ruwe schatting van de kosten per leerjaar:

KS 1 2 3 4 5 6
Sportactiviteiten 18 18 18 18 18 20
Turnuniform 35 35 35
Leeruitstappen 8 31 36 32 40 25 30
Zeeklas 210
Ardennenklas 210
Zwemmen 20 20 20 20 20
Badmuts 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5
Diversen 45 85 85 85 85 85 85
Oudervereniging 12 12 12 12 12 12 12
Totaal 65 181 171 202 385 195 377

Dus in principe valt het allemaal wel mee. Veel geld, ook omdat het onderwijsnet minder geld krijgt van de overheid (maar wij betalen wel mee belastingen voor het gemeenschaps- en stadsonderwijs, ZIE MIJ VERONTWAARDIGD ZIJN), maar verspreid over een jaar budgeteerbaar.

Alleen die opvang, die was ik dus vergeten.

Update: schaam op mij. Ik laat mij dingen wijsmaken.  Voor de duidelijkheid: er is geen verschil (meer) tussen de netten. Vroeger was het ongeveer het dubbele per leerling in verhouding tussen het ene en het andere net.

Nu kunnen enkel nog objectieve verschillende andere bedragen betekenen, zoals bijvoorbeeld als een school meer dan één levensbeschouwelijk vak aanbiedt. Of als het sociale profiel van de school ander is (meer leerlingen met moeder met een laag opleidingsniveau, met een andere thuistaaln die een schooltoelage krijgen, of die in achtergestelde woonbuurten liggen).



Reacties

6 reacties op “Nog eens het niet-gratis onderwijs”

  1. Den tijd dat het vrije net minder kreeg dan ander onderwijs is al lang voorbij. Ze krijgen evenveel. Maar soms is het handig dat ouders dat blijven denken ….

    1. Weg met uw feiten!

      Ik voel dat zo aan, dus het is waar!

      😀

    2. Dat is niet helemaal zo. Uiteraard krijgt het vrije net subsidies. Het verschil is wel dat officieel onderwijs/gemeenschapsonderwijs ook omkadering krijgt van de overheid. Vrij onderwijs niet: dat wordt gezien als privé-initiatief. Dat heeft in de praktijk wel gevolgen voor de (werking van) de school. De vaak verouderde gebouwen van katholieke scholen zijn daar voorbeelden van.

      1. Haha. Da’s waar. In al die jaren gemeenschapsonderwijs heb ik nooit les gehad in een tot op de draad versleten gebouw. Ahum. Of houten barak. Paviljoen. Ja, paviljoen heette dat toen.

    3. Hoe dan ook, laten we even afstappen van het ‘onderwijs volgen’ en spreken over ‘naar school gaan’, dat is bijlange niet gratis (en gewoonweg duur) en het is iets waar ik mij al mijn hele beroepsleven aan erger. Scholen hebben dan wel de plicht om iedere leerling in te schrijven maar wees gerust dat sommige scholen veel duurder uitvallen dan andere en er op die manier (al dan niet gewild) wel degelijk sociale selectie is. Er is daar ook geen reglementering over. Sneeuwklassen en bosklassen, culturele uitstappen. uniformen etc. Het is eigen aan een school en er is geen keuze. Het is alsof het hele onderwijs en de overheid daar blind voor zijn. In het secundair onderwijs zijn er scholen die vanaf het tweede jaar meerdaagse (buitenlandse) vakanties aanbieden. Op zich zijn ze misschien niet zo duur voor wat je krijgt, maar tel dat maar op ieder jaar met een paar kinderen. Men argumenteert dan dat het ‘niet verplicht is’. Leg dat maar eens uit aan je kind als 80 tot 90 procent wél meegaat en dit hét gespreksonderwerp is na de vakantie.
      Ik zie in uw overzicht zaken staan die zeer aanvechtbaar zijn en niet mogen aangerekend worden. Maar ge zijt precies al verontwaardigd genoeg :-).
      Hoe dan ook, ik deel je verontwaardiging. Naar school gaan is niet gratis, wat men ook beweert. En dat zou het moeten zijn.

  2. Wat ik opvallend vond aan die rekening was dat de middagopvang erbij stond. Dat ging bovendien niet over een symbolisch bedrag (zoals in mijn eigen school, die katholiek was), maar lag tamelijk hoog. Dat klopt toch, of ging het uitsluitend om avondopvang?

    Nu, over avondopvang kan gediscussieerd worden, maar middag vind ik opvallend, omdat ik – met een kind in het gemeenschapsonderwijs – dat niet moet betalen. Voor mij hoort het bij gratis dagonderwijs.

    Daarnaast vond ik dat het bedrag behoorlijk hoog was. Een euro per dag per leerling, voor een middagtoezicht waar de ratio waarschijnlijk vrij hoog ligt: ik vraag me af hoe die uitgave exact in elkaar zit.

    Maar eigenlijk is de schoolrekening ook nog wel een stuk hoger dan die van ons. Het toont mij weer hoe arm deze buurt van Brussel is: dingen als 12 euro voor ouderwerking zou het merendeel van de ouders niet kunnen/willen (vage grens, soms, maar wel een reële). Idem met (denk ik, nog maar weinig ervaring met lager onderwijs) ‘foliekes’ als zee- en bosklassen. Wij zitten duidelijk in de categorie: achtergestelde buurten + andere thuistalen + wat nog niet meer. Ik ben trouwens heel tevreden over die dynamiek, het is simpel en goedkoop en ik heb niet de indruk dat de kinderen het erg vinden.