Na het Musée d’Orsay zijn we naar de Eiffeltoren gegaan. Omdat, euh, tja, dat moét als ge als kind de eerste keer in Parijs zijt, nee?
Bewijs:
Enfin ja, da’s bewijs dat we in de buurt van de Eiffeltoren zijn geweest op het Champ de mars. We hebben ons wel degelijk een baan geworsteld door de toeristen en de brolverkopers, de kraampjes met veel-te-dure vanalles en de hypersecurity om tot onder de Eiffeltoren te gaan staan:
‘s Avonds zijn we dan in de buurt van onze Airbnb gaan eten: een biologische pizzaboer die zelf zijn eigen deeg maakt met water van de artesische bron onder Parijs. L’Athanor, “des pizzas au goût inimitable, entièrement faites à base de produits bio et de qualité, dans un espace convivial et chaleureux.” ‘t Zag er niet indrukwekkend uit en de “espace convivial et chaleureux” is gewoon een kleine ruimte met barkrukken die op een tablet uitgeven en een blinde muur, maar ‘t was wel zeer lekker.
De Airbnb trouwens was bijzonder fijn: 440 euro voor vier nachten in een aangename buurt dicht bij de metro. Een onooglijk klein deurtje, daarachter een lange gang, die uitgaf op een binnenkoer, een trap naar boven met op het einde nog een binnenkoer, en dan het huis zelf: op vier verschillende niveaus een living/eetplaats/keuken, wasplaats, twee kinderslaapkamers, badkamer, en master bedroom.
https://www.youtube.com/watch?v=D00jqZcOLvM
De volgende dag zijn we vroeg opgestaan om de toeristen vóór te zijn aan het Louvre. Natuurlijk dat het onbegonnen werk is om heel het Louvre af te wandelen, maar we zijn er naar mijn goesting wel zwaar met de grove borstel doorgegaan: minder dan vier uur, begot.
We hebben er de grote klassiekers gedaan, natuurlijk, en van de grote kleppers hebben we eigenlijk alleen de Venus van Milo niet gezien.
En ja, uiteraard weer tientallen en tientallen dingen gezien die zó met een quote zouden kunnen op het internet gezet worden.
“You wot m8?”:
“Bitch, I’m fabulous”:
“Now watch this”:
“Mom, I’m so tired of this shit”:
En al de schilderijen met hondjes of andere beesten erop:
Elke keer ik er ben zijn er andere dingen die mij onverwacht ontroeren. Deze keer was het vooral de figuren van ‘Ain Ghazal:
Negenduizend jaar oud, ongeveer een meter hoog en uit de aard van het materiaal (plaaster over een rieten binnenkant die ondertussen al duizenden jaren vergaan is) zo fragiel dat ze nooit lang zouden kunnen overleefd hebben, als ze niet zeer zorgvuldig begraven waren.
Er was ook dit Beotisch klokvormig idool van ongeveer 700 voor Christus:
En dit kleine beeldje uit 350-300 v. Chr., vooral omdat het in een groep van allemaal andere beelden van toneelspelers stond:
Het internet zegt mij dat het een afbeelding van van Papposilenus is die Dionysos draagt, wat het meteen minder ontroerend maakt, trouwens. Een echte acteur die duizenden jaren overbrugt is iets heel anders dan de zoveelste god.
Net zoals deze ook altijd fantastisch blijft, bijvoorbeeld:
En ja, het is allemaal indrukwekkend van gebouw ook, natuurlijk:
Na het Louvre zijn we naar de Arc de Triomphe gaan kijken. Er was de dagelijkse ceremonie voor de onbekende soldaat maar het leek alsof er iets heel speciaals was, ik denk dat ik een stuk of dertig veertig generaals en admiraals geteld heb en mensen van alle mogelijke krijgsmachten inclusief het vreemdelingenlegioen. Weird.
Daarna zijn we toch maar eens naar de buitenkant van de Sacré-Cœur gaan kijken, en als we daar toch waren hebben we ons door de drommen toeristen van de place du Tertre gewurmd.
Bewijs dat we in de buurt waren:
En dan hebben we ons naar huis gesleept, en zijn we bij de Chinees aan de ene kant van ons huis en de Japanees aan de andere kant eten gaan halen.
De laatste dag zijn we vroeg opgestaan om terug naar Notre-Dame te gaan:
…en er dan de binnenkant van te gaan kijken.
…en net toen we daar waren is het beginnen stortregenen, zijn we nog rap overgestoken naar de Sainte-Chapelle. Dat blijft toch wel één van de vreemdste ervaringen die er zijn: binnenkomen via een anoniem ministerie-achtig gebouw en op de binnenkoer een kerkje zien staan:
Binnen gaan, en een gewoon-achtige kerk met een zeer laag plafond zien, en dan via een draaitrap naar boven en tadam!
Ik vond het al indrukwekkend toen ik er de eerste keer was, lang geleden, maar tegenwoordig is er vanalles aan de glasramen gerestaureerd, zoadat er zelfs op een druilerige vrijdagochtend veel licht binnenkwam.
Door de regen naar huis gespurt, valiezen klaargezet, shenanigans met de sleutel teruggeven (de automatische kluis in het voorziene café was kapot, we zijn naar een ander moeten gaan), en dan naar Versailles aangezet.
De kinderen waren een beetje moe:
Versailles is, euh, zeer groot. En er is veel goud en elke kamer heeft minstens één schilderij of beeld van Louis XIV, en meestal veel meer dan één.
En van alle afbeeldingen van Louix XIV heb ik er maar één gezien waarvan ik dacht: ja, dat zou wel eens kunnen geweest zijn hoe hij er écht uitzag:
Kijk, bewijs dat we in de spiegelzaal geweest zijn:
…en dan hebben we daar een sandwich gegeten en zijn we naar huis gereden, via de Quick in Kortrijk voor echte authentieke Belgische keuken die we hard gemist hadden.
Dit is hoe onze wijk ons welkom heette:
Reacties
2 reacties op “Drie en een beetje dagen Parijs (2)”
Enkele weken geleden ook voor het eerst in het Louvre geweest. dat vond ik zelf een minder aangename ervaring: ik vond daar gewoon niks en liep daar zelfs met plannetje wat doelloos rond. Veel schoon dingen gezien, dat wel. maar vraag me niet wat en waar. Maar ik heb mezelf toch alvast een 2de poging beloofd.
De sainte Chapelle vond ik een hemelse ervaring trouwens. Ik had me namelijk op sleeptouw laten nemen en wist niet goed waar ik me moest aan verwachten en ben dan ook bijna beginnen bleiten van verschieten en van ontroering toen ik dat onooglijk trapje opklom en in het bovenstuk zag wat er daar te zien was. Maar zo schoon vind ik dat daar!
Notre Dame Cathedral Is Crumbling. Who Will Help Save It?
[http://time.com/4876087/notre-dame-cathedral-is-crumbling/]